Vergeet de SM, DS en CX Turbo II, deze grotendeels vergeten Citroën BX 4TC is de gaafste Citroën ooit.
Denk je aan Citroën, dan denk je waarschijnlijk aan ‘comfortabel’ en ‘eigenzinnig’ en niet aan ‘autosport’. Niet geheel terecht, want het merk met de dubbele chevron is bijzonder succesvol geweest in het WRC, WTCC en in Dakar. Midden jaren ’80 besloot men bij Citroën om deel te gaan nemen aan de Group B-rallyklasse, waar concerngenoot Peugeot op dat moment overigens al in uitkwam met de 205 Turbo 16.
Als basis werd de toen nog kakelverse middenklasser BX genomen, maar daar moest wel behoorlijk aan gesleuteld worden. Zo bleek geen van de BX-blokken sterk genoeg om een dikke turbo op te monteren en dus werd geopteerd voor de 2.2 viercilinder uit de dan al flink achterhaalde Chrysler-Simca 180. De FIA hanteerde een maximumcapaciteit van drie liter slagvolume, maar een turbo gold als een vermenigvuldigingsfactor van 1.4X. Met 2155cc was het originele blok dus nipt te groot (2155 x 1.4 = 3017) en dus werd het slagvolume verkleind tot 2141,5cc.
Daar waar de motoren bij de reguliere BX’en dwarsgeplaatst zijn, ligt het Simca-blok in de lengterichting in de BX TC4. Daarom is de carrosserie van de BX 4TC niet alleen flink verbreed, maar kreeg de auto ook een veel langere neus aangemeten. Samen met de vier schijnwerpers tussen de koplampen, de dikke powerdome op de motorkap én de velgen van de CX Turbo II, maakt dat van de BX 4TC een zeer coole verschijning.
Helaas win je op rallystages geen punten met je coolness factor, maar zul je moeten presteren. Dat lukte maar matig, verder dan een zesde plek tijdens de Zweedse rally van 1986 kwam de 4TC nooit. Dat de auto maar drie races heeft gereden voordat de stekker uit de levensgevaarlijke Group B werd getrokken, hielp daar natuurlijk niet bij.
Dat Citroën geen succes had op de rallystages viel ook potentiële klanten op. Er stonden bij de fabriek namelijk precies 200 straatversies van de 4TC, nodig om de auto te homologeren voor het Group B-kampioenschap. Slechts 62 exemplaren van deze 200 pk sterke BX wist men te verkopen, waarvan een aanzienlijk deel ook nog teruggekocht werd vanwege kwaliteits- en betrouwbaarheidsproblemen. Net als de meeste onverkochte exemplaren, gingen ook deze teruggekochte 4TC’s regelrecht de shredder in. Dat maakt de gaafste Citroën ooit dus ook een van de zeldzaamste…
96 reacties
Helemaal waar, ik denk dan aan het Franse Peugeot en het Italiaanse Lancia.
De rest kwam te laat om nog echt een punt te maken.
Naast deze Citroën waren dat de Ford RS200 en de MG metro 6R4.
Die laatste 2 heb ik veel zien winnen in de rallycross op Valkenswaard.
De motor uit die 6R4 reïncarneerde in de fameuze Jaguar XJ220.
Zo jij weet je onnozelheid goed te verwoorden !
Overigens is onze kliko duurzamer.
Overigens heb ik ook helemaal niets met deze Citroen (en eigenlijk ook niet met de rest van hun gamma). De BX, inclusief deze uitvoering, en de Visa vertegenwoordigden perfect waarom het zo’n onaantrekkelijk merk was. Het contrast met het Peugeot, dat erg veel leuk spul maakte in die tijd, kon niet groter zijn.
Bekijk het zo… Na de jaren 80 is geen enkel merk nog wereldkampioen rally geworden zonder 4WD.
De Delta S4 presteerde ook niet zo veel eigenlijk.
In de laatste twee jaren van Group B was Peugeot oppermachtig.
Daar hadden ze bij Citroën ook met een niet al te schuin oogje naar gekeken.
Wat dan meteen weer de beroerde prestaties verklaart. De 4TC was in één aspect zeer goed te noemen: onderstuur.
Citroën dacht dat een concept uit 1980 nog wel zou werken in het absolute topjaar van Group B. Ze negeerden stelselmatig dat dit niet de oplossing was, en dat Audi zelfs al de andere kant op wurmde met de verkorte Sport Quattro.
Maar ach, het is lekker Frans en lekker anders. De straatversie ziet er echt geweldig uit.
Jammer dat het een verschrikkelijke rallywagen was.
Mooi verhaal weer, en een heel bijzondere auto. Die groep B rally waren gruwelijk brute, zelfs levensgevaarlijke auto’s, maar in retrospectief waanzinnig gaaf.
Dit ziet er wel gaaf uit trouwens.
Een BX Sport doet me nog steeds denken aan Flodder.
Dat ben ik niet met je eens. Heb er ooit eens in gereden en vond het niet verkeerd. Uiteraard niet te vergelijken met moderne auto’s maar als je hem in perspectief plaatst dan snap ik wel dat er zoveel van verkocht zijn. Super comfortabel geveerd en de TD die ik reed was verrassend rap.
Totaal heen en terug 9 keer op de vluchtstrook gestaan, waarvan 7 keer de wegenwacht gebeld.
De negende keer wist de Wegenwacht wel hoe laat het was, die hebben de BX op transport terug naar Groningen gezet. Wij kregen een Opel Meriva om de reis mee af te maken. Nog nooit zo blij geweest met zo’n type auto dat ik normaal echt ruk vind.
Dat is eigenlijk mijn enige ervaring met de BX. Dan snap je mijn stelling wel denk ik.
Wel grappig: ik woonde toen in een eenrichtingsstraat die stijl naar boven liep. Zoals wellicht bekend, zakt een BX naar verloop van tijd door de veren als ie lang stilstaat. Op de één of de andere manier was de auto van de buurvrouw precies met haar bumper boven mijn trekhaak terecht gekomen (ze had wat moeite met inparkeren). Dat zou dus betekenen dat als je start, de auto omhoog komt en daarmee de auto van de buuf mee de lucht in trekt……. Dilemma, want de buuf was niet thuis.
Hij rijdt best lekker als ie uberhaupt rijdt.
Heb ik volgens mij nog wel foto’s van.
Na de oorlog waren ze beiden bijna gereduceerd tot bijna niks. Allebei zijn ze in de zestiger en zeventiger jaren gered van de ondergang. Sindsdien hebben ze qua aantallen steeds meer groei gehad en zijn ze steeds meer ‘premium’ geworden.
Echter de enig overgebleven echt premium fabrikant van voor die tijd is @henkhupelschoten zijn favoriet.
Monsier Wimbergue, is eigenlijk wel een vriend geworden toen ik hem een jaar of drie geleden ontmoette in Daun bij het Eifel Rallye fastival.
Als rechtgeaarde Fransman stond hij daar met twee BX 4TC’s.
Nu is alles wat Groep B is, rally historie heeft mijn ding, maar zeker deze miskende talenten als de BX.
Uiteraard moest ik met de man ouwehoeren, ik kan het niet helpen, maar met ouwehoeren komen de mooiste verhalen boven!
Wat heet, Wimbergue was de tweede fabrieks rijder van Citroën, achter Jean Claude Andruet (die we weer kennen van de fabrieks Alpines A 110’s )
Citroën had de 4TC schaamteloos gekopieerd van de eerste Audi Quattro’s, de motor kwam van Talbot maar Citroën had geen budget.
Citroën was net gedwongen overgenomen door PSA, dat een crisis had overleefd en Talbot oftewel Simca of Chrysler Europe gedwongen had overgenomen ( de Franse staat)
Peugeot had meer dan genoeg aan de 205 Turbo 16, had de Talbot Sunbeam Lotus bij het grof vuil neergezet en Citroën had al een groep B wagen namelijk de Visa Chrono !
Monsieur Wimbergue vertelde me dat ze dus overal uit het Peugeot-Talbot-Citroen concern maar onderdelen regelden om de 4TC op een shoestring te ontwikkelen,maar altijd zonder geld zaten !
De laatste rallye waar het fabrieksteam aan meedeed was de Acropolis, maar toen ze daar beiden kapot gingen, viel het doek letterlijk voor Citroen Sport.
De wagens heeft Monsieur Wimbergue nooit meer terug gezien.
Tot hij 15 jaar later door een lokale autosloper werd gebeld.
Die vertelde hem : Ik heb hier twee auto’s staan, maar op één ervan staat jouw naam.
Monsieur Wimbergue ging kijken en hij werd niet alleen verenigd met zijn BX, maar ook die van Andruet.
Zijn wagen miste de stoelen (logisch) en vreemd genoeg de fuseekogels !
De sloper had de wagens moeten vernietigen van Citroen maar hij had wel door dat het bijzondere auto’s waren, hij ging nu met pensioen en wilde er vanaf.
Monsieur Wimbegue kocht ze alle twee en heeft me tijdens ons gesprek alles alten zien van de4TC, ok heb erin gezeten, er naast gestaan eronder gelegen, in de kofferbak gekeken, echt geweldig !
Het mooist is dat hij me de deuk aan de binnenkant van de motorkap liet zien, er was een hydrauliek sfeer los gesprongen tijdens de rally, de oorzaak waarom hij was uitgevallen !
De wagens hadden al die jaren bij de sloper in een loods gestaan, in hun ‘Acropolis’ livery.
Ze worden nu gebruikt voor af en toe een klassieke rally en komen steevast naar het Eifel rally festival toe, voor mij een reden om ieder jaar weer ff te ouwehoeren met Monsieur Wimbergue !
Hier de BX in Acropolis livery !
https://nl.wikipedia.org/wiki/Citro%C3%ABn_BX_4TC#/media/File:Citro%C3%ABn_BX_4TC_Evolution_cropped.jpg
Geweldig wat een mooi ding! Hoekig, dik uitgebouwd, verstralers voorop, striping waardoor je minimaal 20 km/h harder gaat en als bonus velgen die eruit zien alsof ze van het landingsgestel van een ruimteschip geschroefd zijn…
http://www.sporting-reliants.com/images/Prototypes/FW11_Photo.jpg
http://sporting-reliants.com/images/Prototypes/FW11_rear.JPG
http://www.volvomotorrevisie.nl/local/anniecms/1/images/volvo_345/volvo_345.jpg
http://www.autoblog.nl/image-gallery?file=Citroen/BX_4TC/Citroen_BX_4TC_10.jpg
https://40.media.tumblr.com/274e277b67795daa38c420560a1c92b9/tumblr_mh0z0kOaqi1s269qbo1_500.jpg
Inderdaad, deze krachtbron is ook nog in de CX en in de 505 gebruikt,
Dat was een moderne krachtbron.
Er werd er een paar jaar terug eentje aangeboden, een rally variant en de vraagprijs was rond de 120.000 euro. Zet hier maar neer, veel aparter dan een Audi Quatro. En ja, ondanks mijn aversie tegen Audi vind ik die wel erg gaaf.
En kunnen we stoppen met welles/nietes. Als je het geweldig vindt mag dat, als je bagger vindt is dat ook goed.
Prachtige auto, al is-ie niet esthetisch mooi.