
Op Interclassics stonden heel veel dure auto’s, maar ook auto’s die – relatief gezien -goedkoop zijn.
Van onder de 10.000 euro tot ver boven een miljoen, zoals de Ferrari F40’s en de Porsche 911 (993) GT2 van anderhalf miljoen die Wouter in zijn video liet zien. Er is op klassieker- en youngtimerbeurs Interclassics in Maastricht in alle prijsklassen wat te vinden. Een interessante vraag bij het prijspeil is: zijn dit redelijke prijzen, is het duur, of is het exorbitant? Krijg je veel auto voor je geld, of is het veel geld voor een bepaalde auto?







De Porsche 964 Turbo 3.6 die we tegenkwamen valt in de laatste categorie. Die is natuurlijk het absolute summum van de 964, dat wil zeggen: de nieuwste techniek in zijn laatste bouwjaren. Want er waren in de loop van zijn leven natuurlijk al enkele speciaaltjes zoals de RS America en de Turbo S Leichtbau. De Turbo 3.6 met 360 pk is veel zeldzamer dan de Turbo 3.3 (circa 1.500 stuks versus ruim 3.600) wiens 320 pk sterke motor feitelijk gewoon voortborduurde op de 930-generatie. Als het typeplaatje ontbreekt is de 3.6 te onderscheiden van de 3.3 door de ring met zichtbare boutjes in de velgen.
Het Amazon-groene exemplaar op de beursvloer, dat overigens in de spotlights eerder blauw lijkt, mag mee voor de lieve som van 429.000 euro. Da’s heel veel geld voor een 964, maar daar krijg je wel een vers gespoten auto met een volledige overhaul van motor en turbo voor. Zo duur zijn mooie 964’s van de zeldzaamste soort in goede technische staat dus tegenwoordig.







Nog zo’n klapper is een ogenschijnlijk gewonere auto: een Subaru Impreza uit 1998. Maar hier is weinig gewoons aan. Het is een Impreza 22B STi, de tweedeurs homologatieversie met joekel van een spoiler en goudkleurige wielen van de befaamde blauwe rallyauto’s met hun gele 555 livery. In Europa is dit type amper te vinden en daarom draagt dit puike exemplaar – nummer 63 van 400 gebouwde exemplaren – een prijskaartje van net geen 280.000 euro, waarbij de aanbieder een taxatiewaarde van 345.000 euro vermeldt.
Niet alle iconen hebben de hoofdprijs



Andersom kan ook: een zeldzame auto die relatief achterblijft in prijs. Want waar de McLaren F1, de Ferrari F50 en ook de Bugatti EB110 als iconen van de jaren negentig nu vele miljoenen waard zijn, blijven de twee Jaguar XJ220’s in Maastricht steken rond de zes ton. Ook het donkerblauwe exemplaar met slechts 900 (!) kilometer op de teller. Die auto vond in de loop van vrijdag wel een koper, want plots was de specs-sheet vervangen door een papiertje met de mededeling ‘sold’.
Er heeft dus een koper toegeslagen die de merits van de XJ220 in de smiezen heeft, want die heeft deze roofkat zeker. Gedurende de wedloop onder de supercars in de nineties was de XJ220 een tijdlang de snelste auto ter wereld (1992-1993) die de grens van 200 miles per hour ruimschoots wist te slechten door 217 mijl op de klok te zetten tijdens tests. Het was een absoluut prestigeproject waarmee Jaguar zich definitief in de hoogste regionen van autoland wilde vestigen. Daarvoor is een halo car die bijna niemand kan betalen en adembenemende specs heeft (en wat quirky karaktertrekken) de uitgelezen mogelijkheid. De verwachtingen waren vooraf dan ook hooggespannen, met de belofte van een hele dikke 6,2 liter V12 achterin.




Maar ook toen ging het al financieel niet geweldig met het Britse merk, en dus koos het voor een shortcut door de bestaande en beproefde 3,5 liter bi-turbo V6 uit de MG Metro rally-auto in de Jag te lepelen die 550 pk leverde. Dat de auto was ontworpen voor een V12 is te zien aan de motorruimte die zowat voor de helft leeg is. Deze downgrade was een fikse blamage voor het sportwagenmerk en een teleurstelling voor kopers. Van de aanvankelijke 1.500 aanbetalingen werden er heel veel teruggetrokken, zodat uiteindelijk slechts 275 stuks van de XJ220 werden gebouwd tussen 1992 en 1994.
De quirkyness van de XJ220 werd eens te meer bewezen door Jeremy Clarkson die in Top Gear vanuit stilstand een sprintje trok met de auto, waarbij de radio uit het dashboard vloog door de plotse voorwaartse versnelling. Ja, dat was nog een radio met een slee, iets wat de oudere lezers nog zullen herkennen. In de tijd dat autoradio’s massaal werden gestolen nam je als diefstalpreventie de hele radio mee door hem aan een handvatje uit de slede te trekken (later kwamen afneembare frontjes). Zo ging dat in de jaren voor de eeuwwisseling.

Uiteindelijk wilde ook Jaguar zelf niet meer verantwoordelijk zijn voor zijn XJ220 en de service aan klanten. Het verkocht de hele boel zoals onderdelen en plaatwerkpersen aan de Bitse specialist Don Law.
De geschiedenis zet de toppers op hun plek
Voor zes ton heb je met de Jaguar XJ220 een bijzondere auto. Maar de autogeschiedenis heeft hem inmiddels zijn plek gegeven en dat is niet bij de absolute toppers als het gaat om marktprijzen. Weinig kilometers op de teller maakt dan ook niet echt meer een verschil, zo bewijst de donkerblauwe XJ220. Ergens ontbeert de Jag blijkbaar aansprekende factoren die enkel andere tijdgenoten wel naar zevencijferige prijzen tillen.
De Porsche 964 spreekt juist steeds meer aan, want de marktprijzen vertonen al langere tijd een stijgende lijn. De befaamde puristen-Carrera RS trok daar altijd in het bijzonder de kar, terwijl gewone Carrera 2 en Carrera 4 modellen tamelijk goedkoop op te pikken waren, maar die tijd is inmiddels ook voorbij. Dat nu de Turbo 3.6 op weg is naar het half miljoen, zegt veel over de herwaardering van de 964-generatie. Het niveau van de enkele jaren oudere Porsche 959, die in 1987 wel door Porsche als toppunt van toenmalig technisch vernuft werd gepresenteerd, is nog niet in zicht, maar het gat wordt steeds kleiner.
Dat een auto aan de absolute top staat in de tijd dat hij nieuw op de weg komt, is dus geen garantie dat hij die status in de loop van de tijd weet vast te houden wat marktwaarde betreft. Voor BMW was de i8 een halo car, maar laten we eens gedurfd stellen dat onder de futurische looks slechts de opgepepte aandrijving van een hybride Mini schuilgaat. Blijft dit een halo car met bijpassende marktwaardering? De tijd zal het leren.
Dit was een bijdrage van Maarten van der Pas en Robert van den Oever
Ben gisteren geweest. Mijn uitblinker was de Brabus op 190e basis!
Mooie uitleg van de radio’s met slee en afneembare frontjes. Nu voel ik me pas echt oud. Trouwens die behoefte van Jaguar om zich te voegen tot de absolute top lijkt vandaag de dag nog actueel met de aangekondigde nieuwe strategie. Ik denk dat ze het deze keer ook niet gaat lukken, of ben ik nu te negatief?
Coole cars? Een Mercedes Carat? Dat was in zijn nieuwe jaren al heel fout en nu nog.
Ik heb wel mooiere en coolere auto’s op de Mecc gezien. Maar ja, dat is het leuke aan zo’n beurs: ieder zijn eigen smaak.
Zo’n xj220 is echt de droomauto uit mijn jeugd. Wie weet, ooit. Als de prijzen weer wat dalen
Eigenlijk schreeuwt deze auto om een swap naar een period correct V12.
Geen heiligschennis in dit geval, waarschijnlijk wordt ie er enkel meer waard van.
Die van de Jaguar XJR-15 zou wel goed staan denk ik!
Ik bracht kortgeleden een bezoek aan de Houtkamp Collection, die hebben maar liefst twee zilveren Jaguar XJ220’s te koop staan, echt geweldig!
De i8 moet t ook vooral van z’n looks hebben, voor een BMW heeft hij niet een begerenswaardig motorblok. Ik kan t waarderen dat ze een concept car bijna ongewijzigd uit hebben gebracht als productiemodel, dat futuristische maakt m bijzonder. Je haalt ze tegenwoordig voor 50K op als je een hoge kilometerstand niet erg vindt.
Dus je koopt een Jaguar voor de prijs van twee Subaru’s? Dat is toch niet zo gek? :D
een van de mooiste,zoniet dè mooiste sportwagen die er is…….waanzinnig mooi zo’n xj220.