Legendarische F1-bolide scheurt naar Nederland

F1-fans die beweren dat vroegah alles betah was worden op hun wenken bediend. De Renault RE 30 B9 waarmee viervoudig kampioen Alain Prost in 1982 twee races won komt namelijk naar deze contreien.

Komend weekend (2 en 3 juli) is het weer tijd voor het Concours d’Elégance op Paleis Het Loo. Ter ere van de gelegenheid neemt créateur d’automobiles Renault een aantal sportieve auto’s uit het verleden mee naar het statige pand. Één van deze auto’s betreft de RE 30 B9 F1-bolide uit 1982 waarmee Alain Prost de GP’s van Zuid-Afrika en Brazilië wist te winnen.

Renault was de pionier op het gebied van turbotechniek in de Formule 1. In de reglementen stond dat je een atmosferische motor mocht bouwen met een inhoud van drie liter, of een geblazen motor met de helft van die inhoud. De teams namen die laatste mogelijkheid echter niet serieus, omdat ze van mening waren dat het nooit voldoende pk’s op zou leveren. Ze bleven liever vasthouden aan hun oude vertrouwde Cossie DFV8 of bijvoorbeeld de dikke atmosferische V12 van Ferrari of Matra. Renault besloot de uitdaging echter wel aan te gaan en bouwde de eerste turbo-F1, met de naam Renault RS01.

Het begin was moeilijk, want vaak kwam er witte rook uit de staart van de turbo-Renault’s. Dit tot amusement van de concurrentie, die de gelige bolide de bijnaam ‘de gele theepot’ meegaven. In 1979 pakte Jean-Pierre Jabouille echter de eerste F1-overwinning met een turboblok in de race die onsterfelijk werd gemaakt door het gevecht om plaats twee tussen Gilles Villeneuve en René Arnoux, de teamgenoot van Jabouille. Al snel probeerden alle klantenteams die eerst stonden te grinniken om de theepot in de rij bij de fabrikanten om zo’n turbo-blok te bemachtigen. Het enige zure voor de Fransozen was dat toen in 1983 uiteindelijk een coureur kampioen werd met een turbo-motor dit niet een van de rijders van Renault was, maar Nelson Piquet in de Brabham-BMW.

Dat feit ten spijt is het een gaaf ding die RE 30 B9, met zijn 1.492 cm3 V6 turbomotor die in racetrim zo’n 650 pk opbracht bij 11.500 toeren per minuut. Door het gewicht van 595 kilo leverde dat toen al een pk/gewichtsverhouding op van meer dan één pk per kilogram. Op het Concours wordt de auto overigens bijgestaan door een aantal snelle en/of oude familieleden, zoals de AK uit 1906, de 40 CV uit 1926 en de Nervasport uit 1934. Ook sportieve Gordini-versies van de R8, de R12, de R17 zijn van de partij alsmede de Clio V6, de Sport Spider en de R.S.01.

Als je komend weekend naast het kijken van de GP van Oostenrijk nog wat tijd over hebt als autoliefhebber, dan weet je dus waar je moet zijn.