The miseducation of Caroll Shelby.
De laatste persoon die deze auto zou uitkiezen, is haarschijn Lauryn Hill. De R&B artieste moet echter benoemd worden. Zij zal herinnerd worden aan twee albums: The Score (samen met The Fugees) en The Miseducation of Lauryn Hill. In hun genre (hiphop en neo-soul) zijn het niet alleen enorme kassucessen, maar de platen zijn ook hoog aangeschreven door de critici. Ondanks dat de dame nu enkel nog in het nieuws komt vanwege verstoppertje spelen met de Amerikaanse fiscus, kan zij tot in de eeuwigheid teren op die twee meesterwerken. Jazeker, het zijn meesterwerken.
Shelby zit een beetje met hetzelfde. Ze hebben twee meesterwerken gefabriceerd, die een rechtmatige plaats hebben in de autogeschiedenis. De Shelby Cobra en Shelby Mustang zijn ware legendes. Ga naar een willekeurige veiling en je ziet dat de Cobra qua waarde met gemak meedoet met klassieke Ferrari’s. Originele Shelby Mustangs zijn de duurste Mustangs die je kunt vinden. Een GT500 of GT350R kost met gemak anderhalve ton.
De Shelby Mustang en de Shelby Cobra. Twee enorme wapenfeiten. Maar in feite zijn het aangepaste auto’s. Ook tegenwoordig zijn alle Shelby modellen gebaseerd op bestaande Fords. Carroll Shelby is ook ooit begonnen met het aanpassen van Ford producten. Echter, in de jaren ’80 en ’90 hield Shelby zich bezig met het aanpassen van Chrysler producten. Maar het meest opmerkelijke project van de Texaan was de Series 1. De enige keer dat Shelby een auto maakte die niets te maken het met een Ford of Chrysler product.
De Series 1 was de eerste (en enige) Shelby die door Shelby is ontworpen en ontwikkeld. Dit duurde allemaal wat langer dan verwacht Shelby had de eerste schetsen al klaar in 1994, maar vanwege gezondheidsredenen moest het Shelby-team de leiding overnemen, waardoor alles iets langer duurde dan gepland. Wel probeerde het team zich te houden aan de eisen die Caroll Shelby stelde. De auto moest namelijk minder dan 90.000 Dollar kosten en minder dan 1.140 kg wegen.
Omdat Shelby zoveel auto’s had aangepast sinds de jaren ’60, had het bedrijf enorm veel ervaring met de tekortkomingen van auto’s. Dat is aan de ene kant natuurlijk de uitdaging, aan de andere kant juist enorm frustrerend. Je weet dat het (veel) beter kan. Het resultaat was de Shelby Series 1. Omdat Shelby American een kleine fabrikant is, werkte het samen met veel automotive toeleveranciers zoals Delphi en Cray. Het chassis en het koetswerk waren uniek, lichtgewicht en uitzonderlijk sterk.
Het eindresultaat moest vooral géén moderne herinterpretatie worden van de Cobra. Natuurlijk is dat de auto waaraan men moet denken bij Shelby. Zeker als het een tweedeurs, tweezits roadster is, met een enorme motorkap en korte achterkant. De Shelby Cobra had de naam een onbehouwen jongen te zijn. Heel veel vermogen, heel weinig grip. Meer een auto voor de dragstrips dan de circuits. Dat wilde Shelby ditmaal niet hebben. Die standaard reacties van de pretentieuze en snobistische Europeanen was hij helemaal zat. Je kent de uitspraken wel: “Amerikaanse auto’s kunnen alleen maar hard rechtuit” en meer van dat soort creatieve uitspattingen.
Shelby werkte voor de Series 1 op technisch gebied samen met General Motors. Een eigen auto bouwen is nog wel mogelijk, maar een motor ontwerpen zou een te dure exercitie blijken. Daarbij, waarom zou je een motor gaan ontwikkelen in het land van briljante achtcilinders in houten dozen? Bij General Motors had Shelby de keuze uit een heel arsenaal aan geweldige V8 motoren. De LS1 V8 uit de Corvette was een optie, maar in technisch opzicht niet bijzonder genoeg. Ook zou het vergelijk gemaakt kunnen worden met de Corvette, die véél goedkoper was.
Een andere optie was de Northstar motor van Cadillac. Een modern aggregaat met enorme krachtreserves. Caroll Shelby wilde deze motor niet hebben, want er was geen link naar de motorsport. Het was essentieel dat de motor ook in een raceauto terug te vinden was. Gelukkig werd er geracet in de Indy Racing League met de een V8 van Oldsmobile. Dus werd er gekozen voor de L47 V8 uit de Oldsmobile Aurora (afbeelding onder). Dit was een relatief kleine V8 (3.995 cc) die qua architectuur overeenkwam met de Northstar van Cadillac. De motor had vier bovenliggende nokkenassen en 32 kleppen in totaal. In de Oldsmobile Aurora was het blok goed voor 250 pk en 353 Nm.
Voor de Shelby Series 1 was aanzienlijk meer vermogen nodig. De ingenieurs van Shelby gingen vervolgens ouderwets te werk. De motor werd voorzien van ‘wildere’ nokkenassen, grotere luchtinlaat, Borla uitlaat, nieuwe ECU, gemodificeerd spruitstuk en nog veel meer kleine wijzigingen. Het resultaat: iets meer koppel (393 Nm bij 5.000 toeren) en veel meer vermogen (320 pk bij 6.500 toeren). Op zich zou iedereen tevreden moeten zijn met 320 pk, maar ergens knaagt het wel een beetje. Het werd al snel bekend dat de Shelby Series 1 een vrij prijzige auto ging worden, ongeveer twee keer zo duur als een Corvette Cabrio, die standaard 344 pk onder de kap had.
Shelby wilde echter een auto die je nog echt bij de keel kon grijpen. Waarbij je nog geregeld volgas kan geven en je kan concentreren op dingen als bochten en rempunten. Dankzij het extreem stijve en lichte chassis, was de wegligging van de Series 1 bijna ongeëvenaard. De bijna 50-50 gewichtsverdeling draagt bij aan de feestvreugde. De Series 1 was voorzien van remmen van de Corvette, maar in dit geval zonder ABS. Ten eerste vanwege de kosten, ten tweede was ABS destijds niet zo verfijnd als nu. Met name op het circuit greep het nog veel te abrupt in, iets wat je dan niet wil.
De driedelige 18″ wielen van Speedline zagen niet alleen geweldig uit, maar waren ook erg licht: 11 kilogram per stuk. Voor lag er 265/40 ZR18 rubber onder, om de achterbanden lagen 315/40 ZR18 banden. Dat was toen nog een heel exotische maat. Dankzij de enorme grip van de Good Year Eagle F1 banden, was het extreem lastig om een burn out te maken. Deze auto schoot er meteen vandoor. Dankzij het uiteindelijke gewicht van 1.250 kilogram en de enorme grip accelereerde de Series 1 in 4,4 seconden naar de 100 km/u. De quarter mile was gepiept in 12,8 seconden. De remmen deden ook goed werk, vanaf 100 km/u was de remweg zo’n 39 meter, vergelijkbaar met een E46. Alle Shelby’s Series 1 hadden een handgeschakelde zesbak van ZF, die extra kort gespatieerd was voor net wat meer acceleratie. De eerste versnelling was nog vrij lang, maar daarna volgden de versnellingen zich in rap tempo op.
Was het dan allemaal hosanna met de Series 1? Nee, natuurlijk niet. De auto mocht dan een bijna Europese wegligging combineren met een geweldige Amerikaanse soundtrack, het interieur was uiterst matig. Alle onderdelen in het interieur kwamen uit de schappen van General Motors en stemden iedereen erg droevig. Alles voelde spotgoedkoop aan en zag er deprimerend uit. `Natuurlijk, bij de Corvette en de Viper waren de onderdelen ook spotgoedkoop en zag het interieur er ook lelijk uit, maar vergeet niet dat dat goedkope auto’s waren. De Series 1 moest uiteindelijk ongeveer 100.000 dollar gaan kosten. Overigens betekent dat niet dat de Series 1 een gestripte straatracer was. Items als leren sportstoelen, elektrische bedienbare ruiten, cd-speler en airconditioning waren standaard aanwezig.
Voor wie een heftigere Series 1 nodig had, was er goed nieuws in de vorm van de Series 1 Supercharged. In basis dezelfde auto, maar dan met een enorme mechanische compressor op de Oldsmobile V8. Om het grotere vermogen en koppel aan te kunnen, werd er een sterkere koppeling gemonteerd. Voort de rest kon de Series 1 Supercharged het vermogen behoorlijk goed aan, wat aangeeft hoe goed de basis van die auto wel niet was. De prestaties bevonden zich nu op een veel hoger plan.
Dankzij 450 pk kon je in 3,2 seconden naar de 100 km/u sprinten en in 9,2 seconden reed je al 160 km/u. De topsnelheid lag op 272 km/u. Een beetje een lage topsnelheid gezien het vermogen, maar het kwam door de vreemde bakverhoudingen. Het grootste nadeel van deze auto was de prijs. De Series 1 was al niet goedkoop, maar de Supercharged moest zo’n 175.000 dollar opbrengen. Daarvoor kon je ook een Ferrari aanschaffen, om maar eens een zijstraat te noemen. Uiteindelijk zijn er 20 exemplaren gebouwd met compressor. In totaal zijn er van de Series 1 slechts 249 exemplaren gebouwd. Het originele plan was om 500 stuks te bouwen.
Dat plan werd niet gerealiseerd dankzij het feit dat Shelby constant achter de feiten aanliep. Niet zozeer qua dynamische capaciteiten: het was een uitstekende rijdende sportwagen die goed in elk geschroefd was. Het kwam door telkens nieuwe wijzigingen qua regelgeving waardoor het telkens duurder en duurder werd om de Series 1 te homologeren voor straatgebruik. Daardoor gooit Shelby American de handdoek in de ring betreft de Series 1. Tegelijkertijd worden de banden met Ford weer aangehaald. In 2004 wordt namelijk de vijfde generatie Mustang onthuld, die weer heerlijk retro-Amerikaans is. Shelby wordt wederom benaderd voor een samenwerking. Eentje die tot op heden voortduurt.
In 2006 probeert men het nog eenmaal. De Series 1 wordt omgedoopt naar Series 2. De beroemde ontwerper Tom Tjaarda trekt het ontwerp weer strak. Wederom was er best veel animo voor de auto, maar de constant strenger wordende veiligheidseisen maken het onmogelijk om tegen een concurrerende prijs een auto te kunnen bouwen.
En zo stierf de Shelby Series 1 (en 2) en stille dood. Totdat in 2018 Series 2 wéér nieuw leven wordt ingeblazen. Shelby levert het chassis en de body aan Wingard Motorsports. Zij bouwen er vervolgens een 7.0 liter grote Crate Engine erin. Deze kan tot wel 800 pk leveren. Het chassis wordt nu gebouwd uit nog meer carbon, naast aluminium en titanium. Daarmee wordt eindelijk het originele streefgewicht van Shelby gehaald. Qua prestaties zou hij ook trots zijn geweest. Niet qua prijs, want de 2018 Series 2 is er vanaf 350.000 dollar. Dan heb je een simpele variant met 540 pk. Kies je de dure body en de 800 pk sterke V8, ben je 850.000 dollar kwijt.
De Shelby Series 1 is het bewijs waarom nieuwe fabrikanten altijd kiezen voor extreme supercars. Je kunt dan ook extreme bedragen vragen. Koenigseggs en Pagani’s kosten een godsvermogen. Niet alleen omdat het snelle of goede auto’s zijn, maar ook om te zorgen dat ze aan alle eisen voldoen. Bij de Series 1 was dat niet het geval. Shelby wilde namelijk dat de auto relatief bereikbaar was. Dat je niet alleen kon kiezen uit een Porsche, Viper of Corvette, maar ook een raszuivere Amerikaanse sportwagen. Dat er überhaupt bijna 250 exemplaren gebouwd zijn, mag een godswonder heten.
competition102 zegt
Mooi verhaal weer, Willem!
autospotterkerkrade zegt
Ik heb er nog nooit over gelezen of gehoord, tot nu. Mooi verhaal !
ghost zegt
Jammer dat Carrol Shelby er niet meer is, die man heeft toch wel een klein legertje aan zeer bijzondere auto’s gemaakt die ik stuk voor stuk allemaal geweldig vind! ??
ArnoldH zegt
Jullie spreken over de Shelby Mustang en Shelby Cobra, maar jullie vergeten de Shelby Daytona Coupe. De allerduurste, gaafste en zeldzaamste Shelby met maar 6 gebouwde exemplaren.
Robert zegt
@arnoldh: dat is feitelijk een AC Cobra met vast dak. Maar bijzonder zeldzaam en prijzig zijn ze zeker.
renegade zegt
@arnoldh: Wat een brute bak is dat inderdaad. Had BMW maar wat beter naar die belijning gekeken bij het ontwerpen van de eerste generatie Z3 coupé.
Arnoud zegt
@arnoldh:
https://www.google.com/url?sa=t&source=web&rct=j&url=https://m.youtube.com/watch%3Fv%3D9hIQOgk7a0Y&ved=0ahUKEwiAj5GL2eDhAhWDJFAKHUOoC3gQo7QBCCYwBQ&usg=AOvVaw3TsmYb2o6UxuzAnDvnVnOV
ArnoldH zegt
@Original_Arnoud: https://youtu.be/Qlhru1eh3cg dit is nog gaver
Arnoud zegt
@arnoldh:
The very definition of spectacular! Alleen jammer dat het voice-over commentaar al het motorgeluid overstemt.
Robert zegt
Zonde dat de ontwikkeling van dit soort auto’s toch vaak weer de nek werd/wordt omgedraaid door de alsmaar wijzigende regelgeving. Ergens begrijpelijk, maar wel jammer.
Over de auto zelf; ik kende deze alleen van het eerdere artikel, over ontwerper Tom Tjaarda, waar @willeme al eerder aan refereerde. En ook nu weer weet ik niet of ik deze nou echt mooi moet vinden. En profil is het een mooie auto, maar zodra je de focus legt op details (bijvoorbeeld die ‘dikke’ achterlichten, of de koelsleuven in de flanken) dan bekruipt me toch het gevoel van ‘dat heb ik eerder gezien en dan net ff wat beter, subtieler of fraaier.’ Het is allemaal nét ff te veel een mengelmoesje van Datsun 240 ZX, Corvette, Bristol en nog wat (cabrio-) sportcoupés.
drdre1 zegt
@RRRobert: eens ja. Het ontwerp is me teveel Corvette concept car. En dat is jammer want ’t is zeker een mooie auto, maar echt origineel… ?
dwersbongel zegt
Mooi lesje autogeschiedenis. Bedankt Willem!
sezzz34 zegt
Dankzij de enorme grip accelereerde de Shelby… vervang grip door tractie.
mopar zegt
Had er vroeger een als 1:18 schaalmodel. Precies zo als op de foto: zilver met rode strepen. Voor mij echt zo’n auto die je best mooi vind zonder dat je goed kan uitleggen waarom. Beetje eerste generatie Viper vibe: waardeloos interieur en apart exterieur design maar o zo gaaf.
tazmania zegt
Jammer dat er bijna niks over het onderstel is geschreven. Ja, de auto ligt heel goed op de weg, maar met wat voor onderstel? En wat voor techniek zit er achter? Toch essentieel voor deze auto die juist geen rechtuitracer moest zijn.
willeme zegt
@tazmania: de Shelby Series 1 heeft dubbele wishbones rondom.
frank2b zegt
Mooie special. Dank @Willeme!
Kende deze wagen nog niet. Weer iets nieuws geleerd!
milie33 zegt
3,2 sec naar de 100 en 9,2 sec naar de 160? Is dit een typfout of was de bakverhouding echt zo maf??