
Abarth is enorm groot in kleine auto’s. Veel lol beleven hoeft natuurlijk niet met een grote auto.
De mooiste merken komen voort uit de gedachtengang van een visionair. Een stugge perfectionist met een duidelijk beeld voor ogen. Uiteraard met zijn achternaam als bedrijfsnaam. In Italië zijn er daar voldoende van te vinden: Ferrari, Lamborghini, Pagani en dus ook Abarth. Grondlegger van het merk is Carlo Abarth. De man werd in Oostenrijk geboren als Karl Abarth. Al tijdens zijn schoolperiode werkte Karl in Italië bij de ontwerpafdeling van Castagna, een vooraanstaand designhuis en carrossier. Hij was gek op motorfietsen en racete in diverse klassen.
Inhoudsopgave
Cisitalia (CIS Italia)
Na diverse ongelukken op sportief gebied enerzijds en een enorm talent op het gebied van design en techniek, richte Carlo zich op het ontwerpen en ontwikkelen. Dat deed hij bij Cisitalia, waar Carlo werkte aan de legendarische fraaie Cisitalia 202 MM. Niet veel later ging dat merk ten onder. Carlo besloot zijn eigen merk op te richten: Abarth. In de tussentijd was Karl geneutraliseerd tot Italiaan en veranderde hij zijn naam naar Carlo. Als logo bedacht hij een schild met zijn sterrenbeeld, de schorpioen.

Autosport en GT’s
Abarth nam een groot gedeelte van de inboedel van Cisitalia over en bouwde aanvankelijk bijzondere GT’s en sportauto’s. Daarnaast was het merk actief in de autosport én maakte het bedrijf tuningsonderdelen voor diverse auto’s. Naast de eigen auto’s werd er ook geracet met Porsches en Simca’s. Ondanks dat over het merk boeken vol geschreven kunnen worden over die sportauto’s, is het Italiaanse merk voornamelijk bekend geworden vanwege de snelle versies op basis van de Fiat 500.

Fiat 500 Abarth
De kleine Fiat 500 was een enorme hit, maar wel langzaam. Daar had Abarth vele onderdelen voor om de auto aanzienlijk sneller te maken. In de jaren ’60 waren het niet alleen Fiats 500’s (al dan niet 595 of 695), maar ook andere Fiats kregen een snelle versie. Veel van die auto’s kon je herkennen aan de witte lak met rode striping, al dan niet vergezeld van een schorpioen-logo op de motorkap.

Abarth naar Osella en Fiat
In 1971 werd Abarth gesplitst. De autosportactiviteiten werden overgedragen aan Osella. Fiat startte zijn eigen competitieafdeling onder de naam Abarth, dat ging gebruikt worden voor het prepareer van race- en rallyauto’s. Omdat het niet wenselijk was dat zowel Abarth als Lancia tegen elkaar zouden rijden, werden deze twee samengevoegd.

Hieruit kwamen de meest legendarische straat- en rallyauto’s voort, zoals de Lancia 037, Beta Montecarlo en Autobianchi A112 Abarth. Ook op basis van andere Fiats kwamen er snelle versie met schorpioen-logo op basis van de Ritmo, 131, 128, Strada, om er een paar te noemen.

Spoilerpakketjes
Daarna ging het hard achteruit. Eind jaren ’80 was het merk oppermachtig als raceteam met de Lancia HF Integrale en begin jaren ’90 met de 155 raceauto’s, zowel in Group N, als het DTM. Met de straatauto-divisie ging het minder. Het was inmiddels afgegleden tot leverancier van spoilerpakketjes. Af en toe kwam er een gelimiteerde versie van de Cinquecento of Punto, maar die gingen geen streep harder dan het origineel.

De bumperkit voor de Fiat Multipla in 2000 was een absoluut dieptepunt. Een jaar later kreeg de naam iets meer glans met de Fiat Stilo Abarth, een luxe en snelle versie van Fiats nieuwe C-segment auto. Echt een heel sportieve auto was het niet en dankzij de luie 2.4 vijfcilinder (uit de Lancia Kappa) was het meer een GT dan een ‘hete’ hatchback. De Fiat Panda Rally van Abarth in 2004 kwam in de buurt van een ‘echte’, maar de productieversie voor de straat zag gek genoeg het levenslicht als Panda 100 HP.

Terugkeer
In 2007 keerde Abarth dan eindelijk terug naar zijn roots. Niet alleen qua focus, maar ook qua entiteit. Het werd neergezet als een separaat bedrijf. Uiteraard was het voor de volle 100% eigendom van Fiat, maar het merk kreeg op deze wijze iets meer glans. Het idee was als vanouds. Abarth werd een apart merk dat zich bekommerde om de snelle Fiats, zowel op straat als in competitief verband.
Abarth Grande Punto
Ondanks de wedergeboorte van de Fiat 500, was het de Punto die het spits mocht afbijten. De Abarth Grande Punto was een Hot Hatch-versie, die kon concurreren met auto’s als de Seat Ibiza Cupra, Peugeot 207 RC en Renault Clio RS. Onder de kap lag een 1.4 T-Jet motor met 155 pk. Achteras kon je het esseesse-pakket laten monteren. Dan had je betere remmen, verlagingsveren en 180 pk. Je kan de Esseesse herkennen aan de grotere witte velgen.

Abarth 500
Het belangrijkst was echter de Abarth 500. De Fiat 500 bleek namelijk een enorme hit te zijn. Het succes was niet compleet anders dan bij de Mini. Bij die auto waren de snelle versies mateloos populair, dus dat was een eenvoudige rekensom. De Abarth 500 kwam een paar maanden later dan de Grande Punto op de markt.

Ook hier met een 1.4 T-Jet, ditmaal met 135 pk. Ook hier was het mogelijk om de esseesse-kit te bestellen met soortgelijke modificaties. Deze versies waren voorzien van 160 pk. Het voordeel voor sommige markten was dat de kits als accessoire werden geleverd en er minder belasting betaald hoefde te worden. Ook de uitstoot op papier bleef zo iets lager.

Meer Abarth’s
De Punto werd gefacelift en ging verder als Abarth Punto Evo, met een nieuwe herkenbare neus. Deze versie was slechts een bescheiden succes. Ondanks de old-school GTI-rijervaring en de praktische voordelen ten opzichte van zijn kleine broer, ging iedereen voor de guitige Abarth 500. Qua prijs scheelde het niet eens zo gek veel. Integendeel, veel Abarth 500’s werden voor enorm veel geld opgetuigd. Reden genoeg voor het submerk om duurdere, snellere en luxere varianten aan te bieden.
Speciale dure uitvoeringen
Dat gebeurde ook, niet in de minste plaats door samenwerkingen met Ferrari, Maserati, Yamaha. Het topmodel was de 695 Biposto, een auto die je het beste kunt zien als een lichtgewicht circuit-versie a la Porsche RS met slechts twee stoelen (vandaar de naam) en een gestript interieur, flink opgevoerde motor en zeer strak onderstel. Aan de andere kant werden bij de Fiat-dealers ook de zogenaamde ‘By Abarth’ modellen verkocht, een soort Abarth-light met wat sportieve hints.

Abarth 124 Spider
Een mooie terugkeer voor Abarth was de 124 Spider. Deze charmante cabriolet kent een vreemde geboorte. Mazda en Alfa Romeo waren samen een kleine roadster aan het ontwikkelen. Dat is sowieso ironisch, want de MX-5 was eigenlijk de auto die de Alfa Spider zou moeten zijn eind jaren ’80. Marchionne (de toenmalige topman) stak er een stokje voor en zorgde ervoor dat niet Alfa Romeo, maar Fiat de roadster zou krijgen. Die auto werd de Fiat 124 Spider, die je kunt zien als een vierde generatie Mazda MX-5 met uniek koetswerk en eigen motor.

Van die 124 verscheen ook een snelle versie, de Abarth 124 Spider. Met een opgevoerde 1.4 T-Jet motor leverde deze 170 pk en 250 Nm, aanzienlijk meer dan de Fiat-versie. Net als de originele Fiat 124, kon je de 124 Spider bestellen met matzwarte motorkap. Ook met deze auto deden de Italianen mee met het rallykampioenschap, dit maal in de R-GT klasse. Een sportievere 124 GT verscheen in 2018 op de markt. De Abarth 124 Spider was helaas net als de Fiat 124 Spider geen lang leven beschoren. De productie werd in 2020 gestaakt.

Abarth 595
En zo was Abarth weer terug bij af waar ze het goed in zijn: snelle versies van de Fiat 500. Deze gaan sinds 2016 onder de 595-vlag over de toonbank. Er zijn nu drie gradaties. Het begint bij een versie met 145 pk. Dan is er een stapje hoger met 165 en de topversie (Competizione) heeft zelfs 180 pk. Er is keuze uit een dichte hatchback of een ‘cabrio’, de 595C.

Artikelen Abarth
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over Abarth.