
Maserati is een van de oudste en meest tot de verbeelding sprekende merken uit Italië.
Italiaanse automerken hebben vaak iets extra’s. Ze zien er vaak net iets beter uit, ze klinken net fraaier en hebben een mooiere naam. Het zijn veelal subjectieve waarnemingen, maar voor de petrolhead tellen ze wel degelijk mee.
Inhoudsopgave
Maserati-broeders
Maserati wordt in 1914 opgericht. De drijvende kracht achter het merk waren vijf broers. Aanvankelijk houden ze zich bezig met de racerij, door auto’s te bouwen voor het Diatto-team tot 1926. Daarna vindt Diatto het welletjes geweest. Hun eerste eigen auto verschijnt dus pas in 1926, de Maserati Tipo 26B, uiteraard een raceauto. Maserati maakt in deze jaren furore als fabrikant van raceauto’s. Rond deze periode wordt ook de drietand van Neptunus uitgekozen als logo voor het merk.
Familie Orsi
In 1937 neemt de familie Orsi alle aandelen over. Hun eerste wapenfeit is dat Maserati gaat verhuizen van Bologna naar Modena. De raceactiviteiten werden alsnog door de gebroeders Maserati geregeld, en met succes. Maserati weet en vuist te maken tegen de zeer dominante Duitse teams van Auto Union en Mercedes. Het merk wist zelfs de Indy 500 te winnen.
Maserati A6-serie
Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de focus van Maserati. Er kwamen andere mensen bij het team en de Maserati-broers konden na 10 jaar (het contract met Orsi was inmiddels verlopen) hun eigen gang gaan. Zij begonnen hun eigen merk, O.S.C.A. Maserati was in de jaren (zeer) succesvol in de Formule 1 met de 250G (met Juan Manuel Fangio achter het stuur). Anderzijds maakt Maserati naamsbekendheid met hun A6-range waarvan de A6GCS hun belangrijkste, succesvolste en wellicht fraaiste wapenfeit is.
O.S.C.A.

Onder regie van Orsi verlaat Maserati de racerij. Voor de originele Maserati-broeders maakt dat niet meer uit, want die maken racewagens en sportauto’s onder het O.S.C.A.-label. De A6-serie was een duidelijk teken dat luxe Gran Turismo’s bouwen een lucratieve bezigheid kon zijn. De gouden tijden voor dit autotype (jaren ’60) breken aan. Modellen als de 3500GT, 500 GT en Sebring (eigenlijk de opvolger van de 3500GT) waren oogstrelende luxe auto’s met veel vermogen en een hoog prestatiepotentieel. Het prestigieuze en dure imago van het merk is terug te leiden naar deze periode. Ook de eerste Maserati Quattroporte kwam in deze tijd op de markt, de eerste vierdeurs auto van het merk. In het Italiaans betekent Quattroporte ook vierdeurs. Toen al was het een zeer snelle sedan, dankzij een 4.2 liter grote V8 met dubbele bovenliggende nokkenassen.
Citroën

In 1967 werd de door Ghia ontworpen Ghibli onthuld, met een fastback-carrosserie en een zeer lange motorkap. Niet lang na de introductie van die GT ging Maserati samenwerken met Citroën. Aanvankelijk was het een joint-venture tussen de merken en mocht Orsi aan het roer blijven. Naast een controlerende rol voorzag Citroën mogelijkheden om technieken uit te wisselen. Zo kon Maserati een motor ontwikkelen voor een speciale Citroën (de SM met V6 van Maserati) en andersom: Maserati’s met hydraulische systemen van Citroën. Het eerste wapenfeit onder regie van Citroën was de Maserati Indy, alhoewel die auto waarschijnlijk al iets langer in de pijpleiding zat.
Bij de Bora had Citroën een grotere vinger in de pap. Het was de eerste middenmotor sportwagen van Maserati voor de openbare weg. De opvolger van de Quattroporte was in feite technisch gezien een vierdeurs Citroën SM. De voorwielaangedreven Quattroporte met V6 kon met moeite de testfase ontgroeien. De V6 was niet krachtig genoeg voor zo’n grote zware auto. Een V8 op basis van de V6 werd wel ontwikkeld, maar het zou er niet van komen. Er werden slechts 13 exemplaren van gebouwd. Mede dankzij het floppen van de Quattroporte II geraakte Maserati bijna kopje onder, financieel gezien.
De Tomaso

In 1975 nam De Tomaso het noodlijdende merk over. Alejandro De Tomaso was in zijn jonge jaren een coureur en inmiddels een gevierd zakenman die leiding kreeg over het merk. Het merk De Tomaso had destijds enige overlap met Maserati, dus het was logisch dat er het een en ander uitgewisseld werd. De motoren en koetswerken zouden uniek blijven. Zo was de derde generatie Quattroporte technisch gezien een De Tomaso Deauville en was de Kyalami stiekem een De Tomaso Longchamp. De verkopen van de overige Citroën-modellen liet De Tomaso uit faseren. De Argentijn had zijn zinnen gezet op grote aantallen. In plaats van een supersportwagen of GT lanceerde Maserati de Biturbo. Het bijzondere was de zescilinder motor met twee turbo’s. De prijs voor de auto was best aantrekkelijk voor een nieuwe Maserati. Aanvankelijk was Maserati dan ook zeer succesvol. Vervolgens werden er ook sedans, cabrio’s en andere luxere versies gebouwd op het Biturbo-platform. Echter, de kwaliteit was om van te janken. Maserati zat met hoge garantiekosten en een merknaam die in korte tijd ernstig bezoedeld raakte.
Fiat

In de jaren ’90 ging Fiat zich ermee bemoeien. Fiat, onder de leiding van Godfather-esque Agnelli-familie, deed dat ook al met die andere Italiaanse parel: Alfa Romeo. Maserati’s werden weer hoger in de markt gepositioneerd. Het was niet direct een succes. Pas toen Fiat Maserati bij Ferrari ging onderbrengen, kwam er een renaissance. Het eerste wapenfeit was de Evoluzione-versie van de Quattroporte. Die zag er bijna exact hetzelfde uit, maar was veel degelijker gebouwd. De 3200GT was een terugkeer naar de gloriedagen van Maserati met Gran Turismo’s. Onder de Italdesign-body lag een V8 uit de Quattroporte. Na een hoogst discutabele facelift (met eenvoudigere achterlichten in plaats van de boemerangs) werd de naam omgedoopt tot ‘Maserati Coupé’ en kreeg de auto een 4.2 V8 van Ferrari-origine. Die motor was een afgeleide van de V8 uit de 360 Modena, maar dan met iets meer slagvolume voor meer koppel.
Maserati Quattroporte V

Deze motor werd ook gebruikt voor de vijfde generatie Quattroporte. Deze auto geldt wellicht als het hoogtepunt van het moderne Maserati. Een temperamentvolle motor, sportieve rijeigenschappen, fraai leder, voldoende ruimte en een bijzonder geslaagd uiterlijk maakten het totaalpakket onweerstaanbaar. Op basis van de Quattroporte werden de GranTurismo en GranCabrio ontwikkeld. Deze auto’s deelden de kwaliteiten van de Quattroporte, maar waren zo mogelijk nog mooier, zij het iets minder praktisch.
Helaas weet Maserati die lijn niet helemaal vast te houden. Om definitief als Mercedes– en Jaguar-concurrent te kunnen fungeren komen er in korte tijd diverse nieuwe modellen. De nieuwe Ghibli moet het opnemen tegen de BMW 5 Serie en Jaguar XF, de nieuwe Quattroporte tegen de Audi A8 en Jaguar XJ. De sedans zijn ontwikkeld samen met wat Chrysler-onderdelen (zoals de spiegels bijvoorbeeld). Ook is de V6 in basis een Chrysler-motor. Het is een lastige businesscase: er is te veel bijzonder om te zeggen dat slechte of saaie auto’s zijn, integendeel. Het speciale van de uitgaande generatie Quattroporte hebben de nieuwe sedans van Maserati echter niet. Ook is de bouwkwaliteit en het infotainment niet denderend. Gelukkig zet Maserati gedurende de jaren veel stappen om dat te verbeteren. Ook bijzonder: beide modellen zijn leverbaar met een 3.0 V6 diesel!
Maserati Levante
In 2016 wordt er nog een heilig huisje omgegooid, want dan lanceert Maserati de Levante. Dat is een grote SUV die het mag opnemen tegen de Porsche Cayenne en BMW X5. Hiermee krijgt het merk voet aan de grond in de VS en diverse markten waar de wegen niet overal even denderend zijn, zoals in India en China. Sowieso is het merk enorm prestigeus en populair in China. Maserati zet wel later dan normaal in op technologische vernieuwing. De Ghibli Hybrid arriveert pas in 2020 en verdere elektrificering komt pas na dat jaar.
Artikelen
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over Maserati.