Sommige modellen definiëren een merk. De Jaguar XJ is zo’n auto.
Jaguar staat om twee dingen bekend: fraaie sportwagens en luxe limo’s. Op het moment is het een fabrikant die voornamelijk compacte en middelgrote cross-overs bouwt, maar hun core business bestond altijd uit fraaie coupés en cabrio’s en statige sedans.
Inhoudsopgave
Voorlopers
Het begint qua statige sedans allemaal in 1968. Of eigenlijk, in 1935. De SS Sedan is Jaguars eerste sedan. Deze auto groeit uit tot de Mark V, die vervolgens evolueert tot de Mk X en daarna de 420 (G). In die jaren begint het model telkens meer vorm te krijgen. Waar veel auto’s relatief hoog en statig zijn, zijn de Jaguars gedrongen, sportief, slank en laag.
Jaguar XJ (Series I)
In 1963 komt de Jaguar XJ op de markt. De sedan wordt aangedreven door een zes-in-lijn motor met naar keuze 2,8 of 4,2 liter. De motoren komen uit de XKE (E-Type). In technisch opzicht worden enkel onderdelen van de 420G overgenomen. In 1972 komt er een extra prestigieuze versie: de Jaguar XJ12. Het was destijds een sensatie. De enige twaalfcilinder in een grote sedan. Alle Jaguars XJ van deze generatie (Series 1) hebben een drietraps automaat.
Jaguar XJ (Series II)
De Series II komt in 1973 op de markt, voor heren van stand die fan zijn van de eerste generatie. De Series II ziet er namelijk bijna hetzelfde uit. Het is dan ook meer een facelift dan echt een compleet nieuwe generatie. Wederom is er keuze uit een 4,2 liter zes-in-lijn (de XJ6) of een 5,3 liter V12, die men XJ12 noemde. Een betaalbaarder en zuinigere 3.4 zescilinder kwam een paar jaar later. De familie werd iets verder uitgebreid. Er komt een extra lange versie (de Vandenplas) en misschien nog wel leuker, een Coupé. Een luxe Daimler-versie komt er van zowel de sedan als de coupé. De Series II blijft tot 1979 gebouwd worden.
Jaguar XJ (Series III)
De XJ Series III die in 1979 verschijnt is wederom een doorontwikkeling. Het Italiaanse designhuis Pininfarina mag zich buigen over de styling. De XJ is inmiddels een instituut geworden. Het is de ideale auto voor de heer van stand die te sportief is voor een Rolls-Royce of Bentley, maar absoluut niet in iets Duits wil rijden. Qua motoren kun je kiezen uit een 3.4 of 4.2 zescilinder of een 5.3 V12.
Jaguar XJ40
In 1986 komt er een einde aan de klassieke XJ. De XJ40 is eindelijk een compleet nieuw model. In grote lijnen was de auto herkenbaar als XJ, maar de vierkante koplampen waren een duidelijke jaren ’80-invloed. De achteras was nu volledig onafhankelijk en de zescilinder motoren waren nieuw. Het meest belangrijke was dat de bouwkwaliteit enorm verbeterde.
Nu was dat nog niet perfect in vergelijking met een Mercedes-Benz S-Klasse, maar het was niet zo catastrofaal als voorheen. De leukste versie kwam in 1988: de XJR. Een klassieke gentleman-lounge, maar dan sportief. TWR was destijds verantwoordelijk voor de XJR-racewagens (zoals de XJR-9 waarmee Jan Lammers Le Mans won) en mocht ook de XJR-straatauto’s kietelen.
Jaguar XJ (X300)
De X300 neemt het stokje over in 1994. Misschien is dit wel de ‘heilige graal’ van de Jaguar XJ. Qua design is het op en top Jaguar, de ronde koplampen keren weer terug, bijvoorbeeld. Alhoewel in grote lijnen identiek, is het interieur veel beter afgewerkt dan voorheen. Het maakte een hoogwaardigere indruk.
Leuk zijn de motoren. Er is keuze uit een 3.2 instapper en 4.0, beide zes-in-lijn motoren. Voor de liefhebbers van ultieme prestige en comfort is er een 6.0 V12. Voor de heren van adel met sportieve aspiraties maakt de XJR een comeback, ditmaal als serieproductie-model. De 4.0 zes-in-lijn is in dat geval voorzien van een mechanische compressor.
Jaguar XJ (X308)
De X308 komt al in 1998. Qua uiterlijk zijn deze modellen bijna identiek. Het belangrijkste is dat de motoren vernieuwd werden en het dashboard compleet nieuw was. Het kwam nog wat hoogwaardiger over, met de drie ronde kokers voor de meters van het instrumentarium verwerkt in het houten paneel als hoogtepuntje.
Dan de motoren: alle zes en twaalfcilinders werden met pensioen gestuurd. Er kwam een nieuwe generatie achtcilinders. Er was een 4.0 met zo’n 295 pk, later kwam er een 240 pk sterke 3.2 V8 bij. De gaafste was de XJR, waarbij er een Eaton Roots-compressor gemonteerd werd, goed voor 363 pk en 525 Nm.
Jaguar XJ (X350)
In 2003 arriveerde de XJ ‘X350’. En warempel: wéér zag de auto er identiek uit. Althans, op het eerste gezicht. De nieuwe generatie was iets hoger. Ook de kofferbak was ‘hoger’ en liep minder fraai af. Dit had als voordeel dat er veel meer bagageruimte voor handen was. Ook was de auto aanzienlijk ruimer in de cabine. Het was nu echt concurrent voor auto’s als de Lexus LS en Mercedes-Benz S-Klasse. Het meest bijzondere aan deze generatie was dat het chassis nu geheel van aluminium was. Niet zoals een Audi A8 (die gebruikt maakt van een aluminium spaceframe), maar een zeer inventieve bouwwijze dat meer aan kreeft doet denken (het skelet zit aan de buitenkant).
Het was een zeer ingenieuze constructie dat ervoor zorgde dat de auto heel erg licht was. Zelfs met de instap 3.0 V6 was het een vlotte auto. De achtcilinders uit de vorige generatie (nu 4.2 liter) mochten terugkeren. De 4.2 XJR leverde nu precies 400 pk. Voor het eerst kwam er ook een diesel beschikbaar voor de XJ, een 2.7 liter V6 met 204 en belangrijker: 435 Nm. In 2007 werd de XJ gefacelift, waarmee deze iets meer op de XJR ging lijken.
Jaguar XJ (X351)
In 2009 verscheen de X351. Ondanks dat dit in technisch opzicht een doorontwikkeling was van de vorige generatie, was het een compleet andere auto. Geen dubbele koplampen, geen welvende motorkap, geen horizontaal dak en lange kofferklep. Nee, Ian Callum tekende een compleet nieuw model. Helemaal een verrassing was het niet. De kleinere XF volgde de S-Type op en was ook totaal anders.
Qua motoren was het feest. Een langzame X351 bestaat eigenlijk niet. Aanvankelijk is er een 5.0 (388 pk), 5.0 Supercharged (510 pk) en een 3.0 diesel (241 pk). Later komen er nog een 2.0T (240 pk), 3.0 S/C (340 pk) en XJR met 550 pk bij. De XJR 575 heeft, inderdaad, 575 pk en verschijnt aan het einde van de carrière van de XJ X351. Het blijkt tevens het einde te zijn voor de XJ, want in 2020 is het over en uit voor de fraaie limousine. Een opvolger laat nog even op zich wachten. Om de traditionele fans te laten schrikken: deze nieuwe generatie zal geheel elektrische zijn.
Artikelen
Meer lezen? Hieronder vind je de laatste artikelen over de Jaguar XJ.