Allegaartje gespot

Eens even kijken wat ik nog heb liggen. Hmm, is een S5 nog interessant? Of zijn er liefhebbers voor een Bentley T1 Convertible? Het wordt steeds lastiger om iets echt nieuws voor de woensdag klaar te hebben liggen, óók gezien het grote tekort aan exoten in de omgeving van… Een studentenflat!

Maar natuurlijk zijn er nog restjes van de afgelopen maand, die door tussenkomende gebeurtenissen als de Miljonair-Fair niet aan bod zijn gekomen. Jazeker, het wordt weer een klassieke mixture of spots, net iets oververtegenwoordigd door Bentley’s, maar in Amsterdam is dat statistisch verantwoord.

Audi S5

Te beginnen met een recentelijk op kenteken gezette Audi S5, om precies te zijn op 7 november 2007. Een auto die momenteel nog een erg grote schare liefhebbers achter zich aan heeft, en ik kan niet ontkennen dat óók ik het een mooie auto vind om te zien. Maar is het een blijvertje of ruilen we deze plaats op ons verlanglijstje binnenkort weer in voor het aller-aller-nieuwste?

Nog genoeg tijd om over na te denken, de S5 is ook nog vrij nieuw. Opmerkelijk vind ik het zelf dat er een V8 voorin ligt, waar het toch een forse auto is en je eerder het blok uit de S6 of S8 verwacht. Die levert 354 pk, weliswaar minder dan de vierhonderdzoveel van de S6 of S8 maar de massa van 1.600 kilo valt me alleszins mee. Dat is niet veel meer dan de compacte R8, en dan kun je er ook nog kinderen en bagage in kwijt! Een snelle alleskunner die we voorlopig waarschijnlijk alleen in weinig tot de verbeelding sprekende kleuren zullen zien.

Bentley T1 Convertible

Zoals ik had gezegd zou er ook een T1 Convertible aanwezig zijn. Leuk om te melden is dat dit één van mijn eerste spotherinneringen ooit was, 87-XT-41 in de P.C. Hooftstraat, een jaar of zeven geleden. En nu, met een andere eigenaar, alweer. De auto is waarschijnlijk een bekend gezicht, in de vorm van een Rolls-Royce Corniche bijvoorbeeld.

Ja, een auto met die carrosserie kan erg veel namen hebben. Want naast het feit dat de Corniche er zelf al in minstens 5 uitvoeringen is, is er ook nog een Silver Shadow Drophead Coupé (waar het allemaal mee begon) en zijn er maar liefst drie varianten met Flying B, uiteraard veel zeldzamer gezien het net iets mindere imago van Bentley destijds (“poormans Rolls-Royce” waar een T1 in werkelijkheid precies evenveel kostte als een Silver Shadow I: f.88.312 in 1970). De bekendste van die open Bentley’s draagt de wat algemene naam “Continental” een term waarmee je in de wereld van Bentley’s (en Lincolns ook, overigens) niet ver komt wat betreft specificiteit.

Zoals we twee weken geleden lazen verandert Bentley de naam gewoon elke paar jaar om het interessant te houden, want voordat we hem “Continental” noemden heette de auto “Corniche”, ook verkrijgbaar als Coupé. En inderdaad, gewoon een naam die geleend is uit de schappen van Rolls-Royce. Maar dat is nog niet alles, want ten tijde van de Silver Shadow Drophead Coupé bood Bentley de T1 Convertible aan, overigens ook weer te krijgen als Coupé. Echt grote verschillen zijn er niet, vandaar dat ik deze groene auto aanvankelijk aanzag voor “Corniche”. Daarvan werden er 63 als coupé geleverd en 77 als cabrio. Van de T1 zijn er 99 geleverd met een vergelijkbare dichte koets en maar 41 in de afgebeelde uitvoering. Verwarrend? Verrekend met de 421 – uitsluitend open – Continentals komt het neer op 539 cabrio’s en 162 coupé’s. Zo, dat ruimt op.

Bentley Continental GTC

Maar in plaats van alles steeds te hernoemen gebruikt Bentley namen ‘uit nostalgie’ ook wel wat vaker. Zo blijft ‘Continental’ altijd een vertrouwde naam, en de naam ‘Brooklands’ is ook in hergebruik geraakt. De Continental GTC is zonder enige twijfel de best verkochte cabrio van Bentley ever. Die 421 Continental’s uit de jaren ’80 vallen daar keihard tegen weg. Het is gewoon veel makkelijker en meer value for money, een GTC kost niet veel meer dan een kleine Lamborghini waar een T1 Convertible destijds alleen nog maar werd afgetroefd door een klein aantal nòg duurdere modellen op het gebied van prijs. Sommige mensen vinden het dan ook lang niet bijzonder genoeg, dus zo hier en daar duiken modellen op die behandeld zijn door bijvoorbeeld Mansory. Vooral in het Oostblok duiken die nog wel eens op.

Ferrari F355 Spider

Een schrale troost was het toen ik bij het Amstel Hotel aan kwam en een F355 Spider aantrof. Tsja, de 599 en de F430 Spider waren al vertrokken. Ach, de F355 vind ik toch stukken mooier om te zien. Ik heb het niet zo op de huidige koers-van-vormgeving van Ferrari ft. Pininfarina. De F355 vind ik één van de betere zetten van Ferrari. Stoere, heldere, rechte lijnen, en een nog redelijk natuurlijke soundtrack. Het gemaakte geluid uit de F430 is ook leuk hoor, daar niet van, maar met mijn grote voorliefde voor merken als TVR kan ik iets puurs beter waarderen.

Zilver is trouwens bijzonder om op een Ferrari te zien, zelfs op een 612 zien we deze lichte kleur maar redelijk zelden. Meestal zien we de F355 natuurlijk in rood, en dat staat beter bij de agressieve vormen van de auto zelf. Na een paar minuten werd de auto vergezeld van een Jaguar XKR Convertible. Twee cabrio’s naast elkaar in December, apart!

Ferrari 612

Een andere luxe en redelijk ruime cruiser (rekening gehouden met twee inzittenden…) is de Ferrari 612, die met zijn prijskaartje van drie ton kaal nog erg veel klanten weet te hosselen. Het is dan ook niet zo’n extreme auto als de 599 GTB, die ook nog wel goed lijkt te verkopen. Zal hij meer verkocht worden dan de 550 en de 575 samen? De 612 is nu in ieder geval al minder zeldzaam dan zijn illustere voorganger, de 456(-M) GT. Er zijn ook al wat leuke variaties verschenen, zoals een GP uitvoering uit de fabriek zelf, een Hamann en een Novitec Rosso die we in Düsseldorf zagen. Maar komt er meer? Zoals sommigen wel weten zijn er van de 456 GT wat merkwaardige uitvoeringen verschenen, zoals een cabrio, een station en een werkelijk onooglijke sedan. Ik ben benieuwd, tot dan moeten we het doen met de coupé.

Maserati GranSport

Na het Miljonairfair-avontuur was de pret nog niet over, want op de terugweg kwam ik nog eens twee favoriete auto’s tegen. De ene was een Mulsanne S, maar gezien de overkill of square van twee weken geleden slaan we die maar even over. Een andere was de Gransport, een auto die ik misschien nog wel mooier vind dan de GranTurismo. Jazeker, dat lezen jullie goed. Hij mag van mij dan nog wel even blijven, hoewel het er toch naar uit lijkt te gaan zien dat de GranTurismo de 4200 GT komt opvolgen. Hoe hard er ook wordt geroepen dat het twee aparte lijnen naast elkaar zijn, het lijkt me vrij evident wat hier in werkelijkheid aan de hand is. Gewoon zeggen dat het twee verschillende modellen zijn, dan verdienen we ten minste nog een beetje extra aan de 4200 GT voor we ‘m weg doen, is het niet? Nou ben ik wel benieuwd naar de opvolger van de GranSport!

Porsche 997 GT3

Het is niet altijd feest, want na deze spot houdt het weer even op. In tijden van schaarste en armoede gaat het nou eenmaal zo, geen Phantom Drophead of Vector W8 als toetje, helaas. Maar een 997 GT3 blijft ook leuk, want ondanks de lagere prijs zien we hem stukken minder dan de 997 Turbo. Het aantal dat ik tot nu toe ben tegen gekomen is dan ook makkelijk op twee handen te tellen, terwijl de 997 Turbo’s maar niet aan te slepen lijken te zijn. Het is al vaker gezegd, de GT3 is wat meer hardcore. Zo is een Diablo SV ook lastiger te spotten dan een VT, terwijl de laatste wel even een stukje duurder was. De wit-hype is op de 997 GT3 trouwens goed aangeslagen, het is verreweg de meest voorkomende tint op deze auto. Inmiddels zie je de 997 GT3 al vaker dan de 996 GT3, terwijl daar twee series van zijn gebouwd gedurende enkele jaren. De 997 GT3 is er nog maar een jaar!