
Een Lambo is leuk, maar met deze Ford RS200 ben je pas echt cool.
Voor de Spot van de Week gaan we nog even terug naar het afgelopen weekend, toen Knokke in het teken stond van de Zoute Grand Prix. Het mooie van de Zoute GP is dat je auto’s tegen kunt komen die je normaal nooit in het wild ziet. De Ford RS200 is zo’n auto. Tussen al het Lamborghini- en Ferrari-geweld was dit misschien wel de coolste auto van allemaal.
Een Group B-homologatiespecial is altijd bijzonder, maar de RS200 is al helemaal uniek. In tegenstelling tot zijn rivalen en de andere rallyauto’s van Ford is de RS200 niet gebaseerd op een huis-tuin-en-keukenmodel. Deze auto is specifiek ontwikkeld voor Group B.

Middenmotor
Naast de Ford GT is de RS200 de enige straatauto van Ford met een middenmotor. Om de strijd aan te kunnen met Audi was dit Ford’s eerste rallyauto met vierwielaandrijving. Het koetswerk werd ontworpen door Ghia, maar een zekere jongeman genaamd Ian Callum had ook een belangrijk aandeel in het design.
De RS200 wordt aangedreven door een 1,8 liter Cosworth viercilinder met turbo. Deze leverde in de raceauto 350 tot 450 pk, maar voor de straatauto was het blok teruggeschroefd naar 240 pk. Dit exemplaar heeft waarschijnlijk meer vermogen, maar daar komen we zo nog op terug.
Group B
In de rallysport was de RS200 geen lang leven beschoren. De auto is maar één jaar actief geweest in Group B, in 1986. Het hoogtepunt was een derde plaats in Zweden, maar dit werd overschaduwd door de dieptepunten.

Tijdens de Rally van Portugal crashte een RS200 namelijk in het publiek, met drie doden en vele gewonden tot gevolg. Vervolgens kwam in Duitsland Marc Surer’s navigator om het leven in een RS200. Deze incidenten hebben er mede aan bijgedragen dat 1986 het laatste jaar was van Group B, en dus ook van de Ford RS200 als rallyauto.
RS200 S
Terug naar de straatauto. Ford heeft 200 exemplaren voor de straat gebouwd, conform de homologatie-eisen. Dit specifieke exemplaar is extra bijzonder. Op het kenteken kun je namelijk zien dat dit een zogenaamde RS200 ‘S’ is. Daar zijn er maar 20 van gemaakt.
De RS200 S was een idee van de Canadese zakenman Murray H. de Weerdt. Hij wilde een meer bruikbare versie, met airco, elektrische ramen en betere geluidsisolatie. Bovendien kregen deze auto’s meer vermogen, namelijk 300 pk. Dit is nooit een officiële uitvoering geworden, maar Ford heeft wel 20 exemplaren gemaakt.

Wat is zo’n auto nou waard? Een exemplaar met heel weinig kilometers werd eerder dit jaar geveild voor omgerekend €350.000. Eigenlijk een koopje, voor zo’n extreem zeldzame en unieke auto.
Spot van de Week
Deze spot van @ecnerualcars verdient het in ieder geval om in het zonnetje gezet te worden als Spot van de Week. Heb je ook wat bijzonders gespot? Upload dan je foto’s op Autoblog Spots en wie weet verschijnt jouw spot volgende week in deze rubriek. Bovendien maak je deze maand kans op een bol.com cadeaubon ter waarde van €100! De winnaar wordt geselecteerd op basis van een random spot. Hoe meer je uploadt, hoe meer kans je maakt.
Bekijk alle foto’s van deze RS200 op Autoblog Spots!





💯 punten 🙌🏻
Unieke wagen, zoveel is zeker. Of ik hier de prijs van een gemiddeld huis voor over zou hebben is een andere zaak.
Gelukkig een non-issue : ) er zijn in dit leven zaken waar ik mij niet druk om hoef te gaan maken 😂🤷🏻♂️
– Edit: dank u, is inmiddels gefixt –
Dit betreft het evolution model. Op de “normale” versie heb je een scoop op het dak zonder de oortjes links en rechts. Dat is inderdaad de 1,8 liter versie.
De evolution versie heeft oortjes links en rechts naast de dakscoop. De motor betreft dan een 2,1 liter.
V.w.b. de straatversie en de gemakken (airco etc) is mij onbekend. Maar ach, iets nieuws leren is niet erg :)
Dit is een 1.8: https://rs200.org/forum/viewtopic.php?t=354&sid=c30ded089dc8d8315c6cd6d67c419337
Ik zie t ja. Je hebt gelijk. Dat zal dan vast te maken hebben met de weg versie met de luxe. De motorsport versie en dan met name de evolution model, welke trouwens ook op de weg zijn gebracht, had wel een 2.1 liter blok.
Wow, hoe vet is het om daar ‘gewoon’ mee te gaan rijden. Inderdaad, wat een eindbaas!