We hebben het er al eens eerder over gehad. De BMW M3. Het allerbeste jongetje van de klas. Het strebertje. Dat is op zich niet erg, maar wel voor de anderen. De combinatie tussen sportieve rijegenschappen, praktische bruikbaarheid en premium status is indrukwekkend. Gelukkig leven we in een tijd waar Alfa Romeo weer helemaal terug is en de aanval opent op de M3. Bongiorno Bella Macchina!
We mogen Alfa Romeo heel dankbaar zijn dat ze met een waardig alternatief komen. Er waren veel, heel veel merken die het wel geprobeerd hebben en halverwege de handdoek in de ring gooiden. Want bij voorbaat zou het gewoon een lastig verhaal worden. Te weinig vermogen, te hoge prijs, niet premium genoeg. Er zijn van allerlei redenen te bedenken waarom een fabrikant toch níet zijn M3-alternatief op de markt bracht. We nemen 11 interessante modellen met je door:
Ford Mondeo ST250
De Ford Mondeo van de eerste generatie zal de geschiedenis in gaan als één van de beter sturende middenklassers van de jaren ’90. Zoals remmenfluisteraar @Jaapiyo mee kan delen is het onderstel magistraal goed. Een goede basis leent zich uitstekend voor een sportieve versie. In 1999 kwam de Mondeo ST200 op de markt. Deze had een 205 pk sterke 2,5 V6 plus een zeer fraaie grille, die ook onze Junkyardracer siert. Op zich is 205 pk aardig, maar het kan heftiger. Ford toonde een jaar later de Mondeo ST250. Deze had een 3.0 liter V6 met supercharger. Ford gaf officieel 250 pk op, maar in het persbericht werd doodleuk gesuggereerd dat het flink meer moest zijn. De auto liep namelijk ook op LPG en moest een schoon ECO alternatief worden. Helaas liep deze generatie Mondeo aan zijn einde, waardoor Ford de investeringen er niet uit kon halen.
Mazda 626 MPS
Het merk uit Hiroshima was al lange tijd bezig met het bedenken van een snelle uitvoering van hun D-segment sedan. Het resultaat in 2000 was dit, de Mazda 626 MPS. De motor was een 2,5 KL-ZE met twee turbo’s. Goed voor 280 pk en 392 Nm. Zeg maar op het niveau van de Audi S4 van de B5 generatie. Nadeel was net als bij de Mondeo ST250 dat de auto (te) laat in de productiecyclus onthuld werd, waardoor deze maar een jaartje of twee in productie zou zijn geweest. Gelukkig kwam er van de opvolger wél een MPS variant, zij het met minder verfijnde techniek en een véél kleinere vleugel.
MG ZT X-Power 500
Oh, de Phoenix Group en hun doldwaze plannen. Dat er van de Rover 75 een snellere MG variant was, is bekend. Dat was de MG ZT. Dat er een V8 versie is, weet iedereen inmiddels ook (de ZT260). Dat was de 265 pk sterke 4.6, een lome en luie Mustang motor. De auto zou namelijk ook een 385 pk sterke variant krijgen, een 5.0 Modular V8 van Ford met alle SVT goodies erop. Bij het topmodel zou daar nog eens een compressor opgeschroefd worden, waardoor het vermogen steeg naar 500 pk… X-Power moest het antwoord worden op M-Power, qua ‘power’ zat het wel goed, dunkt ons. Beide modellen waren uitontwikkeld en reden uitstekend. Nadat de MG ZT260 op de markt kwam, was het de bedoeling dat de ZT385 en ZT500 volgden, maar daar is het nooit van gekomen.
Toyota Avensis TTE Biturbo 4×4
Deze generatie Avensis was een grote stap voorwaarts voor Toyota. De auto was meer op de Europese markt afgestemd dan ooit en het onderstel was van het niveau Peugeot 406 (erg goed dus). De snelle stationwagon is in Europa een populaire auto. Wij hebben het minder met snelle pickups of bespoilerde rallyauto’s voor de straat. Dus bouwde Toyota Team Europe de Avensis Biturbo 4×4. Deze had een 3.0 V6 met, zoals de naam al zegt, twee turbo’s. Het vermogen was relatief bescheiden met 304 pk, het koppel was dat niet: 510 Nm. In principe kon de auto gebouwd worden: alles functioneerde en veel onderdelen kwamen gewoon bij Toyota vandaan. Uiteindelijk konden we soortgelijke uiterlijke kenmerken wel op een Avensis diesel plakken. Ook leuk.
Renault Laguna Biturbo Hartge
We kennen allemaal het verhaal van de Safrane Biturbo. Renault leek het een leuk idee om te kijken of de motor ook paste in de Laguna, en warempel: geen enkel probleem. De door Hartge onder handen genomen Biturbo V6 leverde in de Laguna zelfs 280 pk! Aan het onderstel en interieur veranderde helaas niet al te veel, waardoor de auto nogal wilde schaatsen. Maar in rechte lijn was de Laguna Biturbo destijds een match voor de toenmalige M3 (de E36 M3 had 286 pk). Mede dankzij de tegenvallende verkopen van de Safrane besloot Renault het project te staken. Er schijnen enkele exemplaren alsnog via Hartge verkocht te zijn. Een blauwe, een zwarte en een bordeauxrode. Bewegende beelden vind je hier.
Volvo S60 Polestar
Maar er is toch een S60 Polestar? Ja, dat klopt. Maar die auto is getransformeerd in iets heel anders. Van absolute M3 killer is het nu een soort dure en luxe 335i concurrent. Niet dat daar iets mis mee is, maar man, wat zou het gaaf geweest zijn. Een koelbloedige Zweed die even de gevestigde orde een bloedneus bezorgde. De twinturbo zescilinder leverde van origine 508 pk. Dit resulteerde in een sprinttijd naar de 100 van slechts 3,9 seconden en een topsnelheid van 300 km/u. Met een handbak! Daarmee had Volvo de Duitse-V8-Brigade enorm te kakken kunnen zetten. De uiteindelijke Polestar is commercieel gezien waarschijnlijk een veel slimmere optie, maar deze had er ook mogen komen. Bij elke redactieborrel heeft @Wouter het er nog over (“Dat ding gaat kneiterrrhard!!!”). Gelukkig hebben we de beelden nog.
Honda Accord Mugen 24sc
De Honda Accord was een van de weinige Honda producten die overal ter wereld werd verkocht. De auto heette Accord in Europa en in Azië, maar werd Acura TSX in de VS genoemd. Deze generatie Accord was op zich erg netjes, als 2.4 liter Type S had je er een uitstekende auto aan. Maar de Mugen versie tilde het geheel een trede hoger. De auto werd verlaagd en kreeg een weinig subtiele bodykit met een nog minder subtiele spoiler. De motor was nog altijd de 2.4, maar nu met een Mugen supercharger, goed voor ongeveer 315 pk. De auto kwam er uiteindelijk niet. In de VS was de (300 pk) sterke V6 populairder. In Japan was het lastig snelle middenklassers te verkopen en in Europa vergaten we massaal hoe goed de Accord was. Doekje voor het bloeden, als je de Mugen catalogus goed bekijkt, kun je alle onderdelen gewoon los bestellen. Inclusief de compressorkit.
Infiniti Q50 Eau Rouge
Sommige M3 rivalen zijn er nooit gekomen omdat het kansloze missie werd. Dat is in dit geval niet zo. Dit had namelijk prima dé M3 killer kunnen zijn. De Q50 Eau Rouge had namelijk de motor van de Nissan GT-R onder de kap liggen. Met 575 pk kun je wel een goede vuist maken tegen een M3. Daarbij is Infiniti ook een premium merk, dus dat zou het probleem niet moeten zijn. Nadeeltje waren de ontwikkelingskosten. De Eau Rouge had een gewone automaat en reguliere vierwielaandrijving (geen DCT en ATTESSA PRO). De Eau Rouge zou te duur worden. Daarbij was het niet duidelijk hoe lang Infiniti nog ging proberen een F1-link te leggen en of een sportieve variant daar iets bij zou dragen. Bummer.
Dodge Avenger Stormtrooper
De leukste auto’s zijn de auto’s die eigenlijk niet gebouwd mochten worden van de baas. Denk aan de BMW Z3 Coupé, of alles Saabs. Deze Dodge Stormtrooper is ook zo’n auto. In plaats van een dikke V8 of V10 zat er een bescheiden zescilinder in. De motor kwam oorspronkelijk uit de Chrysler Pacifica, maar werd van 3,5 naar 4 liter uitgeboord. Vervolgens werd het blok door middel van andere nokkenassen, injectoren en gewijzigde ECU naar 400 pk getild. Je leest het goed, een Amerikaan met een specifiek vermogen van 100 pk per liter. Dankzij de lineaire vermogensafgifte was het nog behoorlijk te doen, want ondanks dat 4WD in de planning lag, had de Stormtrooper voorwielaandrijving.
Jaguar X-Type Bonspeed
De Jaguar X-Type was een beetje een tegenvaller voor Jaguar. De S-Type zorgde voor een verdubbeling van de Jaguar-verkopen en de X-Type moest dat nóg eens verdubbelen. De X-Type werd niet volledig door de markt geaccepteerd en dat had deels te maken met het wat lieve uiterlijk. In opdracht van Jaguar North-America mocht Bonspeed los gaan op de X-Type. De opdracht was om de auto meer presence te geven. Brutaler. Al het chroom werd verwijderd. De auto kreeg Eibach veren en Bilstein dempers, 19″ velgen en enorme remmen. Ook werd de motor aangepast. Niet zozeer het vermogen (dat steeg naar 260 pk) dan wel het motorkarakter. Het complete ademhalingstraject kreeg een flinke upgrade. Het was de bedoeling een kleine serie van te bouwen, maar daar is het helaas nooit van gekomen.
Lexus IS430 RMSV
De Lexus IS200 is zo’n auto waar je eigenlijk niets meer aan hoeft te doen. Perfecte auto, alhoewel deze wel wat meer vermogen kon gebruiken. Later kwam daar een IS300 bij, maar die was niet aanzienlijk sportiever, integendeel. In samenwerking met Rod Millen Special Vehicles startte Lexus met de ontwikkeling van de IS430. In plaats van een turbo of compressor op de zes-in-lijn te schroeven ging men voor de 4.3 V8 uit de LS430. Deze werd niet gekoppeld aan een automaat maar een handbak. De auto kreeg een volledig instelbaar onderstel van TEIN en extra grote Brembo remmen. Ook deze auto had in een serie gebouwd kunnen worden, maar dat was niet direct de intentie. Het was vooral een case-study om te kijken of er een markt was voor een achtcilinder Lexus IS. Dankzij deze concept kwam er uiteindelijk de IS-F, gelukkig!
Volkswagen Passat R-GT
Nadat Volkswagen het ‘R’-label had geïntroduceerd op de New Beetle en Golf werd er gekeken of daarboven nog ruimte was voor een nóg heftiger label. Dit lijkt een beetje hoog gegrepen voor een merk als Volkswagen, maar dit was nog in de tijd dat de Wolfsburgers full-size terreinauto’s verkochten met V10 diesels en grote limo’n met een twaalfcilinder. De Passat R-GT werd in opdracht van VW gebouwd door het Amerikaanse HPA Motorsport. De 3.2 V6 kreeg de bekende twin turbo conversie, een populair item op diverse Golfjes. In de Passat leverde het blok nu 575 pk. Aangezien de Passat niet in de weg mocht zitten van S4’tjes werd de top-passat een gewoon ‘R’ model. Dus met een 3.6 VR6 en 300 pk, precies onder het niveau van een S4 V8. Meh. De bodykit kon je als accessoire bestellen. Dat dan weer wel.
44 reacties
Die 626 MPS, hebbon! Typisch Japans, lekker uitbundig. Begrijpelijk dat hij niet kwam maar man, die had ik graag zien rijden.
De S60 Polestar in zijn huidige, ingetogen vorm, tsja, ik kan er mee leven. Dat het geen M3 killer is, meh. Volvo moet zich daar niet mee bezig houden.
Die Eau Rouge had gewoon moeten komen. Ik zie namelijk een Giulia die qua styling even mooi is en nog meer vermogen heeft uit één van de best gewaardeerde motoren. Die wagen is perfect. Gelukkig mogen we ervan genieten in Forza Horizon :)
Kan je de review van de eeuw met Chris Harris al inbeelden tussen al deze wagens en de Duitse 3? Of hoe de tweedehandsmarkt er nu uit zou zien…
Kleine correctie, de S60 polestar heeft geen 2 turbo’s. Het is een single turbo (ook die concept) met dubbel turbine kanaal, ookwel twin-scroll, dus geen twin turbo :)
Ik kan het weten, het blok ligt bij mij in de Classic V70R, en is nog steeds niet verkocht, ondanks dat jullie er nog een artikel aan wijdde…
Thanks mate!
Als Infiniti eigenaar kijk ik ook wel eens op de forums voor tips and tricks. Zo heeft Infiniti een redelijk cool computer systeem, maar zou het mooi zijn als er mee in te stellen is. Staan de forum vol van.
Plus dat je bij elk model (afgezien van de nieuwe alternative MB A klasse) een argument zou kunnen maken dat men het GT-R in de auto zou willen. Her en der vind je info dat Nissan het GT-R blok alleen in de GT-R in productie wil nemen (de Juke met GT-R rolt ook niet normaal van de lijn af toch?). En daarna lees je op alle forums dat men dan zeker voor het 3.8 GT-R blok had gekozen.
Om eerlijk te zijn: ik had het ook gedaan. De normale 3.7 (uit de 370z) is te zwak en de 5.0 zuipt te veel (en is te lui). Daarom ben ik voor het 3.0 V6 diesel blok gegaan.
Het hele verhaal met de ontwikkelings-kosten. Sorry, dat is gewoon bullshit van Nissan (Infiniti). Andere grote merken krijgen het ook voor elkaar om elke motor+bak combinatie in vrijwel elk model te hangen.
Kortom: Q50 Eau Rouge was van begin af aan al een marketing model en zou nooit de productie gaan halen.
Voordeel is dat Nissan (Infiniti) nu wel dat 3.0 400pk blok hebben; ook prima.
Alleen de naam, Eau Rouge.. Ik weet dat het een prachtige bocht is maar om er nou een auto aan te vernoemen…
*
Zoals gemeld geen directe concurrent, maar een waan-zinnige wagen. Enkel al de kleur!!
Heb het geluk gehad er eens in te mogen sturen, prachtig. En inderdaad: dat geluid :)
Verworden tot een emotieloos merk.
Het zijn de auto’s waarvan bijna iedereen droomt maar die bijna niemand koopt.