
Dankzij de Revuelto is Lamborghini al zes generaties verantwoordelijk voor de beste posterauto’s met V12. Welke is jouw favoriet?
De Lamborghini Revuelto duikt op steeds meer plekken op. In het wild, influencers hebben er eentje gekocht, in videogames als Forza Horizon, et cetera. En dan blijkt dat er iets gebeurt wat vaak met de V12-modellen van Lamborghini gebeurt. Het went, je gaat het toch best bruut vinden en als je er eentje tegenkomt is het sowieso bijzonder.
Vergelijking Lamborghini V12 modellen
Dus vroeg de babbelbox zich af: welke is de beste? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. In absolute cijfers is dat altijd de nieuwste, maar een Lambo gaat over gevoel. Sommige mensen menen dat de Murciélago de beste is omdat Audi er maar een saai bonentellermerk van heeft gemaakt. Anderen zijn opgegroeid in de jaren ’70, ’80 of ’90 en prefereren dus op die manier de Miura, Countach of Diablo, weemoedig denkend aan de slaapkamer in het ouderlijk huis waar deze als poster boven het bed hing. Kortom: dat is voorkeur. En dus hebben we jou nodig. Wat we wel kunnen doen is alle zes even op een rijtje zetten, dan heb je weer even helder welke materie we bestuderen.
Lamborghini Miura
1966 tot en met 1973
3.9 liter V12
355 tot 385 pk
763 exemplaren
We beginnen dan bij eigenlijk vrijwel het begin van Lamborghini. De allereerste Lamborghini 350GT met koetswerk van Touring had de V12 nog voorin liggen, maar de door Bertone ontworpen Miura die drie jaar later kwam had ‘m achter de bestuurder liggen. Deze auto komt uit de tijd dat Ferruccio Lamborghini werd weggezet door Enzo Ferrari als heikneuter. Als revanche was de Miura, initieel met een 355 pk sterke V12, de snelste auto ter wereld.




De Miura P400 was die initiële versie, maar de meest gebouwde versie was de P400S. We zeggen meest gebouwd, het gaat dan alsnog maar over 338 stuks. De ultieme versie was de 385 pk sterke P400SV. Van de Miura zijn nog een paar zeer beperkte speciale versies gebouwd zoals de SV Jota (of SVJ), maar de productie bleef steken op iets meer dan 750 stuks. Daarmee is de gemiddelde waarde van een Miura P400 nu 1,32 miljoen euro (volgens Classic.com), met 1,4 miljoen voor de P400S en een extreme 3,1 miljoen euro voor een P400SV.
Lamborghini Countach
1971 tot en met 1990
3.9 tot 5.2 liter V12
375 tot 455 pk
2.049 exemplaren
Hoe volg je dat op? Nou, met de Countach in 1971. Bij de Miura zou de lange motorkap je nog kunnen foppen dat de motor voorin ligt, maar bij de Countach is het bestuurdersgedeelte naar voren geplaatst en loopt de voorkant zeer schuin af. De welbekende wigvorm, waar ontwerper Marcello Gandini fan van werd in de vroege jaren ’70. Alles aan de eerste Countach LP400 werd al snel iconisch. De eenvoud, de vleugeldeuren, de uitgesproken koelgaten: een auto die vanaf het begin al iconisch was. De V12 was in het begin vergelijkbaar met die van de Miura, maar dan met de 375 pk uit de latere Miura’s als standaard.

Leuk feitje om altijd even mee te nemen: Miura, en eigenlijk elke volgende Lambo, werd vernoemd naar een vechtstier. De Countach? Die is vernoemd naar een stopwoordje in het Piedmontese dialect dat zo veel betekent als ‘gossiemijne’. Dit omdat een ingenieur die in het zeer platte Italiaanse dialect sprak niet kon geloven wat Gandini en zijn team hem bracht toen het prototype getoond werd, en bij elk stukje uitleg reageerde met “Countach”. Gandini grapte dat ze hem dan maar zo moesten noemen, en dat bleef hangen.



Over blijven hangen gesproken: de Countach is de eerste keer dat een Lamborghini (echt net) drie decennia heeft gezien. Uiteraard dankzij tijdige upgrades. Bijzonder is dat normaliter een design dankzij ‘frutseligheid’ zijn iconische status verliest, maar er zijn legio mensen die beweren dat de upgrades voor de Countach in de jaren ’80 de auto enkel nog iconischer maakte. De LP5000 QV kreeg een naar 5.2 liter opgeboorde V12, goed voor 455 pk. En veel heftiger spoilerwerk, die de cleane lijnen van het Gandini-ontwerp iets heftiger maakte. Maar zoals gezegd, ook deze versie werd een favoriet.


De laatste adem van de Countach kwam in 1988, toen het 25 jaar geleden was dat het merk gesticht werd. Toen werd de auto nog een stukje heftiger met een bodykit die deels ontworpen is door Horacio Pagani (ja, de enige echte). Het cleane is er nu wel af, dankzij vrijwel elk detail herzien. De motor bleef hetzelfde als in de QV.


Nou gaan we niet pretenderen dat een Lamborghini Countach spotgoedkoop is, maar de verwachting is dat hier echt heel veel geld in gaat zitten. Voor gemiddeld 453.000 euro heb je de ‘minst gewilde’ Anniversary, terwijl een LP500(0) S of QV rond de 510.000 euro zit. De originele LP400 (die dankzij een periscoop-binnenspiegel ook wel eens de Periscopio wordt genoemd) is iconisch genoeg om 825.000 euro waard te zijn.
Lamborghini Diablo
1990 tot en met 2001
5.7 tot 6.0 liter V12
493 tot 603 pk
2.903 exemplaren
Als de Lamborghini Diablo je favoriet is, dan snappen we dat. Objectief gezien komt de auto uit een nogal gekke periode voor het merk. Zoals de voorgangers zou Gandini voor het ontwerp zorgen, maar intussen werd het merk overgenomen door Chrysler. Die vonden het werk van Bertone maar niks en gaven het door aan hun eigen designer Tom Gale. Het originele ontwerp van Gandini is overigens in productie gegaan als de Cizeta-Moroder V16T.


Toch zijn er nog wat Gandini-details gebleven, zoals natuurlijk de wigvorm met klapkoplampen. Alleen nu met ietsje meer rondingen. Terwijl de chaos rondom het eigenaarschap (zo kocht een Indonesische investeerder genaamd MegaTech Lamborghini) voortzette, was de Diablo altijd al een bruut. Initieel klopte het ding al aan bij de 500 pk-grens dankzij een 5.7 liter grote V12. Toen Lamborghini in 1993 30 jaar bestond, werd dat gevierd met SE30, een iets aangepaste en vooral in een bijzondere paarse kleur gelakte versie.



De uiteindelijk in sommige versies 600 pk sterke Diablo kwam ook als VT met vierwielaandrijving, iets wat later een grote rol zou spelen. En met een uitgeboorde V12 tot 6.0 liter. De laatste iteratie zonder klapkoplampen (en met Nissan-koplampen) werd als allerlaatste nog gebouwd dankzij Luc Donckerwolke, de nieuwe designer van Lamborghini toen Audi de tent over had genomen.

Denk jij dat de Diablo legendarisch wordt? Koop hem dan nu. De waardes liggen rond de 200.000 euro voor een basismodel en net onder de 300.000 voor een SV, VT of VT 6.0. Voor een Lamborghini die op den duur waarschijnlijk de Countach gaat volgen qua iconische status is dat niet veel geld.
Lamborghini Murciélago
2001 tot en met 2010
6.2 tot 6.5 liter V12
580 tot 670 pk
4.099 exemplaren
De Lamborghini Murciélago komt precies uit de periode dat Audi de eigenaar werd. En Audi kwam wel om de spirit van Lamborghini door te zetten, maar ook om zaken te doen. Er wordt vaak gezegd dat die gekte daarom wat verdwenen is. Wat dat betreft is de Murciélago het beste van twee werelden. De origine van de Diablo-opvolger stamt nog uit de ‘eigen’ tijd, terwijl Audi al slim kon nadenken en er ook het geld voor had. Zo was een groot probleem dat de V12 Lambo’s teisterde (en nog steeds doet) dat koeling moeilijk is. Er moesten koelgaten achter de zijramen komen, maar die konden niet groot genoeg zijn en tegelijkertijd natuurlijk ogen. De oplossing kwam dankzij ontwerper Donckerwolke, die de bat wings ontwierp. Kleine gaten die mooi in het ontwerp passen, totdat extra koeling nodig is, dan schuiven ze omhoog om het gat te vergroten.



De intieel met een 580 pk sterke 6.2 liter V12 uitgeruste Murciélago werd één keer gladgestreken met de komst van de LP640. Die had een naar 6.5 liter vergrote versie van de V12, nu met 640 pk. Een zeldzame LP650 Roadster-variant kreeg 10 pk extra en de SV kon er zelfs 670 stuks van maken. Wat vanaf nu ook ging meespelen: de Murciélago bood de keuze voor een handbak met H-patroon of een ‘e-Gear’, een sequentiële handbak. Voor het eerst dus een automaat in een Lambo V12, terwijl in latere modellen er geen andere optie meer was. Wat de betere keuze is, zijn de meningen over verdeeld. Alles sloeg in ieder geval aan, want er zijn meer dan 4.000 Murci’s gebouwd.


Murciélago’s beginnen ook waardevol te worden, maar je kan je slag nog slaan. Voor iets meer dan 160.000 euro heb je een vroege e-Gear, voor een handbak mag je er echter ruim 40.000 euro bij op tellen. Een LP640 kost vanaf 205.000 euro en een SV is met 565.000 euro nu al enorm aan het stijgen.
Lamborghini Aventador
2011 tot en met 2023
6.5 liter V12
700 tot 780 pk
11.465 exemplaren
De op één na meest recente Lamborghini V12 kwam in 2011 dankzij de Aventador LP700-4. Technisch gaat ‘ie verder waar de Murciélago gebleven is, dankzij wederom een 6.5 liter grote V12. Nu met 700 pk en altijd in combinatie met een automaat. Een geautomatiseerde handbak met zeven versnellingen, welteverstaan. De Aventador komt uit een tijd dat vele merken toch het V12-pitje ietsje zachter zetten,




Ook de Aventador wordt naast varianten als de SV (en vele anderen) één keer gladgestreken als S, wat ook de basis vormde voor de SVJ. Begonnen met 700 pk werd het aantal snel opgevoerd naar 740, 750, 770 en op het laatst 780 stuks in de Ultimae. Let wel: tot dit punt heeft de motorruimte van een Lamborghini V12 nog nooit een turbo of compressor gezien (behalve prototypes van bijvoorbeeld de Countach). Dankzij het enorme aantal speciale edities zijn er ruim 11.000 Aventadors gebouwd.


Een standaard Aventador coupé ligt rond de 220.000 euro, maar zit nog min of meer in de afschrijvingscurve. Bij de S merk je dat extra, die gaat nog wel zakken van zijn 330.000 euro. Bij de op 365.000 euro geschatte Aventador SV kan dat tegen vallen en bij de 545.000 euro kostende SVJ en Ultimae kan het ook nog meerdere kanten op gaan.
Lamborghini Revuelto
2024, nog in productie
6.5 liter V12, hybride
1.015 pk
En dan de huidige Lamborghini V12 waar het feest eigenlijk nog moet beginnen: de Revuelto. Gepresenteerd in 2023 was het vooral de vraag wat Lamborghini gaat doen qua milieu. Elk ander merk doet hun asociaal grote motoren in de ban. Het Italiaanse merk was erop gebrand dat dit voor de Revuelto niet hoefde te gelden, onder één voorwaarde. De 6.5 liter V12 leeft door, maar krijgt een powerboost dankzij een elektromotor. Toch maakt de Revuelto dusdanig veel goed dat het best logisch is allemaal. De V12 zorgt voor beleving, de elektromotor voor extra snelheid en het totaalplaatje komt gewoon door alle milieukeuringen. En dus heb je ineens een 1.000 pk sterke V12 Lambo met, je zou zeggen eindelijk, een pijlsnelle DCT.



De waardeprognose van een Revuelto hoeven we nog niet onder de loep te nemen. Hij begint vanaf een half miljoen in de meeste markten en daar zitten de waardes ook nog steeds, zelfs voor jong gebruikte exemplaren.
Welke is de beste?
Tot zo ver de zes Lamborghini’s met hun V12 in het midden op een rij, met natuurlijk de vraag: welke is jouw favoriet? En is het degene uit jouw jeugd, of kon je toch een eerder of later model het meest waarderen?





De Miura vind ik echt supertof. Niet alleen omdat het het begin is van een lijn gave Lamborghini’s met de motor achterin, maar ook omdat je aan de Miura helemaal niet ziet dat de motor achter de bestuurder ligt. Het is gewoon echt een traditionele GT qua proporties, lange neus, bestuurderscompartiment, relatief korte kont.
Van de rest van dit lijstje kies ik toch voor de Murcielago. De originele, dus met die ronde uitlaatpijpen, en een handbak is voor mij toch wel de droom-Lambo.
1. Countach LP400 Periscopio
2. Miura SV
3. Aventador Roadster SVJ
Reventón Roadster als mooie mix van Murcielago en Aventador is er één buiten mededinging. Toch nog 15 exemplaren van gemaakt.
De Cannonball Countach is de enige voor mij!
Ik vind de eerste Countach-en de fraaiste en gaafste, echter pas ik daar niet in, dus voor mij een prelift Murcié bitte.
Dan moet ik er een top drie van maken:
1 – Countach LP400 Periscopio staat met afstand op de eerste plaats. Wàt een ding. Tot op de dag van vandaag ziet het ontwerp er buitenaards uit, en ik kan me er geen voorstelling van maken hoe dat in 1971 moet zijn geweest toen hij als LP500 werd voorgesteld. Natuurlijk waren er wel meer en misschien nog extremere concept-auto’s in dat tijdperk (hallo, Stratos Zero!), maar dit ding ging ‘gewoon’ in productie (zij het pas in 1974 na een moelijke ontwikkeling vanuit de LP500, maar toch). Superstrak en superclean. Waanzinnig.
2 – De negenjarige in mij is nog altijd verliefd op de Countach LP5000 Quattrovalvole, mèt die onzinnige vleugel, uiteraard. Zo clean als de LP400 is, zo overdreven is deze versie. Eigenlijk is het best een fout, getjoenificeerd en gefrankensteind ding. Maar ja, dit is de eerste Lamborghini die ik ooit in het echt heb gezien, toen ik negen was, en dat heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten.
3 – De originele Murciélago. Totaal onverwacht na de in mijn ogen niet bepaald geslaagde Diablo stond daar ineens een gebeeldhouwd strak ontwerp, ook weer verbazingwekkend clean. Precies zoals een 21e-eeuwse evolutie van de Countach eruit zou moeten zien. Voor mij graag een coupé in limoengroen en met eneh handbak.
Ik vind ze allemaal gaaf. De Murciélago staat bovenaan, die vind ik qua design waanzinnig, superstrak: geen lijntje te veel. Heel mooi!!
De Revuelto is het best.
De Murcielago vind ik het mooist.
De Diablo is en blijft de aller bad-ass-te Lambo ooit!
Als jong pikkie van 14 het geluk gehad een Miura eigenaar gekend te hebben en met zijn kanariegele Miura over circuit van Zandvoort gereden te hebben tijdens Italia a Zandvoort. Een herinnering voor het leven! Wat mij betreft zijn er na de Murcielago geen gave V12’s de poort van Sant’Agata Bolognese uit gereden…
Mijn favoriet is by far de Murcielago SV qua sound en ook qua design vind ik die echt heel mooi oud worden
Daarna
– miura
– diablo
– countach (orginele)
– aventador
– revuelto
Ik mis de LM002, de enige Lamborghini die ik zou willen hebben
Wat ziet die gouden Diablo er ontzettend goed uit
Voor mij in deze volgorde:
1. Miura
2. Diablo
3. Murcielago
4. Countach
5. Aventador
6. Revuelto
Ben erg gecharmeerd van de Islero GTS, maar omdat die niet in dit lijstje voorkomt de Miura S dan.
De Miura is natuurlijk de basis van al het lekkers wat er na kwam. Maar ik ga toch voor de Countach LP5000 QV. Dat is toch een ontwerp wat nooit meer geëvenaard is. Gewoon porno op wielen. Eigenlijk is de hele wilde en agressieve Lamborghini vormgeving en styling van alles wat erna kwam hier op geïnspireerd.
Even een vraag (wellicht een leuk onderwerp voor een technisch AB-artikel): Waarom stonden die wielen vroegah zo ver naar binnen? Of waarom staan ze nu zo ver naar buiten?
Is dat technisch, economisch, mode, of toch wat anders?
Goed idee. Een bredere spoorbreedte geeft een beter weggedrag maar maakt de wagen visueel wel een stuk minder sexy. Bij die eerste Countach en vooral de E-type staan de wielen fraai in de koets. Waarom dat op een gegeven moment ophield en waarom dat kon is een interessante vraag.
Murciélago SV natuurlijk. Een oranje graag.
Muira, eerste Countach, Murcielago de rest laat maar.
De Murciélago vind ik gewoon de allermooiste auto ter wereld!