Die je voor een schijntje bij de handelaar kan oppikken tegenwoordig. Een ode aan de zelfontbrander.
We hebben er al een aantal artikelen over geschreven en na de BNR Autoshow van deze middag kunnen we een paar duidelijke conclusies trekken. De meest significante: de dieselmotor over zijn top heen. Het hele dieselgate verhaal toonde op pijnlijke wijze aan dat er aan de zelfontbrander geen eer meer te behalen viel. Alleen door te jokken over de uitstoot kon VW de diesel (op papier althans) interessant houden.
Dat is jammer, want de dieselmotor heeft absoluut zijn voordelen. Zeker de moderne diesels. Ze leveren bergen koppel, redelijk wat vermogen en dat tegen een aangenaam verbruik. Ja, ze maken een geluid waar we niet blij van worden. Toch valt er genoeg voor de diesel te zeggen. Het is de combinatie van snelheid en verbruik in werkelijke omstandigheden waarin dit motortype excelleert. Dat kon ik tijdens een tripje naar Zwitserland weer ondervinden: dik 240 op de GPS, met uiteindelijk een gemiddeld verbruik van 1 op 15.
De dieselmotor heeft absoluut zijn voordelen. Het zijn waanzinnig fijne motoren om elke dag mee onderweg te zijn. Briljante werkpaarden. Natuurlijk, een benzinemotor heeft absoluut de voorkeur bij de liefhebber, maar voor het gebruik elke dag, met name als je veel kilometers maakt, is een fijne dieselmotor nog altijd de lekkerste motor om mee onderweg te zijn. Daarom een (uiterst arbitrair!) overzicht van de fijnste diesels. Niet zozeer de sterkste of de snelste, die komen in dit artikel aanbod. Dit zijn de 10 fijne diesels in real life. Dankzij enorme dieselhaat kun je ze voor zeer schappelijke bedragen aanschaffen.
Peugeot 504 2.1 Diesel ’70
Voor hele lange tijd waren diesels alleen voor mensen die extreem veel kilometers maakten en verder niet. Bij de Peugeot 504 werd er een nuance geplaatst: deze auto was bij uitstek geschikt om extreem hoge kilometerstanden mee te halen. Met name in Afrika is de auto nog steeds erg populair. De Peugeot 504 is erg ruim en dankzij zijn ruime veerwegen uitstekend geschikt voor de slechte wegen aldaar. Het laatste wat je wil in de wildernis is stilvallen, dus moet je een motor in het vooronder hebben die maar blijft gaan. De 2,1 viercilinder diesel was goed voor slechts 66 pk, dus elke vorm van haast moet je uitsluiten. Met het typische ‘Haas vs Schildpad’-sprookje in het achterhoofd, is het overduidelijk dat de 504 de schildpad is.
Mercedes-Benz 200 D (W124) ’85
Dit is eigenlijk een ware rijdende legende. Je komt ze nog geregeld tegen. Als je na een avondje stappen en een bord vol shoarma huiswaarts wil keren, kan dat vaak nog met zo’n trouwe Benz. De W124 wordt geroemd vanwege de onverwoestbare bouwkwaliteit. Dat imago werd mede mogelijk gemaakt door de motoren. De 200 D is er een van, met zijn OM601-motor. Maar er was ook eens sterkere vijfcilinder (OM602) en zescilinder (OM603). Deze motoren gelden eigenlijk als onverwoestbaar. Ze zijn zeer eenvoudig qua opzet en opgetrokken uit hoogwaardige materialen. Met dit blok is het relatief eenvoudig om een miljoen kilometers te halen. Net als in de Peugeot moet je daar wel wat tijd voor hebben. Ondanks dat de 200 D aanzienlijk jonger is dan de 504 Diesel, zijn ze allebei even dramatisch qua performance. Maakt niet uit, dit zijn langlopers. Geen hardlopers.
Audi A6 Avant 2.5 TDI quattro (C4) ’94
Ondanks de naam is dit natuurlijk gewoon een Audi 100. Dat model was destijds leverbaar met een 2.4 vijfcilinder diesel met, houd je vast, 82 pk. Dat was dieselen in de vroege jaren ’90. Er was een ‘exotische’ TDI variant leverbaar met maar liefst 115 pk. Toen de Audi 100 een facelift kreeg, werd de naam ook veranderd naar A6 (om zo in de pas te lopen met de A4 en A8). In eerste instantie leverde dat blok 115 pk, maar er kwam ook een 140 pk sterke variant. 0-100 in zo’n 10 seconden en een top van meer dan 200 km/u waren toen ongehoord voor zo’n type auto. Het blok was dermate goed dat Volvo het heeft gebruikt in de 850 en V70 TDI.
Lancia Kappa 2.4 JTD (838) ’98
De Italiaanse Mercedes-Benz, zo werd de auto gekscherend door fans genoemd. Ze hadden wel een punt, want de Kappa is een van de betere Italiaanse sedans. Daarbij was Mercedes in die periode niet op zijn allerbest. Maar een Lancia kocht je niet om Mercedes-eigenschappen. De Kappa was zeer chic vormgegeven en had een zeer verzorgd en fraai interieur met meters alcantara of Poltrona Frau-leder. Viercilinders vond je niet in de Kappa. Ook de diesel was een vijfcilinder met 2.4 liter inhoud. Het was de eerste motor met common-rail injectie. Niet alleen qua trekkracht was de 2.4 JTD indrukwekkend (304 Nm!), maar vooral qua manieren.
BMW 530d (E39) ’99
Tegenwoordig kunnen diesels heel erg vlot zijn. In de jaren ’90 waren er voldoende diesels die zich konden meten met benzinemotoren. De 2.9 liter zes-in-lijn turbodiesel van BMW was de eerste diesel waarmee je veel auto’s met benzinemotor in hun hemd kon zetten. Nog steeds zijn de 184 pk en 400 Nm die de zescilinder motor levert voldoende om vlot mee te komen in het verkeer. Tel daarbij op dat het blok gelepeld is in een van de best geslaagde zakensedans aller tijden en je hebt recht een all-time hero die nog steeds in trek is bij zakelijke rijders.
Volvo S60 D5 ’02
Dit was een opmerkelijke entree. Volvo had wel enkele diesels in zijn gamma gehad. Denk aan de 740 Turbo Diesel met de motor van een Volkswagen LT. Een andere is de 850 TDI met de motor uit de Audi A6 die al eerder benoemd werd. De kleinere modellen hadden Renault diesels. De D5 was de eerste echte Volvo diesel. En wat voor één! De D5244T motor was namelijk een huzarenstukje. De vijfcilinder was eigenlijk als benzinemotor geconcipieerd, maar er werd bij de ontwikkeling van het blok al rekening mee gehouden dat er ook een dieselvariant van zou komen. De 2.4 liter grote motor leverde 163 pk en 340 Nm aan koppel. Dat is een deel van het verhaal. Het andere deel is namelijk de welgemanierdheid van deze motor. Het blok was waanzinnig soepel. Uiteraard was er een turbogat, maar deze was relatief klein en subtiel. In de S60 was deze motor helemaal op zijn plaats. De (naar Volvo-maatstaven) sportieve sedan was met deze motor een perfecte kilometervreter.
Fiat Punto 1.3 Multijet (169) ’03
Fiat geldt als een pionier op het gebied van dieseltechnologie. Het merk is niet alleen ijzersterk in diesels, maar ook in kleine auto’s. Combineer die twee en je hebt een winnende combinatie. De 1.3 MultiJet dieselmotor is absoluut niet de krachtigste diesel, het tegendeel is bijna waar. Maar het zijn wel erg fijne blokjes: zuinig en goedkoop in onderhoud. Deze motor houdt ook een belangrijk deel van het MKB mobiel, in heel veel bedrijfswagens ligt namelijk deze motor. Voor veel kleine auto’s is een dieselmotor niet lonend, want als je veel kilometers maakt, wil men vaak een grotere auto. Maar in de Panda Multijet heb je een interessant blokje onder de kap dat goed is voor heel veel kilometers.
Honda Accord 2.2 i-CTDI (CL) ’04
Honda is een merk dat wij in Nederland wellicht niet altijd op waarde weten te schatten. Ze zijn relatief duur en het is niet echt een premium aanbieding. Dus de meeste mensen kijken liever verder. Maar voor autofanaat is Honda juist altijd bijzonder geweest. Het merk is groot geworden met allerlei motoren. Voor auto’s, boten, motorfietsen, grasmaaiers en vliegtuigen. Maar altijd benzine. Er werden soms diesels geleverd in Honda’s, maar die werden elders ingekocht. Hun eerste diesel was een waar schot in de roos. De 2.2 CDTI was op papier niet wereldschokkend, maar op het asfalt wel. De geluidsproductie was laag en trillingen waren absent. De motor pakte soepel op en je kon behoorlijk ver doorhalen. Waarom zou je ook alweer een benzinemotor rijden?
Land Rover Range Rover Sport TDV8 HSE (L320) ’06
Land Rover was absoluut niet de eerste met een achtcilinder dieselmotor. De drie Duitse merken gingen de Britten al voor. Er is overigens weinig Brits aan de motor, de motor is in samenwerking tussen Ford en PSA ontwikkeld. Ondanks het vrij compacte slagvolume, had de V8 Amerikaanse trekjes. Met name het gebrul en gebulder van de Range Rover Sport TDV8 HSE deed erg denken aan dat van een speedboat. Licht gedempt, maar wel gorgelend. De rijeigenschappen van de auto deden ook denken aan die van een speedboat, het gewicht eveneens. Tegenwoordig koop je ze voor een appel en een ei. Tikkeltje prijzig qua motorrijtuigenbelasting, dat dan weer wel.
Subaru Impreza 2.0D Sport (GH) ’08
Subaru is een merk dat altijd moeite heeft gehad om voet aan de grond te krijgen in Europa. In Alpenlanden zijn ze redelijk populair, maar verder zag je ze bijna nergens. Dat kwam mede door het ontbreken van een dieselmotor. Pas relatief laat kwamen de Japanners met een viercilinder. Ze hadden deze makkelijk even bij Toyota of General Motors kunnen inkopen, maar ze besloten om zelf een boxer-dieselmotor te ontwikkelen en te produceren. Nog altijd een zeer bijzondere en unieke motorconfiguratie. Een van de weinige diesels met een herkenbare sound.
Meer lezen? Dit zijn de 14 meest opmerkelijke diesel-cabrio’s!
94 reacties
Geheimtipp: zoek naar een met een handbak, behoorlijk sneller en zuiniger, niet de beruchte swirl-flaps en schakelen doe je toch amper met 400nm
De 105pk 1.9 JTD (145/146)
De 140pk 2.4 JTD 10v (166)
De 150pk 1.9 JTD 16v (147)
De 200pk 2.0 JTDm (159)
Lekker soepel en alleen als ze koud zijn een beetje nagelig. Daarna lopen ze lekker rustig.
Van mij had het pompverstuivertje van VW er ook wel bij gemogen. Iedereen wilde zoveel mogelijk rode letters op de kont, en ook sterke diesels. Die 150pk TDI in een Leon Topsport, wat een stuiven zo’n ding!
De bekende OM606 turbo niet, dat was ook een fijn blok die gekke dingen tunen ze nu nog naar 4-500 pk.
Nu moet ik er wel bij zeggen dat mijn diesel ervaring zich beperkt tot een 1.9jtd (alfa 156) en een 1.6 BlueHDI (Peugeot 308). Oh ja, en een Isuzu Trooper met diesel iets… Die was inderdaad niet vooruit te branden (wel een leuk turbo fluitje, dat dan weer wel).
De NOx wordt omgezet in stikstof en de Co2 ligt stukken lager dan een vergelijkbare benzine.
Dus wat is de afschuw naar diesel?
Gorgelend of gordelend…?
En de eerste Mitsubishi Galant turbodiesel, bracht de turbotechniek naar middensegment.
En, ik haat het om te zeggen omdat ik een hekel heb aan het concern, maar de Golf TDi was natuurlijk ook wel een trendsettertje.
De Xantia break met de 2.1 turbodiesel, de Xantia break met de 2.0 HDi en met stip op 1 de Jaguars met de superieure 2.7d zespitter. Elke dag genieten. Krachtig, stil en uiterst beschaafd. En relatief zuinig. De huidige heeft er nu net 125.000km op staan, dus die kan nog wel een paar jaar mee met 45.000 per jaar.
In het overzicht mis ik ook de befaamde 1905cc XUD PSA blokken uit zo’n beetje alle Peugeots en Citroëns uit de jaren ‘80 en ‘90.
Zo’n BX diesel reed toch wel erg lekker en de turbodiesel was zelfs erg vlot.
Interessante outsider de Mazda 2.2 Skyaktiv D wil voor een diesel ongewoon veel toeren maken
De 1.9 TDI motoren waren zuinig en redelijk pittig. Maar ook ontiegelijk rauw en nagelend. Lastige. Qua betrouwbaarheid deden de eerste 1.9’s het ook heel erg goed, dat ging na 2000 ook hard achteruit.
Maar dat is het voordeel van een comment sectie: daar kunnen mensen aanvullingen doen.
Sorry auteur, maar als ik rij in een Audi 3.0 V6 TDI of in de Volvo V70 2.5TDI (oké een Audi blok) of Volvo D5244 of BMW met een 6lijn diesel is er geen moment dat ik niet blij ben. De rustige stationaire loop, het rauwe geluid bij belasting van het blok en de soepele loop van die blokken klinkt echt als muziek in mijn oren. Natuurlijk klinkt een 5 of 6 of 8 cilinder benzine vaak (veel) mooier maar ik verkies elk van die dieselmotoren boven de ruftende, keelschrapende 2, 3 en 4 cilinders (bijv. Fiat 500, Ford 1.0 ecoboost en Golf GTI).
Diesel heeft nog wel potentie gok ik. Zet een Yanmar dieselmotortje uit een trilplaat of maaimachine in een oude Fiat 500 en je schijnt er 1 op 80 mee te kunnen rijden.