Afgelopen maand werd de naam van de nieuwe Donkervoort-sportwagen bekend gemaakt. De P24 RS wordt het nieuwste paradepaardje van de Nederlandse sportautobouwer genoemd. Supercarliefhebbers speculeren al druk over welke motor in de wagen wordt geplaatst. Na twaalf jaar is namelijk afscheid genomen van vaste motorleverancier Audi.
Maar naast de productie van unieke sportwagens is Donkervoort ook doorgebroken in de Formule 1. Een aantal raceteams maakt druk gebruik van de innovatieve koolstofcomponenten van het Nederlandse bedrijf. In dit artikel lees je hoe dat zo gekomen is, en hoe er in de Formule 1 gebruik wordt gemaakt van deze revolutionaire Nederlandse techniek.
Het familiebedrijf Donkervoort
In 1978 begon racefanaat Joop Donkervoort met de bouw van zijn eerste eigen sportauto. In de loop van 47 jaar groeide Donkervoort uit tot een familiebedrijf dat zo’n 50 auto’s per jaar produceert.
De auto’s zien eruit als iets wat je ziet in spellen over luxe bij een casino online Nederland. Waar de meeste vierwielers steeds meer op elkaar gaan lijken, slaat het Nederlandse bedrijf altijd weer een andere richting in. En alles wordt zelf geproduceerd: van het chassis en de carbononderdelen tot aan het remsysteem. Alleen de motor komt van een leverancier. Om het gewicht zo laag mogelijk te houden, wordt vooral gebruikgemaakt van koolstofcomponenten. En de voortdurende innovaties leidden tot een uniek product dat inmiddels driftig wordt gebruikt door Formule 1-teams in diverse Grand Prix: het gepatenteerde Ex-Core.
Van fiasco naar een Eureka-moment
Al sinds de beginjaren was Donkervoort op zoek naar een technologie die ervoor kon zorgen dat auto-onderdelen van carbon in alle mogelijke vormen konden worden ontwikkeld – en dat zonder dat het ten koste zou gaan van de lichtheid en de sterkte van het materiaal. Oftewel: koolstofvezelversterkte kunststofonderdelen die kunnen wedijveren met de conventionele techniek.
Donkervoort werd opvallend genoeg op het juiste spoor gezet door een totaal fiasco op de beurs van Genève. Daar stond de nieuwe Donkervoort D8 GT te lonken naar potentiële kopers. De wagen had een dakstructuur die van binnen en buiten van carbon was gemaakt, met daartussen een laag schuim. Door de talloze lampen aan het plafond van de evenementenhal werd dit dak zó warm dat het schuim weer vloeibaar werd en in beweging kwam. Tot grote schrik van de verkoopmedewerkers was er opeens een golfend patroon in het dak te ontdekken. Met het zweet in de handen werd deze calamiteit snel verdoezeld voor de bezoekers. Dit fiasco zette de mensen bij Donkervoort wel aan het denken: ‘Hoe kan een schuimkern zó sterk zijn dat het afgebakken carbon kan laten bewegen? En hoe kunnen we dit in ons voordeel gebruiken?’
De ontwikkeling van Ex-Core
Men ging druk aan de gang, en in 2018 verleende de EU subsidie om het innovatieve concept verder te ontwikkelen. Ex-Core zorgde namelijk voor een lager gewicht van de auto, waardoor de uitstoot ook verminderde. Daarnaast zou het veel minder afval opleveren, wat de duurzaamheid nog meer zou vergroten.
Na enig experimenteren ontstond Ex-Core: een nieuwe productiemethode van koolstofcomponenten. Het komt er op neer dat er gebruik wordt gemaakt van een zelf-expanderende schuimkern, die van binnenuit de koolstofvezels tegen de mal duwt, waardoor vormen kunnen worden gebruikt die voorheen niet mogelijk waren. En dat ook nog eens op snellere wijze, tegen lagere kosten;en met minder afval dan bij de traditionele productie. In 2021 werd Ex-Core dan ook als eigen bedrijf opgericht.
De doorbraak in de Formule 1
Nadat er een innovatie-award in de wacht was gesleept, verspreidde het nieuws van deze bijzondere productiemethode zich snel. En niet veel later stond het eerste Formule-1 team op de stoep. Zij hadden door dat er op een goedkope manier sterkere onderdelen konden worden ontwikkeld in alle mogelijke vormen, zonder toename van het gewicht. Kortom: een droom voor elk Formule-1 team. Al snel kon Donkervoort zijn techniek bij meerdere renstallen kwijt. Er worden overigens geen onderdelen geleverd, maar Ex-Core levert de kennis en de ingrediënten. Daarmee kan een Formule 1-team zelf maken wat ze maar willen.
Een groot voordeel is dat de materialen heel snel kunnen worden geproduceerd. Een raceteam kan de mal, waarmee de producten worden gemaakt, gewoon in het vliegtuig of de vrachtauto meenemen naar het circuit. Stel dat er in de trainingen een aantal voorvleugels sneuvelen en men snel door de reserveonderdelen heen is, dan kunnen er ter plaatse nog even snel een paar extra vleugels worden geproduceerd. Een groot verschil met de enorme drukcabine (autoclaaf) waarin de Formule 1-componenten normaliter worden vervaardigd.
Naast onze wereldkampioen maakt dus ook Donkervoort namens Nederland furore op het Formule 1-circuit. Het is inmiddels bekend dat minstens drie teams betrokken zijn bij het Ex-Core-programma. Helaas mag het Nederlandse bedrijf niet verklappen of Red Bull, Mercedes of Ferrari Ex-Core gebruiken. Er heerst immers een strenge geheimhoudingsplicht om de concurrentie niet wijzer te maken. Wel is bekend dat de Toyota’s op Le Mans gebruikmaken van Ex-Core, net als de luxe jachtenbouwer Wajer. En daarmee is het eind nog niet in zicht. Gezien de vele voordelen van de Nederlandse technologie is te verwachten dat steeds meer renstallen zich in Lelystad zullen melden.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.