Arrows Grand Prix was een Brits Formule 1-team, dat van 1978 tot 2002 actief was.
Arrows Grand Prix werd opgericht in 1977 door Franco Ambrosio, Alan Rees, Jackie Oliver, Dave Wass en Tony Southgate. De eerste letters van hun achternamen vormen de naam A(r)rows. In 1978 verscheen het team voor het eerst op de grid. De oprichters waren allemaal afkomstig van Shadow, en de eerste auto was ook een kopie van die auto.
Arrows reed de eerste vijf jaar van hun bestaan met een Ford-Cosworth V8. Het beste resultaat in deze periode was een zevende plaats in het kampioenschap, in 1980. In ’84 stapten ze over op een viercilinder turboblok van BMW. In 1988 beleefde het team hun grootste succes, nog steeds met deze motor. Arrows werd toen vijfde in het kampioenschap.
In 1991 werd het team omgedoopt tot Footwork, vanwege het geld dat de Japanse zakenman Wataru Ohashi (eigenaar van logistiek bedrijf Footwork) in het team pompte. Footwork reed aanvankelijk met een Porsche V12, maar dit bleek een fiasco te zijn. Het team stapte daarom snel over op een Ford V8.
In 1996 nam Tom Walkinshaw het team over en werd de naam TWR Arrows. Voor het seizoen van 1997 huurde Walkinshaw Damon Hill in, die het jaar daarvoor wereldkampioen was geworden met Williams. Hij wist tijdens de GP van Hongarije bijna de allereerste overwinning te pakken voor Arrows, maar met nog twee ronden voor de boeg gooide een hydraulisch probleem roet in het eten.
Damon Hill vertrok uiteindelijk alweer na een jaar, net als Jos Verstappen, die het jaar daarvoor zijn Formule 1-debuut had gemaakt bij het team. Verstappen maakte in 2000 echter een comeback bij Arrows. Hij reed toen nog twee volle seizoenen voor het team.
Na 2002 viel uiteindelijk het doek voor Arrows. Het team zat al in geldnood en voor het seizoen van 2003 werd het team geweigerd door de FIA. Daarmee kwam er een einde aan 24 jaar in de Formule 1, zonder grote successen. 394 deelnames aan Grand Prix resulteerden uiteindelijk in slechts 9 podia. Het team heeft geen enkele overwinning weten te noteren.
Foto credit: Toni P
