Laadpassen: dit zijn de 6 belangrijkste verschillen

Welke laadpas moet je hebben? We zetten de belangrijkste aandachtspunten voor je op een rijtje.

Bij een benzine- of dieselauto is in principe het enige pasje wat je nodig hebt een bankpas. Bij elektrische auto’s zit dat iets anders in elkaar, want je moet een laadpas op zak hebben. Als je voor het eerst elektrisch gaat rijden heb je misschien geen idee welke laadpas je moet kiezen. We zetten daarom op een rijtje wat de belangrijkste verschillen zijn tussen de laadpassen. Laadpassen vergelijken, je doet jezelf tekort als je dat NIET doet.

1. Dekking

Je maakt waarschijnlijk de meeste kilometers in eigen land, dus het voornaamste is dat de dekking daar goed is. Gelukkig geldt voor de meeste laadpassen dat je er bij alle oplaadpunten in Nederland terecht kunt. In de rest van de Benelux en de grote EU-landen kun je doorgaans ook gewoon terecht. Het verschil tussen de laadpassen zit ‘m vooral in de minder voor de hand liggende bestemmingen. Dat zal voor de gemiddelde Nederlander niet zo relevant zijn, maar mocht je regelmatig een specifiek land bezoeken dan is dat uiteraard iets om op te letten.

2. Laadtarief

Wat de kosten betreft zijn er een paar punten waarop de laadpassen onderling verschillen. Een daarvan is het laadtarief. Afgezien van de hoogte van de tarieven kan er onderscheid gemaakt worden tussen vaste en variabele laadtarieven. ANWB hanteert bijvoorbeeld hetzelfde tarief voor alle laadpalen. Dan weet je dus altijd waar je aan toe bent. Er zijn echter ook laadpassen waarbij het tarief verschilt per oplaadpunt.

3. Abonnement

Er zijn laadpassen met of zonder abonnement. Als je een laadpas hebt zonder abonnement betaal je een starttarief van bijvoorbeeld €0,29 per laadsessie. Als je voor een laadpas mét abonnement gaat komt dit starttarief te vervallen en betaal je een vast bedrag per maand. Dit is in de meeste gevallen voordeliger, tenzij je maar sporadisch bij een openbaar oplaadpunt laadt.

4. Kosten laadpas

Naast starttarieven en abonnementskosten kan het ook nog zijn dat je een bedrag moet betalen voor het aanschaffen van de laadpas. Gelukkig is dat eenmalig en bovendien zijn de meeste laadpassen gratis aan te vragen.

5. Boetetarief

Voor bijna alle laadpasproviders geldt dat het geen consequenties heeft als je langer aan de laadpaal staat dan nodig. Het Duitse Maingau brengt echter wél een boetetarief in rekening. Dit gaat bij een snellader na 60 minuten in en bij een reguliere laadpaal na 240 minuten.

6. App

De meeste aanbieders van laadpassen hebben ook een eigen app. Daarop kun je doorgaans zien waar de dichtstbijzijnde laadpalen te vinden zijn en wat de tarieven zijn, plus een overzicht van je eerdere laadsessies. Er zijn echter ook aanbieders die geen app hebben en niet alle apps zijn even uitgebreid.

Dit zijn dus de zes belangrijkste punten waar je op moet letten bij het kiezen van de juiste laadpas. Of laadpassen, want het is slim om meerdere (gratis) laadpassen aan te vragen. Dan kun je altijd het voordeligste tarief kiezen voor een specifiek oplaadpunt.