Tussen de Volvo's 240, 740 en 340 popt in 1985 ineens een futuristisch modelletje op. De Volvo 480 is licht, super modern en volledig in Nederland bedacht en ontwikkeld.
Puur gekeken naar de locatie en omvang van de Volvo 480-ontwikkeling is het eigenlijk een DAF. Deze vindt begin jaren ’80 heel kleinschalig plaats, hier in Nederland. Volvo is in die tijd flink aan het uitbreiden geslagen. Begin jaren ’70 hebben ze alleen hele grote auto’s. Het merk heeft het financieel moeilijk en zoekt naar manieren om in ‘lagere’ en nieuwe segmenten uit te breiden. Met die gedachte koopt Volvo de personenauto-afdeling van DAF. De DAF 66 wordt Volvo 66 en Volvo maakt de ontwikkeling van de 340/360 af. Begin jaren ’80 zien ze opnieuw ruimte voor uitbreiding.
Volvo Cars BV (de Nederlandse tak) voorspelt een groeiende interesse in luxe kleine auto’s. Tegenwoordig zouden we het premium noemen. De Volvo 480 zal als een van de aller eersten een rol in dit segment gaan vervullen.
Volvo zelf heeft in Zweden net haar laatste spaarcentjes stukgeslagen op de ontwikkeling van de 740/760. Of dat de ontwikkeling van de 480 werkelijk beïnvloed heeft zullen er maar weinig weten. In ieder geval is de 480-ontwikkelng kleinschalig en vindt deze in Nederland plaats. Het project omvat een tiende, misschien wel honderdste van het aantal mensen dat Volkswagen bijvoorbeeld gebruikte voor de Golf.
Ze spelen het klaar, in 1985 staat er een volledig nieuwe auto klaar. Een van de beste voorbeeldjes ‘out of the box denken’ ooit. De eerste Volvo met voorwielaandrijving, 4 stoelen in het interieur in plaats van 2 + bank, het dashboard spat uit elkaar van de elektronica en een groot deel van de auto is verzinkt. Weinig andere auto’s, laat staan van dit formaat, kennen deze afwerking en luxe.
De motor haalt Volvo, net als bij de 66 en 340, bij Renault vandaan. Renault stopte het 1,7 liter viercilinder benzine-injectie blokje zelf in de 19 en 5. Volvo levert een 95, 106 en 109 pk versie van dat blok. Vermogen is afhankelijk van de katalysator onder de auto. Vanaf 1988 levert Volvo een 480 Turbo met 120pk/175Nm. Later krijgt dit 1.7 Turbo blok nog een update naar 122pk/195Nm. Ondertussen is Volvo ook nog een eigen motor aan het ontwikkelen, een 2.0. Vanaf 1992 ligt dit blok met 109pk/165Nm in de GT en S. Uiteindelijk zal de 480 tot 1995 in productie blijven.
De snelste Volvo 480 sprint in een kleine 9 seconden naar 100km/u en piekt iets boven 200 km/u. Niet wereldschokkend maar het lage gewicht (1020kg) en, zeker voor die tijd, geavanceerd onderstel maken het een leuke auto om te rijden. Stadsverkeer is z’n specialiteit, dankzij goede stoelen en veel interieur-ruimte gaan lange snelwegritten ook prima.
Een auto om enthousiast van te worden maar niet alles is rooskleurig. Elektronica en carrosserie kennen hun zwaktes. Toen ze nieuw waren kleine problemen, nu na 20 of zelfs 25 jaar kan er heel veel stuk zijn. Achterspatborden vallen bij tweedehandsjes nog het meeste op. Door een slechte afwatering hoopt zich vuil en water op. De auto gaat lekken bij de achterklep en de spatborden roesten weg.
Zwaktes en intensief gebruik hebben het aantal Volvo’s 480 flink teruggedrongen. Het is een vrij zeldzame verschijning tegenwoordig en het kan lang zoeken zijn voor je een goed exemplaar voor de juiste prijs vindt. Restauratieprojecten zijn al voor een paar honderd euro te vinden. Aan een jonge Volvo 480 met lage kilometerstand hangt snel een prijskaartje van een paar duizend euro. Hetzelfde geldt voor goed opgeknapte oldtimers. De eerste bouwjaren Volvo 480 zijn al even wegenbelastingvrij. Nu is een Volvo 480 zo licht dat de wegenbelasting sowieso weinig voorstelt.
De lekkerste exemplaren om naar uit te kijken? Een jonge Turbo met lage kilometerstand, omdat die zo ontzettend lekker van z’n plek gaat, of een iets meer ‘robuuste’ 2 liter. Heb je die droom-480 eindelijk te pakken: bewaar hem droog en ga bij zo veel mogelijk liefhebbers na hoe je de zwakke punten oplost. Een relatie met een 480 zal veel ups en downs kennen, met de juiste zorg is het een bijzondere auto voor nog vele jaren.
58 reacties
Yep, een vriend van mij heeft al jaren een donkergroene.
Hij heeft er eigenlijk nooit wat mee en is er best zuinig op.
Dat ding ziet er nog uit als nieuw en hij gebruikt hem toch dagelijks.
Inderdaad, herken de velgen nog van onze 25 GTX destijds… voor het fatale ongeluk. :(
Mooie auto’s dat zeker. Had een collega met een mooie, die meende dat ie heeeel snel was (de koplampen stegen naar zijn hoofd). Ik heb m met mijn civic 78 helemaal zoek gereden maar die was dan ook verre van standaard. Hij snapte erhelemaal niks…
Valt onder het kopje “jammer dat die er niet is gekomen” Alleen even ander velgen monteren
voor een jaar nog met 4 man in een rode turbo via duitsland naar groningen om naar een 480 te kijken.. toch 230km/h op teller :-D.
werkte ook bij volvodealer in oldenzaal. hadden ze ook een 480 gt van 1e eigenaar pff wat een mooie wagen, dik leer erin alles elektrisch (en deed het).
misschien nog een keer in een gekke bui :-D
http://3.bp.blogspot.com/_erc8-Ktz17g/RiqfTLqGJBI/AAAAAAAAAAs/WdI1R-7PSSc/s1600/12-rob-koch-480-blog.jpg
Dit is Rob Koch, de ontwerper van dit moois… check zijn kleding! Hoe steriotype Volvorijder (vooral die ruitjes broek) toch gaaf als je een auto voor jezelf mag ontwerpen.
Heyronzuigers, natriumgekoelde kleppen, garrett T2, intercooler, een externe pomp die de turbo enkele minuten liet nadraaien om af te koelen.
Porsche heeft dit blok bij Volvo afgeleverd met een dikke 160 pk, maar volvo wou de nadruk leggen op koppel en comfort en het vermogen teruggebracht. Dat is althans hun verhaal want geweten was dat de eerste versnellingsbakken rommel waren… Waarschijnlijk konden die die pk’s niet aan… Die natriumgekoelde kleppen was in principe niet nodig want de originele kleppen kunnen dik 180pk aan, omdat ze hard genoeg zijn, ik spreek uit ervaring.
De ophanging is mee door lotus ontwikkeld, maar dit betwijfel ik eerlijk gezegd, wegens de simpliciteit. En ik heb me laten vertellen dat het platform identiek is aan die van de renault 21, maar daar ben ik niet zeker van.
Maar als ik jouw verhaal lees en het verhaal van Alwood, dat dan bekruipt mij meer het gevoel dat het krappe team dat aan deze auto werkte te weinig resources had en dan deelprojecten ging uitbesteden. Zou best kunnen dat Lotus aan het onderstel heeft gewerkt, niet om er een veel beter weggedrag door te krijgen, maar gewoon omdat ze binnen het team niet voldoende man hadden om het zelf op te knappen. Same goes voor de motor, zou ik objectief bekeken zeggen.
Natrium gekoelde kleppen is allemaal prima en werd in die tijd wel vaker toegepast op geblazen motoren, de G60 van VW had ze bijv ook. Maar dat blok ging (op de G-lader na…) probleemloos tot 210pk en een heel dik koppel, zonder dat er iets in het blok of bak de geest gaf. De atmo’s die ik eerder noemde waren al helemaal onverwoestbaar.
Daarom snap ik de keuze van Volvo voor een turbo in deze niet helemaal, een goede atmo had het ook gedaan lijkt mij.
Ik heb mijn kapotte volvo helemaal gedemonteerd en veel naar meetings geweest en heb nog contact met volvo 480 liefhebbers, vandaar dat ik er wel iets van weet, ik weet ook dat het de slechtse volvo is dat volvo ook ooit gemaakt heeft… het turbo verhaal, de reden, weet ik niet en misschien was het inderdaad niet nodig, maar het is wel leuk wat koppel onderin te hebben en in no time was hij tot 140 pk opgevoerd, enkel die twee buisjes naar de solenoïde wisselen, weet ik van een oude volvomecanicien. Die volvo is een leuke maar ook kostelijke tijd geweest, dit hoeft nu niet meer, andere prioriteiten in het leven…
Wist je dat volvo een bepaalde periode onderdelen van oude volvo’s bij de dealers weghaalde om het niet meer mogelijk te maken om de auto’s te onderhouden? Of het nu nog gebeurt weet ik niet.
Spijtig eigenlijk, want de volvo’s van weleer, zullen nooit meer terugkeren!
Eerste motorblok was door de vorige eigenaar tot meer dan 200 pk opgevoerd.
Na de kapotte versnellingsbak een origineel blok ingestoken, bijgetuned met een boostcontroller. Waarna de ene na de andere 480 turbo liefhebber bij mij passeerde om hun auto op te voeren. Die blokjes waren origineel door Porsche ontworpen om meer dan 160 pk aan te kunnen… zelfs zonder boostcontroller kon je hem zeer eenvoudig, door twee rubberen pijpjes op de solenoïde te wisselen, hem tot 140 pk brengen.
Veel plezier aangehad, buiten dat ie totaal niet waterdicht was, was het een supercomfortabele auto om lange afstanden mee te doen…
Toen ik hem perto heb gereden lang achter een goed exemplaar gezocht, helaas… dan maar een 440 turbo van de allerlaatste generatie, omdat ik nog een hele kelder vol motoronderdelen had. Die 440 turbo zag er nog vrij modern uit en hij was nog doorontwikkeld, dit in tegenstelling met de 480, nog redelijk wat plezier aangehad tot ik hem ingeruild heb voor een nieuwe octavia wegens mijn job.
Dank je, het volvo virus heb ik overgenomen van een maat die zijn vader de grootste volvodealer van België was, hij had van zijn vader een heel mooi exemplaar gekregen, uiteindelijk is zijn motorblok naar mijn auto verhuisd na zij crash.
Een groot deel heb ik zelf geleerd omdat ik enkel keren ben opgelicht geweest door een lokale volvodealer, rekeningetje van 2000 euro gekregen en de auto meer beschadigd dan gerepareerd teruggekregen. Zelf sleutelen dan maar, een tip voor de 480 liefhebbers, op de Engelse forums kan je een schat aan informatie vinden! Zelfs hoe je hem zelf moet chippen, daar heb ik zelf ook mee geëxperimenteerd… een volleerd Carrossier ben ik ook geworden dankzij de 480…
Ook heb ik als eerste de enige echte goede remedie gevonden om doffe achterlichten mooi glanzend te krijgen, gewoon plasticspray gebruiken, wel eerst fijn natschuren…
Een Volvo 480 heeft altijd gebreken, maar is o zo fijn om mee te rijden en om aan te sleutelen!
Ik was met de 480 een 7 tal jaar geleden in Polen, aan het hotel stonden opeens 20 mensen rond mijn auto om hem te bekijken, nooit zo een auto gezien.
Aan de kust was er een vader en zoon die een half uur naar mijn auto waren aan het staren.
Hier de foto’s van onze Eifelmeeting enkele jaren geleden en ook foto’s van mijn kapotte 480, er staat ook een filmpje waar ik een tussensprint win met mijn 480 turbo tegen een door rica 180 pk getunede 480, mijn 480 had maar een 150pk, maar meer koppel. Op de lange sprint was hij wel sneller. De link:
http://s75.photobucket.com/albums/i312/Eifelmeeting/?start=all
De betrouwbaarheid laat na mijn ervaring wel wat te wensen over. Hij heeft mij het algelopen jaar al 4x in de steek gelaten, maar dat kan natuurlijk ook pech zijn.. Maar het is een hobby en ik blijf van me bak houden, dus ben ik hem voorlopig niet van plan om weg te doen! Hier nog een foto van mijn 480:
https://lh6.googleusercontent.com/-ZWYyXjAIg7E/T6KmRQgeASI/AAAAAAAAAzQ/hHoTW8p219U/s800/IMAG0378.jpg
Mijn 480 turbo gaf zoveel foutmeldingen dat ie in feite niet meer kon rijden en toch bleef ie rijden.
De rijafstand die je nog kan met je tank en gemiddeld verbruik enzo wordt gemeten door dat draaischakelaartje midden op je dashboard, steek je er een andere in heb je andere waarden weet ik uit ervaring, dus de elektronica was eigenlijk geen shit waart, maar bon, het was wel leuk met al die ‘toeters en bellen’ op zo een oude auto!
http://farm7.static.flickr.com/6212/6296011224_fda9053f5d_b.jpg
Het onderstel is niet door porsche ontwikkeld, wel de turbo motor, Het onderstel is door lotus ontwikkeld volgens de uitleg Volvo zelf, maar andere bronnen vermelden dat hetzelfde onderstel is als de renault 21
De eerste 2 liter was verre van betrouwbaar, hij dronk enorm veel olie, maar dit euvel is door volvo in alle stilte verholpen, je hebt twee blokken, met de rode en groene peilstok als ik me niet vergis, die met de groene peilstok zijn degene die kwalitatief goed zijn, kan zijn dat ik me vergis met de kleuren maar het is zoals ik vertel. Ik heb enkele keren achter het stuur van een 2 liter gezeten en die dingen gaan wel redelijk vlot, maar de 2 liter kan je niet opvoeren zoals de turbo.
Heb er zelf 3 gehad. Een 1,8 (zonder kat) een 2,0 en een turbo. De turbo reed het lekkerst, de 1,8 was het snelst en de 2,0 had een km stand van 780000. Heb met de 1,8 nog een leuk moment meegemaakt op de autobahn waarin een gozer in een boxter (jaja een man in een vrouwenauto) mij maar niet kon lossen. Denk dat de enige reden waarom ik hem bij kon houden was dat hij natuurlijk lekkere schone lucht creerde maar toch. Geweldige auto’s. Altijd roest bij achterwielen, achterlichten die verbleken en uitdrogen tot de scheuren er in komen en een enorm gammele constructie van de interieurdelen.
Ik ben vrij groot , heb al achter het stuur van een 200- tal wagens gezeten en inderdaad, in de 480 zit je als in geen andere auto!
Ik ben zelf bijna 2 meter. Hoofd en beenruimte zat inderdaad!
Het zijn heerlijke auto’s!
De tekst hieronder is samengesteld uit de teksten die we geschreven hebben voor een 480-boek dat nog uit moet komen.
Waarom een kleine Volvo, de 480
Amerika vaardigde in 1975 de wet “Verbetering van de Automotiv Efficiëntie,” uit als reactie op de oliecrisis van 1973 en ’74. Met deze wet stelde Amerika auto-producenten een aantal voorwaarden betreffende het gemiddeld brandstofverbruik van auto’s en lichte vrachtwagens. Wilde een fabrikant auto’s exporteren naar Amerika dan moest het gemiddelde brandstofverbruik van alle geëxporteerde typen van het merk onder een bepaald niveau liggen volgens de zgn. CAFE (Corporate Average Fuel Economy) calculation. De normen waar de autofabrikanten aan moesten voldoen werden jaar na jaar steeds verder uitgebreid en verzwaard. Deze regeling gold echter niet voor de merken: Rolls Royce, Porsche en Ferrari. Vanaf 2003 (de wet wordt weer verder uitgebreid) moeten ook deze merken aan de regeling voldoen. Autofabrikanten konden de CAFE-regels afkopen door extra heffingen te betalen.
Aangezien Amerika een grote en belangrijke afzetmarkt voor Volvo was (80% van Volvo’s productie heeft de bestemming ‘buitenland’. Het merendeel daarvan gaat naar Amerika), moest er een kleine Volvo komen. Dat werd de G13 (Volvo 480) die o.a. ontworpen was om een laag brandstofverbruik te genereren en zodoende het gemiddeld verbruik van het merk Volvo op een aanzienlijk lager niveau te brengen.
De G13 kreeg daarom de bijnaam “The MPG Car”, de miles-per-gallon car.
G staat voor Galaxy, het ontwikkkelings projekt waar de 400- en de 850 serie uit voortkwamen, 1 staat voor de eerste versie uit dat projekt en 3 staat voor 3-deurs.
De Volvo 440 en de 460 hadden de namen G15 en G14.
Onderstel
Bij de doelstelling een compacte auto te construeren met een ruim interieur en een laag gewicht bleek het toepassen van voorwielaandrijving de meest geschikte oplossing. Er is buitengewoon veel aandacht geschonken aan het onderstel en het aandrijfconcept. De Volvo 480 beschikt over een lichtgewicht starre achteras die perfect in het spoor blijft en een voortreffelijk wegcontact waarborgt. Met die starre achteras blijft de spoorbreedte achter onder alle rijomstandigheden gelijk
In eerste instantie ontwikkelde Volvo zelf de wielophanging voor de 480.
De ontwikkeling van de G15 (440) en de G14 (460) verhuisden naar Groot Brittannië omdat er waren nogal wat problemen waren met de 480. De introductie stond gepland en de ontwikkeling van de 480 mocht geen vertraging meer oplopen. De 480 kreeg dus ook voorrang op de andere projecten, G14 en G15, terwijl ook deze auto’s verder ontwikkeld moesten worden.
Volvo had veel ervaring met Engelse consultants zoals Goeffry Wright, Abbey Panels, IAD, Motor Panels, etc. MIRA en Lotus deden het testwerk.
De keuze werd gemaakt en de ontwikkeling van de G15 en G14 verhuisden het Kanaal over. Bijkomend voordeel was dat de Pond in waarde daalde ten opzichte van de Gulden waardoor de werkzaamheden die de engineering in Groot Brittannië voor Volvo deed goedkoper werden.
Volvo wilde dat er een grote mate van uniformiteit was tussen de G13 ,14 en 15 om zo de productiekosten in de hand te houden. De wielophanging van de 480 zou te veel afwijken van de G15 en G14. Omdat Lotus al betrokken was bij de testwerkzaamheden die Volvo uitbestede kregen zij de opdracht de wielophanging c.q. het onderstel aan te passen.
De Turbomotor
In opdracht van Volvo maakte de Vries een aantal studiereizen naar Amerika. Eén van die reizen had tot doel uit te zoeken welke concurrenten de Volvo 480 in Amerika zou tegenkomen en of het zinvol was de sportieve Volvo in dit land uit te brengen.
Wat boden die concurrenten voor hun geld. Kon de Volvo 480 een alternatieve keuze zijn voor Amerikaanse klanten die eens iets anders wilden rijden dan een auto van Amerikaanse makelij. Volvo moest concurreren tegen auto’s met grote V8-motoren, en daar kon de vier cilinder motor natuurlijk niet tegenop. Wel nam de Volvo motor met veel minder brandstof genoegen dan zijn Amerikaanse concurrenten, maar aangezien brandstof in Amerika niet duur was, was dit voor de Amerikanen geen doorslaggevend argument om voor een Volvo 480 te kiezen. Al snel werd duidelijk dat de 480 geen concurrerende auto kon worden in Amerika.
De auto was te duur (koers Dollar-Gulden) in vergelijking tot z’n Amerikaanse concurrenten en de krachtbron was naar Amerikaanse maatstaven veel te licht.
André Deleye (president Volvo Car BV, Born) probeerde Renault ervan te overtuigen om de B17-motor met een turbocompressor uit te rusten, maar Renault ging hier niet op. Uiteindelijk loste Porsche het probleem voor Volvo op door de B17-motor te modificeren met o.a. een turbocompressor en een intercooler tot een technisch hoogwaardige krachtbron. De verstandhouding met Renault werd er hierdoor niet beter op.
Het Britse Canewdon voerde voor Geoffry Wright en Volvo Car BV. verschillende studies uit. Zo kwam er een model van een Volvo 480 MCP (een model met middenmotor), een Volvo 480 met een PRV V6 motor (Douvrin Engine) en er is zelfs een 480 geweest met een 2.2 liter 16-kleps Lotus motor. Dit alles bleef echter bij studies.
De tweede versie van de Volvo 480 (na de 480 ES)is de Volvo 480 Turbo U9. Officieel leverde Volvo deze auto vanaf het voorjaar van 1988 als een geheel schone versie met een drie-weg katalysator en lambdasonde. Met deze versie reageerde Volvo op de kritiek die de pers had op de 480 ES. Volgens de autojournalistiek kon de 480 ES zijn snelle uitstraling niet waarmaken. Men vond de auto te licht gemotoriseerd. Toch haalt de 480 ES (zonder kat.)een topsnelheid van meer dan 190 km/h. Verlangt de bestuurder hoge snelheden en snelle acceleraties dan moet hij de motor echter flink op toeren houden. De Volvo 480 Turbo daarin tegen levert zeer goede prestaties. Bij de ontwikkeling van de turbo versie stonden een groot snelheidsbereik en een snelle acceleratie echter niet voorop. Het ging Volvo erom het vermogensverlies die de montage van het uitlaatgasreinigingssysteem nu éénmaal met zich meebrengt op te vangen. De turbocompressor biedt net die ondersteuning. De auto uitbrengen in Amerika (dus voldoen aan de CAFE calculation, zie de tekst MPG car) was een belangrijke voorwaarde voor wat betreft het doorgaan van het Galaxy project. Die drie-weg katalysator met lambdasonde moest er dus komen wilde Volvo voldoen aan de emissie eisen die Amerika stelde. In feite gold dit ook voor de 480 ES.
Aan betrouwbaarheid, levensduur en veiligheid deed Volvo geen concessies. Om dit alles te verwezenlijken is veel tijd en geld (54 miljoen gulden) geïnvesteerd om tot een perfecte aandrijf unit te komen.
Zoals eerder gezegd, het doel was een krachtige motor ontwikkelen met een hoog koppel over een breed toerenbereik. Een grote trekkracht die al vanaf een laag toerental beschikbaar is maakt veilig inhalen mogelijk. Het verhoogt de dynamische veiligheid en het rijplezier van de auto.
Als basismotor werd de 1721cm³ motor gebruikt, dezelfde motor als uit de 480 ES. Deze vier cilindermotor, ontworpen volgens het ‘Heron-principe’, (vlakke inwendige cilinderkop en zuigers met een verdiepte bodem die fungeert als verbrandingskamer) is uitgerust met een kleine snelwerkende vloeistof gekoelde turbocompressor en een intercooler.
ik moest hem gewoon als 1e auto hebben
Ook gechipt om het blok op zn originele pk’s te late draaie 160/170
Nooit problemen echt een auto die de volvo naam waar maakt.
Alleen de roestduivel inderdaad. Dat is wat minder maarja daar moet je mee leren leven het gaat er om hoe die rijd en tot de dag van vandaag geen auto gehad die lekkerder bestuurd dan deze.
Ik hou niet van dat nieuwe elektrische alles. je voelt niks meer gebeuren onder je voeten.