
We kijken naar de auto’s die in juni op Nederlands kenteken verschenen, inclusief een peperdure Porsche 911.
Bij de RDW ziet men elke maand allerlei prachtige auto’s verschijnen om geregistreerd te worden voor het gebruik op de Nederlandse wegen. In juni waren dat zo’n 34.000 volledig nieuwe auto’s, plus ruim 26.000 exemplaren die via de import een weg naar ons landje hebben gevonden.
Natuurlijk gaat het om auto’s in allerlei variaties, van klein tot groot, van goedkoop tot ‘peperduur’ en van eenheidsworst tot one-offs. En ook van simpele eenpitters tot legendarische auto’s met een zestiencilinder onder de motorkap.
Van 1 tot 16

Personenauto’s met een eencilindermotor zijn in het RDW-register best wel een zeldzaamheid. De bekendste is toch wel de BMW Isetta, maar qua aantallen is er een andere auto die daar flink overheen gaat. En het vreemde is dat het zelfs gaat om een grote en moderne auto! Welke dan?
Tsja, het gaat om de Mazda MX-30 R-EV. Een beetje flauw natuurlijk, een EV met een range extender in de vorm van een 830 cc wankelmotor. Eigenlijk heeft deze geen enkele cilinder, maar bij de RDW staan ze genoteerd met een ‘aantal cilinders’ van 1.
Verschillende tweecilinders kregen in juni ook een nieuw kenteken uitgereikt, denk daarbij bijvoorbeeld aan de Citroën 2CV, de Daf 33 en de Fiat 500, zowel de klassieke als de moderne variant. Of een zeldzame Grégoire Type 70/2 uit 1907, ook die is uitgerust met een tweecilinder.
Drie- en viercilinders zijn natuurlijk de standaard, maar vijfcilinders zie je daarentegen weer heel weinig. In juni ging het om slechts 166 exemplaren, voornamelijk Volvo’s en Audi’s (RS3 en RS Q3). De zes- en achtcilinders zijn natuurlijk ook geen onbekenden en tref je voornamelijk aan bij de premiummerken of de wat meer sportievere modellen.
En auto’s met tien cilinders? In juni werden er slechts 12 op kenteken gezet. Verschillende Lamborghini’s (Huracán en Gallardo), enkele BMW’s (M5/M6), maar het hoogtepunt is hierbij toch wel het enige model van Porsche dat een V10 heeft, maar daar komen we straks nog even op terug.
Eerst kijken we namelijk nog even kort naar de twaalfcilinders. Dat waren er bijna 50, waaronder vijftien Ferrari’s, zeven Bentley’s en twaalf uit de fabrieken van Mercedes-Benz. En die zestiencilinder dan? Daarvoor moet je nog even verder scrollen, we willen de spanning een beetje opbouwen.
Hongqi EHS7
Eerst maken we een sprongetje naar verschillende nieuwe modellen die in juni op kenteken zijn gezet. De meest opvallende daarbij is een nieuwe creatie van Hongqi, het merk dat we kennen van de bijna Rolls-Royce-achtige E-HS9.
Vorig jaar kondigde men de EH7 aan, een stevige strakke sedan die bij de topuitvoering is uitgerust met een 111 kWh accu waarmee je, in theorie, 700 kilometer ver zou kunnen komen. In combinatie met een vermogen van 619 pk en een 0 tot 100 sprintje in 3,5 seconden zijn dat best indrukwekkende cijfers.

De EH7 heeft men bij de RDW nog niet gezien, maar een ‘broertje’ dat eerder dit jaar werd aangekondigd juist wel: de EHS7. Dit is eigenlijk de SUV-variant van de EH7, met nog steeds behoorlijk indrukwekkende cijfers. De topuitvoering komt ongeveer 540 kilometer ver en kan in 3,9 seconden de honderd aantikken.
De eerste zes exemplaren zijn ondertussen geregistreerd, waarbij het in alle gevallen gaat om de ‘Long Range Launch Edition’ met de 111 kWh accu en een vermogen van 344 pk. Daarmee zit je in 6,3 op de 100, maar aan de andere kant zou de range daarmee op 600 kilometer uitkomen. En dat voor een bedrag van ongeveer € 55.000.
Andere modellen die we in juni in het RDW-register zagen verschijnen zijn de (vernieuwde) Audi (S)Q5 Sportback en de Firefly, die men bij de RDW trouwens gewoon onder de merknaam Nio heeft geplakt. En zelfs de voor Nederland ‘overbodige’ auto waarmee Wouter in noordelijk Zweden reed, de Volvo EX30 Cross Country, is nu voor het eerst op gele platen verschenen.
Peperdure Ferrari’s

Zullen we misschien een keer ophouden met dat ‘peperduur’? Stervensduur, schreeuwend duur of schrikbarend duur dan maar? Hoe je het ook noemt, in juni konden we kennismaken met de duurste auto die ooit op Nederlands kenteken is gezet, als je tenminste kijkt naar de nieuwprijs: een Koenigsegg Jesko Absolut noteerde € 4.129.919. En ja, dat is best duur! Dit is echter nu geen nieuws meer, want je hebt natuurlijk al lang het desbetreffende artikel op Autoblog gelezen.
Op grote afstand van de Jesko volgt een prachtige rode Ferrari SF90 XX Spider, met een prijskaartje van € 1.012.272. Daarmee staan ondertussen zes SF90 XX’n op gele platen, vier Spiders en twee Stradale’s. Verder verschenen er opnieuw verschillende Purosangue’s en SF90’s op kenteken, maar dat is tegenwoordig bijna ‘gewoon’, ondanks prijskaartjes van (ver) boven de vijf ton.

Interessanter zijn misschien de volgende drie Ferrari’s. Wat dacht je bijvoorbeeld van een prachtige Ferrari 250 GT/L ‘Lusso’ in de kleur ‘Blu Celeste’? Dit exemplaar heeft letterlijk een kleurrijk bestaan gehad, want de auto verliet de fabriek in 1963 in ‘Verde Scuro’, maar in latere jaren is de auto (donker)rood en zelfs geel geweest. Enkele jaren geleden werd de auto zeer uitgebreid gerestaureerd en ondanks dat het niet de originele kleur is, is de keuze voor Blu Celeste (lichtblauw) echt niet verkeerd.

De volgende is een gele Fera 365 GTC/4 uit 1972. Wacht even, zijn er wat problemen met het toetsenbord? Bij de RDW blijkbaar wel, want de auto verscheen met de merknaam ‘Fera’ in het register. Gelukkig is dit ondertussen hersteld en verschijnt gewoon de merknaam Ferrari. Geel is trouwens een kleur die je niet veel ziet op de 365 GTC/4. Van de 500 exemplaren die uit de fabriek in Maranello zijn gerold, waren maar drie stuks uitgevoerd in het geel, echter dit exemplaar valt daar niet onder. Deze verliet de fabriek in ‘Marrone’, in het bruin dus. In 2023 volgde een restauratie waarbij voor ‘Giallo’ gekozen werd. Via een veiling van RM Sotheby’s kwam de auto uiteindelijk in Nederland terecht en ze verblijft nu in een geweldige privécollectie tussen vele andere klassiekers.

Tenslotte kunnen we een gelimiteerd model niet overslaan, ondanks dat die in het artikel van de vorige maand ook al aan bod kwam: een Ferrari 599 GTO. Het betreft een exemplaar in ‘Rosso Scuderia’ dat eerder dit jaar te koop stond in Duitsland, met minder dan 4.000 kilometer op de teller. Hopelijk besluit de Nederlandse eigenaar om er wel wat meer mee te rijden.
Met een officiële oplage van slechts 599 stuks is het opvallend dat er maar liefst 22 stuks op gele platen staan. Over het algemeen staat tussen 1 en 2 procent van de geproduceerde Ferrari’s in Nederland, maar dat is bij de 599 GTO dus een stuk hoger. Zelfs als je er rekening mee houdt dat Ferrari in werkelijkheid wat meer exemplaren van de 599 GTO heeft gemaakt, namelijk tussen de 850 en 900 stuks.
Prijzige Porsches

Deze maand verdient Porsche ook wat extra aandacht wat betreft peperdure bijzondere exemplaren. Opvallend is bijvoorbeeld een gloednieuwe Porsche 911 GT3 RS. Als je namelijk gaat spelen met de configurator, dan zie je dat de prijs begint bij € 364.800. Kies je vervolgens voor het Weissach-pakket, een speciale kleur, aparte folie en dure keramische remmen, dan kom je op zo’n € 480.000. Veel hoger kom je echter niet, in ieder geval niet via de standaard configurator. Toch is het de eigenaar gelukt om de auto nog veel meer te personaliseren wat uiteindelijk een catalogusprijs opleverde van € 580.331. Daarmee is het de duurste 911 ooit op Nederlands kenteken. Helaas hebben we nog geen beeldmateriaal, maar de RDW vertelt ons dat het een blauw exemplaar betreft. Het is niet de GT3 RS op de bovenstaande foto, die is € 120.000 goedkoper…

Tenslotte zagen we opnieuw een Porsche Carrera GT op kenteken verschijnen. En deze keer gaat het om een exemplaar met een interessant verhaal! Deze auto, nummertje 147 van de 1.270 geproduceerde exemplaren, werd in 2005 nieuw geleverd in België. De toenmalige eigenaar had zeer grootse plannen met de auto, namelijk om er een supersnel circuitmonster van de maken. De firma GPR (Garage Pino Racing) werd ingeschakeld en bijna alles werd aangepakt: het motormanagementsysteem, de ophanging, de remmen, de koppeling, nieuwe BBS-racevelgen en nog veel meer. De uiteindelijke ombouwkosten lagen rond de € 220.000!
Helaas kreeg het raceavontuur geen vervolg, want het werd niet toegestaan om met deze ‘Carrera GT-R’ aan professionele wedstrijden mee te doen. Het racen bleef daardoor slechts beperkt tot wat trackdays, maar de echte raceplannen waren volledig in duigen gevallen, waardoor de auto vervolgens zo’n 10 jaar ongebruikt in de garage stond. In 2015 werd de auto door Bonhams geveild voor € 644.000, maar opnieuw bleef de auto ongebruikt. Daarom werd vorig jaar de beslissing genomen om de auto volledig terug te bouwen naar de originele specificaties, wat gelukkig mogelijk was omdat alle originele onderdelen keurig waren bewaard. Via het Duitse Mechatronic, waar de auto te koop stond voor € 1.550.000, is de auto naar Nederland gekomen. Op het oog een normale grijze Carrera GT, maar wel met een bijzonder verhaal!
Replica’s
Bij het doorspitten van de RDW-registraties van de maand juni kwamen we verschillende indrukwekkende modelbenamingen tegen, maar bij nader onderzoek ging het helaas geregeld om replica’s. Of ‘continuations’, zoals ze dat bij de Goodwood Historic races zo mooi omschrijven. Leuk geprobeerd, maar daarmee wordt het nog steeds geen ‘echte’.
Kijk, als in het RDW-register een ‘Beck 550 Spyder Replica’ staat, dan is het tenminste duidelijk. Iedereen weet dan dat het een auto is die eigenlijk niks met een echte Porsche 550 Spyder te maken heeft, behalve het ontwerp dan.
Het wordt lastiger als je een ‘Maserati 300 S’ ziet staan. Zou het een echte zijn? Een kenner weet dat deze tussen 1955 en 1958 werd gemaakt en dat er onder de kap een 3.0 liter zescilinder ligt. Als je bij de RDW-gegevens vervolgens ziet dat de auto uit 1966 komt en dat er 3.692 cc zescilinder in zit, dan weet je eigenlijk wel voldoende. Een replica recreation ‘continuation’ dus, in dit geval op basis van een Maserati Mistral.
Naast de Maserati verscheen er ook een Ferrari 250 GT Coupé SWB Berlinetta in de RDW-overzichten. Een drieliter twaalfcilinder, dat kan dus kloppen. Maar bouwjaar 1959, dat zou wel erg vroeg zijn, aangezien er toen maar twee gebouwd waren. Pas na gedegen onderzoek werd duidelijk dat het geen echte SWB is, maar een continuation op basis van een Ferrari 250 GT Pinin Farina Coupé. Ondanks dat het misschien een prachtige auto is, levert het toch een kleine teleurstelling op.
Zestiencilinder

Natuurlijk kunnen we niet afsluiten zonder nog even terug te komen op die zestiencilinder. Wat is het nou? Een Bugatti Veyron? Een Chiron? Een Cizeta? Nee, het gaat om een Cadillac!
Een 2.650 kilogram zware blauw met witte Cadillac 4335 Convertible Coupé uit 1930, met onder de (grote) motorkap een V16 met een cilinderinhoud van 7.413 cc die zo’n 165 pk levert.
Zie je het al voor je dat je in januari 1930, een paar maanden na de grote beurscrash van Wall Street, een extreme Cadillac presenteert met onder de kap de eerste (productie) V16 ter wereld? Toch waren de verkopen in het eerste jaar best goed, in juni van dat jaar waren al 2.000 auto’s geproduceerd. Daarna ging het helaas snel bergafwaarts en uiteindelijk zijn er tussen 1930 en 1940 maar 4.076 stuks gebouwd.
Het exemplaar dat in juni geregistreerd werd, was in de afgelopen jaren al verschillende keren te bewonderen op concoursen in Nederland en in het buitenland. Toch is het leuk om deze nu ook op Nederlands kenteken te zien, waar ze gezelschap heeft van twee andere Cadillac ‘Sixteens’: een statige zwarte ‘Series 90 Four Door Saloon’ uit 1939 en een donkerblauwe ‘Series 452 Imperial Sedan 4330’ uit 1930.
De andere zestiencilinders op Nederlands kenteken, naast veertien Bugatti’s, zijn een Marmon Sixteen uit 1932 die te bewonderen is in het Louwman Museum en een Volpi Formula Libre, een bijzondere racer uit 1934 die onder andere meestreed in de Indy 500 van 1947 en die onder de motorkap ook een Cadillac V16 heeft liggen. Je ziet het wel weer, er zijn best wel wat pareltjes te vinden op Nederlands kenteken!
Dit was een bijdrage van Edvar van Daalen





Leuk artikel, maar toch een kleine kanttekening. Een continuation model is niet hetzelfde als een doorsnee replica. Een continuation is een model dat opnieuw in productie wordt genomen door de originele fabrikant. Je zou dus kunnen beargumenteren dat het niet eens replica’s zijn maar gewoon nieuw geproduceerde oude modellen. Dat is toch wel iets anders dan bijvoorbeeld Dax Cobra’s, die zowel onderhuids als van buiten op veel punten afwijken van de originele Shelby Cobra’s en niet door Shelby worden gebouwd.
Mee eens, maar de naam “continuation” wordt tegenwoordig helaas steeds vaker gebruikt voor replica’s die misschien heel veel lijken op het origineel, maar vaak gebaseerd zijn op een vergelijkbaar maar goedkoper type. Zoals een Ferrari 250 GT SWB gebaseerd op een 250 GTE. Veel van de klassieke Ferrari’s op bijvoorbeeld de Goodwood Classics zijn niet zo uit de fabriek gekomen, maar worden dan wel soms aangeduid als continuation.
Naar mijn weten is er ook minimaal één Singer 911 afgeleverd. Die is nog wel een slagje duurder.
@JanJansen, helaas zijn Singers in de RDW data niet/nauwelijks te herkennen, ze staat er vaak gewoon als “911” in. Maar wel heel erg gaaf dit! Heb je toevallig meer info?