
Een automerk dat normaal vrij normale auto’s faciliteert komt soms met iets heel bijzonders. Dit zijn een paar voorbeelden van een bijzondere auto van een normaal merk.
Afgelopen week was het zover: de Toyota GR GT. Als grootste automerk ter wereld zijn er altijd inspanningen geweest in de autosport. Maar een écht dikke Toyota is alweer een tijdje geleden. Of het werd onder Lexus geschaard. Maar nee, de GR GT is écht een Toyota en een dikke halo car om de race-inspanningen van het merk te vieren.

Misschien wel het leukste aan de GR GT: het is gewoon een Toyota. Nou zijn er de laatste jaren veel gave Toyota’s onder Gazoo Racing gekomen, maar besef even dat de GR GT dus in theorie naast de Toyota Aygo X of Yaris in de showroom komt. Een hele bijzondere auto van een vrij normaal merk.
Bijzondere auto’s van een normaal merk
Tijd voor een lijstje! Er zijn natuurlijk veel meer bijzondere auto’s van een normaal merk gekomen wat je vooral associeert met alledaagse auto’s, waar de gedachte van een dik topmodel extra leuk maakt. Uiteraard betekent het niet dat een merk nog nooit iets sportiefs heeft geprobeerd, maar weet wel dat er een wereld van verschil zit tussen een opgepept model en een compleet op maat gemaakte imagebuilder.
Audi R8
Bij Audi is het misschien ietwat gemeen om te zeggen dat het een doodnormaal automerk is. Er zijn legio S- en RS-modellen die bepaald geen normale auto’s zijn. De R8 was de eerste keer dat Audi een model maakte dat echt vanaf de eerste pennenstreep een supercar was. Sterker nog: de auto kwam min of meer vanwege de nieuwe banden met Lamborghini. En natuurlijk de performance: initieel de RS 4.2 V8 die je ook kende uit de RS 4, maar later natuurlijk de 560 pk sterke 5.2 liter FSI V10 die de R8 deelde met de Lamborghini Gallardo. Naast de A3’s en A4’s in muesli-specificatie was de R8 toch echt wel een paar niveaus hoger qua bijzonderheid.

BMW M1
In de jaren ’70 was er nog geen M-divisie van BMW. Wel zette het merk zich in voor de motorsport en qua straatauto’s had je leuke modellen als de 2002 Turbo. Toen BMW met een supercar mee wilde doen aan de Procar-serie, moest er omwille van de homologatie een supercar als straatauto komen. Dat werd de BMW M1. Niet toevallig een vrij Italiaans aanvoelende auto: BMW sloeg de handen ineen met Lamborghini om het ding te bouwen en het design kwam van Giugiaro. De motor was ‘gewoon’ de M88 zes-in-lijn die uit eigen stal kwam, maar exotische looks en bedoeld voor de racerij: dit heeft BMW daarna nooit meer gedaan. Oh ja, met de XM. Officieel gezien dan.

BYD YangWang U9
Als nieuw merk is het echt lastig om je vestigen. Tenzij je een Chinees merk bent. Dan kan je in korte tijd zo groot worden, dat je je imago lekker kan versterken terwijl je bij bosjes compacte EV’s verkoopt. Zo kennen wij BYD vooral van auto’s als de Seal en de Atto 3, maar in China wordt deze YangWang U9 verkocht. Dat is ofwel de snelste EV/auto op de Nürburgring ofwel de snelste EV/auto ter wereld, beschikbaar met ruim 3.000 pk en bijzondere vering waarmee ‘ie kan springen op zijn plek. Ook dat is BYD.

Ford GT
Tsja, Ford. Het merk dat je associeert met pickups, Fiesta’s en nou vooruit, de Mustang. Toch staat die laatste, vooral in de VS, vooral synoniem voor lekker dik doen voor de kleine portemonnee. Pas echt bijzonder wordt het bij de drie incarnaties van de Ford GT. De originele GT40 die bedoeld was voor de racerij, de revival uit 2005 en de nieuwste uit 2015 waar weer alles uit de kast is getrokken. De motor mag dan gewoon de 3.5 EcoBoost V6 zijn, in de GT levert ‘ie 650 pk. Het ding is natuurlijk volledig opgetrokken uit koolstofvezel en hij is weer echt bedoeld voor de racerij. Ford liet hem dan ook bouwen door het Canadese Multimatic, waardoor je ook niet moet verwachten dat onderhoud zo makkelijk is als bij een Focus EcoBoost. Het is een bijzonder apparaat, en dat met hetzelfde logo als de Kuga van je ouders.

Honda NSX
Ook Honda doet in theorie genoeg met de autosport om een bijzondere auto voor dit normale merk goed te praten. Sterker nog: de banden met McLaren voor hun F1-team heeft goed geholpen om de bijzondere middenmotor Honda te realiseren. Niet in de laatste plaats omdat Ayrton Senna betrokken was bij de ontwikkeling. Wetende dat Honda’s Type R-label nog niet bestond en het vooral bekend was van betrekkelijk goedkope auto’s, was de NSX met zijn 3.0 liter V6 met 280 pk een aardig ruimteschip. De Japanse Ferrari, maar dan uit dezelfde stal als de Civic en Accord.

Lexus LFA
We zeiden al dat Toyota wel eens een halo car heeft gehad, maar deze werd als Lexus verkocht. De LFA moest dan ook vooral Lexus op de kaart zetten als serieus automerk, nadat zij enkel luxe Toyota’s bouwden. De verhalen over de LFA ken je allemaal wel. Veel te duur, veel te geavanceerd, maar mijn God die uitlaatsymfonie. Niemand wilde ooit 340.000 euro betalen voor een Lexus en dat bleek: de 500 exemplaren bleven soms jaren(!) bij de dealer staan. Had je het maar gedaan, want de magistrale halo car van Toyota is nu een bedrag met zeven cijfers waard.

MG XPower SV
Nadat British Leyland vrijwel ontbonden was, bleven MG en Rover na een klein avontuur met BMW alleen over. Na nieuw geld kwam er nog één reeks nieuwe modellen, waar je de 25, 45 en 75 en diens MG-versies ZR, ZS en ZT van kent. De investeerder had ook Qvale overgenomen, die weer de productieversie was van de DeTomaso Biguá, die op basis van een Ford Mustang werd gebouwd. Dat leverde op dat MG ineens in theorie de basis van een Ford Mustang had om een sportwagen op te bouwen. De 4.6 liter, later 5.0 liter grote Modular V8 kreeg 324 (later 390 pk). Een lekkere Amerikaanse krachtbeul in een wereld van Britse finesse. De XPower was geen gigantisch succes, maar goed, dat was MG Rover in zijn laatste jaren überhaupt niet. De overname van Qvale betekende wel dat de Modular V8 ook nog in de ZT-T is geëindigd.

Nissan GT-R (R35)
De naam GT-R gaat al jaren heen, maar vanaf de laatste generatie werd het pas echt een bijzondere auto van een normaal merk. Een GT-R was namelijk altijd de topversie van de Skyline, die je ook als vrij eenvoudige sedan kon krijgen. De R35 was voor het eerst zijn compleet eigen ding bovenaan de voedselketen van Nissan. Een unieke V6 met 485 pk, vierwielaandrijving, banden gevuld met stikstof, telemetrie in het interieur waarvan zelfs doorwinterde nerds zeggen ‘nou, zo kan die wel weer’ en een bloedsnelle Nürburgringtijd waardoor zelfs Porsche’s 911 Turbo zijn meerdere moest erkennen. En dat van het merk waar je in Nederland in de showrooms altijd de hele moeilijke keuze moest maken tussen Micra of Qashqai.

Renault Sport Spider
Eigenlijk heeft Renault als normaal automerk nooit echt een bijzondere, op maat gemaakte auto gehad bovenaan de voedselketen. Toch heeft Renaults Sportdivisie uiteraard een lange carrière in de autosport. Dus kwam er in de jaren ’90 een model om dat te vieren en het werd een klein model met optionele voorruit en vleugeldeuren, enkel beschikbaar met kuipstoelen en een vederlichte basis. Het een supercar noemen gaat wellicht wat ver, helemaal omdat de aandrijving kwam van een 2.0 liter Clio Williams-motor met 150 pk. Wel stichtte Renault een raceserie gebaseerd op de Sport Spider met een 180 pk sterke versie van de auto. Het was verre van een volumemodel, wat voor een merk als Renault bijzonder was. En is, want sinds de Sport Spider is er niks meer in deze geest gekomen.

Toyota GR GT
Eindigen bij het begin, de Toyota GR GT. Uiteraard wil Toyota als normaal automerk met deze bijzondere auto de nadruk leggen op de GT3-versie, maar deze straatversie is een bruut apparaat. Het is een op maat gemaakte supercar met een 650 pk sterke Twin Turbo V8. En dit keer van Toyota. Er is wel een nieuwe Lexus LFA, maar die wordt (deels) elektrisch. Dus het doodnormale Toyota is nu verantwoordelijk voor één van de leukste auto’s van het moment, hopelijk. Perfect.

BONUS: Alfa Romeo 33 Stradale
We willen Alfa eigenlijk niet neerzetten als normaal merk, want het aantal bijzondere auto’s van de Italianen is groot. Sterker nog: eigenlijk zijn de relatief normale straatauto’s van Alfa pas later gekomen nadat het merk veel deed met de autosport en bijzondere auto’s. Toch denk je bij Alfa nu vaak aan de middenklassers, de Giulietta, MiTo, Giulia, Stelvio en nu dus de Tonale en Junior. Op zich bijzonder dat dát merk nu met de 33 Stradale komt, een 620 pk sterke middenmotor supercar die naar verluidt ruim 2,5 miljoen euro moet kosten. Da’s weer eens andere koek en voor Alfa als relatief normaal geworden merk iets heel bijzonders.






Meestal zijn zulke wagens van een gewoon merk gaver dan als ze van een gespecialiseerd merk komen. Zal iets met passie van doen hebben.
DIt dus!
Ik ging naar de reacties om dat te schrijven, maar het hoeft dus niet meer.
Het heeft iets speciaals als je iets niet of minder verwacht. Ik heb dat recentelijk een aantal keer al bij Toyota, ( en Lexus) dus misschien snap ik het niet helemaal… en moet ik dat ondertusseen verwachten.
Het zal ook wel een beetje psychologie zijn, dat we net willen doen alsof we lekker individueel zijn.. en daar hoort het niet kiezen van de obligate Ferrari , Porsche en dergelijke.
De Mercedes CLK AMG GTR mag ook niet ontbreken in dit lijstje
Ik denk dat BMW niet in dit lijstje thuishoort; geen enkele BMW (of Mercedes) is voor het plebs gemaakt.
De 4C is technisch veel meer bijzonder dan de 33 Stradale. Die laatste is een Maserati met anders plaatwerk (net als de 8C), maar de 4C hebben ze echt iets unieks ontwikkeld en gebouwd.
Citroën SM misschien?
Daar dacht ik ook gelijk aan, de SM is ook een verhaal apart, hoe een gewoon merk iets speciaals ontwikkelde, en er het Merk Maserati er voor opkocht.
De Lancia Thema 8.32 mag er ook wel bij.
Het thema (haha) is onverwachte sportwagen van een gezinsauto fabrikant. Daar past sedan met dikke motor niet echt bij.
Gezinsauto’s? Beta coupe, Stratos, Fulvia HF…