De beste auto die BMW kon bouwen.
Automerken kopen. Je moet het maar kunnen. Het lijkt heel erg simpel. Je koopt een merk met enorm veel potentie, dat nogal is afgegleden. Dat eerste is een reden om überhaupt het merk te komen, het tweede deel zorgt voor een lage aanschafprijs. Een win-win situatie voor de aandeelhouders dus. Hoewel automerken kopen iets van alle tijden is, leek het wel een rage te zijn in de jaren ’80. Met name Volkswagen was er zeer bedreven in. Onder de regerende vuist van Ferdinand Piëch en de zijnen werden diverse merken opgekocht. Van bescheiden merken als Seat en Skoda, tot aan prestigieuze merken als Lamborghini en Bugatti. De meest interessante strijd om een prooi voerde VAG in de jaren ’90 echter met BMW.
Het merk uit München zag de bui al een beetje hangen. Alle merken gaan samenwerken en kopen elkaar op, maar het eigenwijze BMW blijft over. Voor de korte termijn geen enkel probleem: BMW verkeerde in blakende gezondheid en was in de jaren ’90 berollszig de voorbereidingen te treffen voor enorme modelexpansie. Die schaalvergroting zou betekenen dat er veel meer verschillende BMW’s zouden komen.
BMW is natuurlijk een premium merk, dat opereert in het premium segment door premium producten te verkopen. Doch ‘onder’ en ‘boven’ het eigen modelgamma was nog ruimte. De ruimte aan de onderkant van de markt werd opgevuld door Rover. Oneerbiedig gezegd was Rover de minst bezoedelde naam van Groot-Brittannië in het middensegment. Alle andere Britse merken stonden synoniem voor belabberde kwaliteit, ondermaats design en tegenvallende rijeigenschappen.
BMW heeft meer dan zomaar een link met Britse automerken. Met name met iconische merken en modellen. Ondanks het feit dat Britse middenklassers belachelijk slecht konden zijn, was de Mini een van de meest briljante auto’s ooit. En wat te denken van de Range Rover? Daar had BMW fantastische plannen mee. Sterker nog, het zijn perfecte moderne interpretaties van het origineel. Maar BMW leek te zijn vergeten dat er onder de Range Rover en boven de Mini nog een enorm gat zat dat opgevuld moest worden. Met alleen de Rover 75 gingen ze er niet komen. De samenwerking met Rover ging bovendien dermate stroef en kostte dermate veel geld, dat ze Rover zo gauw mogelijk van de hand deden.
Gelukkig had BMW nog een Brits merk in zijn portfolio: Rolls-Royce. Althans, dat dachten ze in München. Want in Wolfsburg bij Volkswagen dachten ze óók dat ze Rolls-Royce gekocht hadden. Waar ging het fout? In 1998 had de eigenaar van Rolls-Royce en Bentley, Vickers, beide merken in de verkoop gedaan. Tot die tijd was het niet anders dan dat die merken bij elkaar hoorden. Rolls-Royce was ultieme luxe. Bentley ook, maar dan ietsje sportiever.
BMW wilde Rolls-Royce heel graag kopen. Het was een perfect merk voor boven hun eigen modelgamma. Daarbij deed BMW al zaken met Rolls-Royce. Ze leverden immers motoren voor de Rolls-Royce Silver Seraph en Bentley Arnage. Maar Piëch en de zijnen waren guller bij het bieden: waar BMW 340 miljoen pond over had voor de inboedel, bood Volkswagen doodleuk 90 miljoen extra. Dat is makkelijk zaken doen. Volkswagen kocht bij de verkoop de legendarische fabriek in Crewe plus de rechten voor de Spirit of Ecstasy én de markante gepatenteerde spijlengrille. Kortom, goed voor elkaar, zo zou je denken.
Maar daar ging het fout voor Volkswagen, want ze bleken eigenlijk alles gekocht te hebben behalve de naam Rolls-Royce. De naam is namelijk eigendom van de straalmotor-fabrikant Rolls-Royce, niet van de automobieldivisie. De vliegtuigmotor-bouwers hadden net een paar goede zaken met BMW gedaan. Ondanks dat Aerospace afdeling van Rolls-Royce enorm zijn zakken had kunnen vullen door dit wedstrijdje verpissen tussen BMW en VAG, gebeurde dat niet. Het verkocht de naam Rolls-Royce en het logo voor een schamele 40 miljoen pond aan, jawel: BMW.
Rechtszaak na rechtszaak volgde. Volkswagen voelde zich enigszins terecht in de maling genomen, terwijl BMW voor 290 miljoen mínder dan gepland de winnende hand leek te hebben. Leuk dat VW de fabriek plus de rechten voor het ornament en de grille in zijn zakken had, maar zonder de naam Rolls-Royce zijn die niks waard. BMW had de rechten voor de naam en nog een troef achter de hand. Zoals gezegd leverden ze de motoren voor de huidige modellen en was er een contractuele verplichting om het minimaal twaalf maanden van te voren aan te geven indien het daarmee wilde stoppen. Een tijdspanne waarin het onmogelijk was voor Volkswagen om eigen motoren passend en gehomologeerd te krijgen.
Omdat zowel BMW en Volkswagen een gezamenlijk doel hebben (geld verdienen), werd er een deal gesloten. Het ging Volkswagen sowieso voornamelijk om Bentley. Dat merk had veel meer toekomstperspectief en deed het toentertijd al aanzienlijk beter dan Rolls-Royce. Voor vier jaar lang zou Volkswagen de leiding hebben over de productie en verkoop van Rolls-Royce en Bentley. BMW zou braaf de motoren leveren, Volkswagen zou braaf Rolls-Royces aan de man blijven brengen.
Volkswagen pakte BMW wel terug. Omdat al bekend was dat Rolls-Royce vanaf 2003 van BMW zou zijn, werd er nauwelijks meer geïnvesteerd, terwijl dat makkelijk kon. Het eerste wat Volkswagen deed was de 6.75 liter V8 weer terug tot leven brengen. De motor werd middels Duits geld met succes nieuw leven ingeblazen. De über-britse motor was een belangrijk onderdeel van het RR/Bentley ‘heritage’. Met de Arnage Red Label bracht Volkswagen weer leven in Bentley ten opzichte van RR, dat langzaam leek af te sterven. Ja, ze werden gebouwd. Maar de Seraph werd nauwelijks verbeterd of aangepast. Het motoren blijven leveren voor Bentley door BMW bleek nauwelijks nog nodig. Met de komst van de Arnage Red label, werd de standaard Arnage omgedoopt tot Green Label. Uiteindelijk zijn er slechts zeven exemplaren van de Green Label verkocht, de rest ging voor de Red Label.
VAG maakte daarmee de indruk dat het Rolls-Royce wilde laten doodbloeden. Er werd in de periode van vier jaar slechts één nieuw model geïntroduceerd, de Rolls-Royce Corniche (afbeelding onder). Ondanks dat het leek op een cabriolet versie van de Silver Seraph, was het eigenlijk een Bentley Azure met Rolls-Royce logo. Het was de eerste en enige keer dat een Rolls-Royce in technisch opzicht een Bentley was. In alle andere gevallen was het namelijk andersom. Ja, er was een Park Ward (de lange Seraph), maar die stond al in de planning. Qua verkopen maakten de Bentleys compleet gehakt van de Rolls-Royces met de jaren. Denk aan iets meer dan 300 in 2000, iets meer dan 100 in 2001 en tientallen in 2002.
BMW stond daarna voor een enorme opgave. Ze moesten eigenlijk vanuit het niets beginnen. Want ondanks dat ze op slimme wijze de naam hadden en rechten hadden gekocht voor Rolls-Royce, hadden ze vrij weinig om op voort te borduren. Geen fabriek, geen personeel, geen platform. Aan de andere kant: ze hadden ook nul van de problemen waarmee Rolls-Royce voorheen te kampen had overgenomen. De Britse variant van het cliché ‘dat doen wij altijd zo’ was dus niet van toepassing. BMW had nu de kans om Rolls-Royce een passende wedergeboorte te geven. In tijden dat Bentley vele malen populairder was dan Rolls-Royce, was het tijd om terug te slaan. De auto die dit moest gaan bewerkstelligen werd de Rolls-Royce Phantom. De Phantom VII om precies te zijn. De naam Phantom werd namelijk al zes maal eerder gebruikt voor de meest prestigieuze Rolls-Royces.
Omdat BMW opnieuw moest beginnen, kon de Phantom op een nieuw platform gebouwd worden. Sterker nog, men kon niet eens aanspraak maken op de oude assemblagelijn. De productie moest namelijk ook verhuizen, daar Volkswagen alleen nog Bentley’s wenste te maken in Crewe. Daarom werd er door BMW een fabriek uit de grond gestampt in Goodwood, vlakbij de beroemde lap asfalt waar het Festival of Speed verreden wordt.
De auto had niets te maken met zijn voorganger. Het grotendeels uit aluminium vervaardigde platform en koetswerk was aanzienlijk groter dan dat van de Silver Seraph. De Phantom moest niet een half maatje, maar anderhalf maatje boven een BMW 7-Serie staan. Dus ondanks de lichte constructie woog de Phantom met gemak tweeënhalve ton. In absolute zin erg zwaar, in relatieve zin viel het mee, want de luxe limo is gigantisch groot.
Dat was natuurlijk een eis van bovenaf waar Marek Djordjevic maar wat graag mee werkte. De Servische ontwerper kon namelijk helemaal zijn gang gaan voor de Phantom. De auto moest namelijk de ultieme Rolls-Royce worden, zonder dat hij rekening hoefde te houden met de verouderde technische basis van de voorgangers. Het belangrijkste voor de toen piepjonge Djordjevic waren de proporties. Als een grote auto verkeerde proporties heeft, wordt ‘ie lomp. Als de porporties perfect zijn, wordt ‘ie imposant. Zie het een beetje als Dwayne Johnson en Ton Elias: beide zijn erg groot en wegen waarschijnlijk hetzelfde, maar de proporties zijn compleet anders.
De overhang aan de voorkant was minimaal. De enorme motor moest schuil gaan onder een enorme motorkap, de voorwielen moesten zo ver mogelijk naar voren. De grille en het front moesten daarentegen bijna verticaal zijn, op deze manier was het vooraanzicht zeer imposant. Over de wielen gesproken; Djordjevic kon niet genoeg benadrukken hoe belangrijk grote wielen waren. Daarmee doelde hij niet op platte bandjes en grote spaakvelgen, maar de wielen moesten ongeveer half zo hoog als de totale wagenhoogte zijn.
Het was volgens hem de reden waarom zoveel sportwagens zo fraai zijn: als de wagenhoogte ongeveer twee keer hoger als de wielen, krijg je een bijzonder elegant zij-aanzicht en een goede stance. De jetsers werden 21” groot en voorzien van bijzondere naafdoppen. Ze zaten niet vast aan de wielen, maar iets ervoor met een gewichtje eronder. Zo bleef het RR-logo altijd rechtop staan.
De motor was een bijzonder hoogtepunt. De unit kwam binnen in een krat vanuit München. Dat klinkt oneerbiedig, maar de N73B68 was het huzarenstukje van een merk dat motoren in haar bloed en zelfs naam heeft zitten. Ondanks dat de motor geen 6.75 V8 was, gaf de V12 wel een hoedtik aan die motor vanwege het slagvolume van 6.749 cc. Het karakter van de V12 was heel anders dan dat van de V8. Die V8 imponeert met veel koppel bij lage toeren. De V12 was meer een ‘echte’ motor: weinig gas is weinig power, veel gas is veel power. Om te zien hoe je ‘vermogens management’ verloopt, had de Phantom een ‘power reserve meter’. Daar kon de bestuurder zien hoeveel procent van het vermogen er gebruikt werd.
En vermogen was er te over. De V12 leverde namelijk zo’n 460 pk bij 5.350 toeren en 720 Nm bij 3.500 toeren. Dat haalt een flink getunede diesel ook wel en een beetje biturbo V8 op benzine ook. Maar die hadden beide niet de manieren van de 6.75 V12. Want hoeveel motoren ken je die bij 1.000 toeren al 500 Nm afgeven? Die zo trillingsvrij én soepel oppakken? Inderdaad, die zijn er niet. Voor degenen die nu roepen ‘dat kan een elektromotor ook’: ja, dat klopt. Dat kan een elektromotor ook, maar toch is dat geen vergelijking. Er zullen punten zijn waarop een Casio superieur is aan een Patek Philippe. En waar een Korg keyboard superieur is aan een Steinway. Wie de vergelijking maakt tussen een Tesla Model S (of andere EV) en Rolls-Royce Phantom maakt het vergelijk tussen een ordinair plastic wegwerpproduct met bijzondere kenmerken en een kunstwerk dat toevallig commercieel te vermarkten was.
Al helemaal wanneer je het interieur erbij betrekt. Dat was namelijk zo mogelijk nog meer bijzonder dan het exterieur. Omdat de Phantom zo gigantisch groot was, kon je lekker hoog zitten. Het is geen Range Rover natuurlijk, maar het scheelt in zithoogte minder dan je aanvankelijk zou denken. De zitpositie was hoog en rechtop. Instappen ging via enorme deuren die niet zouden misstaan in Zwitserse kluis. De achterdeuren waren zogenaamde ‘Coach Doors’, aldus Rolls-Royce. Zo kon de persoon in kwestie beschermd uitstappen.
Mocht het wat regenen, kon men gebruik maken van de paraplu. Ja, die heeft een Skoda Superb ook. Maar in de Phantom was de paraplu voorzien van een teflon coating, zodat het water niet bleef hangen in de paraplu en deze dus niet ging schimmelen. Maar het is voornamelijk het design van het interieur wat de Phantom zo briljant maakte. Natuurlijk was er gebruik gemaakt van bijzonder zacht leer, hoogpolig tapijt en fraai bewerkt hout. Maar het waren details als het stuurwiel dat de auto bijzonder maakte. Ondanks dat moderne voorzieningen zoals stuurwielbediening en verwarming aanwezig zijn, kon je het er niet aan af zien. Het zag eruit als een klassiek Rolls-Royce stuur zoals Rolls-Royce ze zelf al jaren niet meer maakte.
De achterbank was natuurlijk waar je wilde zitten. Phantom eigenaren zitten op de achterbank, Phantom bestuurders zijn vaak in loondienst. Maar als je ermee ging rijden, werd je nimmer teleurgesteld. Als je de V12 goed de sporen gaf, was het mogelijk om van 0-100 km/u te halen in minder dan zes seconden. De Phantom was op 240 km/u begrensd. Meer dan voldoende voor zo’n mastodont. Maar aanspraak maken op al het vermogen is ordinair. Het gaat om de wetenschap dat het allemaal meer dan voldoende is.
Dat is eigenlijk het meest knappe van BMW. Ze hebben bij BMW een ware Rolls-Royce neergezet en zich geconcentreerd op de dingen die een Rolls-Royce zo bijzonder maken. De tijdloze, klassieke schoonheid was daarbij heel erg belangrijk. De Phantom had niet één, maar twee iDrive controllers. Toch zag je er geen zitten. Hetzelfde gold voor het navigatiesysteem. Dat was alleen zichtbaar als de chauffeur het nodig had. Zo kwam het interieur in 2003 niet hoog modern, maar wel beeldschoon over. Anno 2019 oogt het allerminst verouderd. Het zijn juist de moderne voorzieningen die een automobiel snel verouderen. Een Tesla Model S is over 15 jaar het rijdende equivalent van een 486-computer. Een Phantom is een Mont Blanc vulpen. Met beide schrijf je woorden, maar op een totaal andere manier.
We gaan binnenkort nog dieper in op alle modelupdates, speciale uitvoeringen en varianten. Het hoeft geen betoog dat de Phantom de vloer aanveegde met de beoogde concurrentie. Dat niet alleen, Rolls-Royce had weer zijn mojo terug. Niet dat de Silver Spirit en Silver Seraph slechte Rolls-Royces waren. Absoluut niet. Je zag alleen dat ze met moeite met hun tijd mee konden gaan. Een verouderde basis met verouderde techniek en verouderd design wil niet zeggen dat je traditioneel bent. Je kan de tradities in ere houden door ze aan te passen aan de tijd. Dat is precies wat BMW zo goed gedaan heeft met de Phantom.
rhellema zegt
@willeme; fantastisch stuk geschreven over een fantastische automobiel. Heb genoten van dit artikel. Bedankt!
ukbob zegt
@rhellema: same here!
9000cse zegt
@rhellema: @willeme ! Bedankt voor deze bijzondere special! Vooral bijzonder, omdat het gaat over de auto waarvan ik ook nu nog steeds droom. En met “nu nog steeds” bedoel ik: Al zo’n 63 jaar!
Ja! We schrijven zomer 1956! In de barre winter van ’55 – ’56 (zelfs de Maas was toen dichtgevroren!) waren we verhuisd naar Venlo, alwaar mijn vader een levensmiddelenzaak bestierde, midden in de belangrijkste winkelstraat. En we woonden boven die zaak. Venlo werd in die tijd overstroomd door Duitsers, (vaak waren er méér Duitsers dan de stad aan inwoners telde!), die er hun inkopen kwamen doen. Ze kwamen met de bus, met fietsen, met mopeds en motoren (vele met zijspan), maar óók met de meest exclusieve auto’s. En omdat het autohartje toen al waanzinnig hard begon te kloppen bij het zien van mooie auto’s en ik na schooltijd met mijn Eroba-fietsje de stad doorcrosste op zoek naar de mooiste exemplaren, zat ik op die zomerse zondag ook in de woonkamer achter het raam te kijken naar al het moois dat er voorbijkwam.
Opeens ontwaarde ik iets héél bijzonders, dat zo’n 200 meter van ons huis af geparkeerd stond. Veel groter dan ik ooit tevoren gezien had. En dat moest ik natuurlijk van dichtbij bekijken. Via de achterdeur droegen mijn toen 8-jarige beentjes mij op topsnelheid naar de plek waar deze bijzondere auto zich bevond. Het bleek een spiksplinternieuwe zwarte en zilvergrijze Rolls-Royce Silver Cloud te zijn. Op blauw, Nederlands kenteken. De eigenaar moet zich later wel geërgerd hebben aan de afdrukken op zijn ramen vanwege mijn handjes en neus. Maar ik was totaal verliefd op die bijzondere auto.
Opeens werd ik wreed verstoord in mijn droom, omdat ik op mijn schouder werd getikt. Terwijl ik met gevouwen handen om de Spirit of Exstacy voor die enorme grill hing, herkende ik de stem van mijn vader, die mij vroeg waar ik in vredesnaam mee bezig was. En het enige dat ik kon zeggen was: “Pappie! Koop je er ook zo een?”. Waarop hij nuchter zei: “En er op die manier voor zorgen, dat ik voor jou nog geen droog brood meer kan kopen?”. Mijn verliefdheid op Rolls-Royce is echter nooit overgegaan. Al zal ik nu, 63 jaar later, niet meer met gevouwen handen om die grill hangen. Maar ik ben ontzettend blij met het feit, dat BMW het ultieme karakter van deze mastodont heeft weten te bewaren. Geen gemakkelijke opgave! Maar ik vind, dat ze er bijzonder goed in geslaagd zijn om dit merk het karakter te laten behouden dat het verdient. Het zal altijd wel een droom blijven, maar de verliefdheid zal nooit meer overgaan.
rhellema zegt
@9000cse: prachtig om dit soort herinneringen te lezen.
Kort na de introductie van de Phantom VII kwam ik bij een bedrijf waarvan de eigenaar er één had en die er op dat moment mee aan kwam rijden. Totaal verbaasd over de serene rust waarmee de statige limousine aan kwam rijden stond ik vastgenageld aan de grond. Toen de eigenaar uitstapte maakte ik hem een compliment over zijn goede smaak van automobielen waarop hij moest lachen en zei dat ik één van de weinige was die er voor uit durfde te komen het een mooie auto te vinden. Hij vroeg aan me wat ik dan zo mooi vond aan deze auto en ik vertelde dus dat de lijnen van de auto volledig overeen kwamen met de rust waarmee de Phantom zich voort beweegt. We hebben een minuut of 15 gesproken over de techniek (de eigenaar was een technicus) en de man vond mijn enthousiasme maar ook interesse erg leuk. Op een gegeven moment hoorde ik mezelf plotsklaps zeggen “ik durf het bijna niet te vragen, maar mag ik effe…” en tot mijn verbazing zei de man “ach, waarom ook niet, een uurtje later beginnen mag ook wel eens een keertje”. Met een van verbazing opengevallen mond mocht ik achter het stuur van de mastodont plaats nemen en heb ik me een half uur lang de koning van de wereld gevoeld. Nooit maar dan ook nooit zal ik deze belevenis vergeten!
bmwfe zegt
@9000cse: beste Rolls-Royce liefhebber. Ik heb dezelfde liefde voor het merk als jij en ben BMW ook zeer dankbaar dat ze dit fantastische merk uiteindelijk tot dat gemaakt hebben wat ze altijd pretendeerde te zijn, maar eigenlijk niet waren: de beste auto ter wereld.
willeme zegt
@rhellema: Thanks!
chriscross zegt
Elke keer als ik dit slagschip tegenkom op de weg maakt het toch altijd net iets meer indruk op mij dan elk ander merk
olivier420 zegt
@chriscross: Wat ook zo knap is: dit model is zó tijdloos. Op die eerste foto’s is dat lijnenspel echt schitterend.
Heerlijk artikel ook. Voor de liefhebbers: RTL Z zendt zo nu en dan de docu “op weg naar perfectie” uit, kijkje achter de schermen bij RR, aanrader!
Al heb ik nog steeds medelijden met de beste man die 9 maanden lang bezig is geweest met een met diamanten ingelegd dashboard vanwege de krankzinnig hoge kwaliteitseisen.
lambowambo zegt
@olivier420: Ik weet precies welk moment je bedoelt. Die man showt vol trots dat paneel dat hij met noeste arbeid en vele uren in elkaar heeft gezet, wordt hij linea recta met een “this won’t do, I’m sorry” weggestuurd vanwege een minimale oneffenheid dat enkel met een vergrootglas te zien was. Heel sneu maar het illustreert wel hoe ver RR gaat voor perfectie. Interessante uitzending.
skinny058 zegt
Grote klasse BMW!
rollingstoned zegt
Zeer fijne special weer @willeme. Bedankt!
willeme zegt
@rollingstoned: Dankjewel!
isn1981 zegt
Machtig apparaat is dit om te zien, rijden en gereden worden. **laatste regels…als BMW dit nou zelf zou doen op zijn huidige modellen.
Robert zegt
Jezus, wat vond ik die auto lelijk, toen de eerste persfoto’s werden gepubliceerd. En met mij de halve wereld. BMW had al moeite om in die jaren de eerste Bangle ontwerpen (met name de E65 7 Serie) gewaardeerd te krijgen en toen brachten ze dít.
Maar ik moet eerlijk zeggen dat de tijd deze auto ongelooflijk veel mooier heeft gemaakt. Het zal een kwestie van gewenning zijn, of simpelweg de constatering dat de voorgangers toch wel érg bejaard overkwamen, maar alle kritieken verstonden toen de eerste auto’s werden geleverd en gereden. En massaal werden omarmd door de doelgroepen. Hoedtik voor de Phantom VII. En mijn dank weer, @willeme!
willeme zegt
@rrrobert: Thanks!
moveyourmind zegt
Tijdloze klasse!
En hulde voor BMW dat ze met de Phantom een Rolls Royce hebben weten neer te zetten die net zo Brits en minstens zo stijlvol is als de voorgangers die de Britten zelf hebben ontworpen.
En datzelfde geldt ook voor de eerste Mini die BMW uitbracht. Daar was ook goed over nagedacht en was net zo onmiskenbaar een Mini als de Classic. Erg knap gedaan.
En dan die Rover 75. Heb zelf een S-type gehad, maar deze Rover, die nieuw een stuk minder kostte was bijna net zo sjiek. En oogt na al die jaren nog steeds stijlvol en verfijnd. Jammer dat de 75 het tij voor Rover niet meer kon doen keren.
Maar terug naar die Phantom. Wat zou ik toch graag ooit nog eens zo’n auto willen bezitten. Ik weet dat een Rolls voor mij waarschijnlijk volkomen onbereikbaar zal blijven. En dat maakt hem nog begeerlijker.
str8six zegt
Er is geen auto die zoveel indruk op m’n heeft gemaakt als deze toen ik ‘m in t echt zag. Ben 1.94 en die grille kwam tot tussen m’n navel en borst. Bizar, wat een slagschip. Jarenlang m’n favoriete auto geweest en nog steeds erg indrukwekkend.
jeroenwz zegt
Magnifiek stuk weer! De Phantom is een briljante auto. Echt de meest Rollse Royce sinds halverwege jaren ’60. En RR kon met recht weer zeggen “The Best Car in The World”. Heb ‘m altijd erg mooi gevonden.
Die vergelijking tussen Dwayne Johnson en Ton Elias is ook briljant: The Rock vs The Blob!
Dank weer @Willeme, en ik verheug me op de special over “de modelupdates, speciale uitvoeringen en varianten!”
willeme zegt
@jeroenwz: Thanks, Jeroen!
quinn zegt
Prachtig artikel!!! Bedankt!
karaya zegt
Geniale auto.
brammetjedeb zegt
Prachtig stuk. Maar veegde rolls royce de vloer aan met een Maybach? Neem dat die rond dezelfde tijd kwamen en waar de Maybach op veel punten toch gelijk zoniet beter scoorde…
brammetjedeb zegt
@brammetjedeb: neem is meen
karaya zegt
@brammetjedeb: Op het belangrijkste punt niet.
brammetjedeb zegt
@karaya: design…
dper4mance zegt
@brammetjedeb: die Maybach kon misschien best wel goed zijn. Was alleen jammer dat het ding uitzag als een Hyundai Sonata. Doet het niet zo lekker in de prijsklasse boven het half miljoen…
avdb55 zegt
@brammetjedeb: toen deze phantom net uit was, bezocht ik de IAA en kwam deze tegen op een plek buiten de hallen, gewoon op de straten van het complex. Uiteraard eens goed bekeken. Geen verder publiek eromheen.
Vervolgens door naar de MB-stand, waar de proto-Maybachs gepresenteerd werden.
Dan is het je direct duidelijk dat de Maybach het niet kan opnemen tegen de Rolls. Veel teveel een opgepimpte S. Als je de Phantom ziet zie je een koets, een rijtuig. Imponerend. Maybach gewoon een lange auto.
Wie de moeite neemt eens het Rolls-Roycemuseum in Dornbirn (A) te bezoeken zal ontdekken dat dat imponerende juist het kenmerk van alle Phantoms is. Je ziet onmiddellijk dat daar een bovenbaas aan komt gereden.
ty5500 zegt
Erg leuk en interessant artikel. Ik vond wel altijd dat Bentley veel beter samengaat met het sportievere karakter van BMW. Maar ze hebben toch iets bijzonders van Rolls Royce kunnen maken.
tjorque zegt
Vandaag nog een witte met nl platen gezien op de Antwerpse ring.
Djeezes wat een blok auto is dat. Mooi, neen, indrukwekkend ja.
Het ding straalt “elite en aristocratie” uit langs alle kanten zonder er een woord aan vuil te maken.
Not my cup of tea.
(De Renault alpine A110 die ik net ervoor zag spreekt me veel meer aan…)
Prachtig stukje vakmanschap is het daarentegen wel.
dieselkameel zegt
Ik mis alleen het stukje over de V16 die gepland was om hierin te komen. Ik kan hierover op internet ook vrij weinig vinden jammer genoeg.
ouwedibbes83 zegt
@dieselkameel: Volgens mij is de V16 wel degelijk gemaakt en heeft Rowan Atkinson (Mr Bean) een exemplaar.
sabrerator zegt
@dieselkameel:
Die V16 was gepland voor de Phantom Coupe, het prototype-exemplaar dat is gepresenteerd had deze onder de kap.
Er zijn naar ik meen 3 exemplaren van dat blok gemaakt, maar ik weet niet of dat inclusief het blok in het prototype was.
Toen men met de film Johnny English Reborn bezig was, wist Rowan Atkinson dat Rolls-Royce nog een paar van die blokken had liggen en hebben ze gevraagd een auto speciaal voor de film met die V16 uit te rusten. En dat hebben ze gedaan.
Dus wanneer er in de film wordt gezegd dat RR “has equipped the car with one of their experimental V16 engines” is daar geen woord aan gelogen.
Of Rowan Atkinson die auto heeft gekocht weet ik niet.
Ik heb wel ooit een rijverslagje gelezen van dat ding, ik meen in de Britse Octane.
rhellema zegt
@sabrerator: klopt helemaal, dit is ook het verhaal wat hij vertelde toen hij destijds bij Top Gear als gast aanwezig was. Is overigens een aflevering waarom ik nog steeds slap kan liggen van het lachen.
sabrerator zegt
@dieselkameel:
https://subscribe.octane-magazine.com/features/johnny-englishs-v16-rolls-royce
Hier!
dieselkameel zegt
@sabrerator: Ah kijk dankjewel! Het blijft toch gaaf zo’n V16
mopar zegt
Imposant zijn ze zeker, mooi heb ik ze nooit kunnen vinden, deze generatie Phantom. Ik heb zelf een 7 serie uit dezelfde generatie gehad en verbaasde me toen ik bij toenmalig Louwman in Utrecht eens plaats mocht nemen in een Phantom hoeveel knoppen en bedieningselementen rechtstreeks uit de E65 zijn gehaald.
Natuurlijk zijn ze in de phantom voorzien van een laagje (nep)chroom maar de knoppen en hendels voor de elektrische ramen, spiegels, stoelen, motorkap ontgrendeling en de hele iDrive software kwamen direct uit de toenmalige 7. Nog een grappig detail zijn de hoofdsteunen. Als je zo’n Phantom eens geparkeerd ziet staan, werp dan een blik naar binnen en let op de hoofdsteunen. Die zijn voor het formaat van de stoelen namelijk minuscuul. Komt omdat ze exact dezelfde exemplaren zijn als die je in een E65 krijgt, compleet met kussentje.
emping zegt
-edit, dank u: is inmiddels gefixt.-
OT: heerlijke sloep, toen ie net op de markt kwam vonden veel mensen de Rolls niet mooi maar ik vond hem van het begin al indrukwekkend. Kijk uit naar het volgende artikel.
mashell zegt
Alleen voorkomen dat deze wagen lomp oogde is toch niet helemaal gelukt. De wagen oogt in het echt wel degelijk lomp, niets elegants aan. Maar door de verandering van doelgroep van Lords naar Sheiks was dat ook niet erg.
michaelcorleone zegt
De perfecte mix tussen Duits en Brits en dan krijg je deze geweldige product.
Dankzij BMW is Rolls-Royce weer helemaal terug op de kaart en hoe. Met afstand voor op Mercedes-Maybach en Bentley.
Verder vind ik Phantom ook een hele mooie naam wat ook in zijn voordeel werkt.
Het laat aan de andere kant ook zien, waartoe BMW in staat is.
Uniek, indrukwekkend, concurrentieloos, tijdloos.