
Weinig merken hebben een geschiedenis die mooier, rijker en glorieuzer is dan die van Lancia. En weinig merken hebben een heden dat tragischer is dan dat van Lancia. Tijd voor Wouter en Perry om Lancia in discussie te gaan.
Toen Vincenzo Lancia in 1906 besloot om zijn eigen automerk te beginnen, keek niemand daarvan op. Hij was 25 jaar oud, vol ambitie, en bepaald niet de enige die in die dagen een automerk startte. Wat er uit die fabriek kwam, was wel bijzonder. Je zou bijna zeggen dat met die eerste Lancia de basis voor het tegenwoordige Stellantis werd gelegd, want de eerste Lancia heette Alfa. En voordat de jonge Vincenzo zijn eigen merk begon, werkte hij een paar jaar bij Fiat. Toch zijn dat maar onbelangrijke details.
Waar het om ging, was dat Vincenzo vaak met originele oplossingen kwam voor technische problemen. Al snel werd hij beschouwd als een technisch genie. De Lambda die in 1922 kwam werd bijvoorbeeld beschouwd als een van de meest innovatieve auto’s ooit: terwijl in Rotterdam nog een paardentram reed, verkocht Lancia al een auto met een zelfdragende carrosserie. In 1948 was de Ardea de eerste auto in serieproductie met een vijfversnellingsbak. Twee jaar later introduceerde Lancia de eerste V6, nadat het ook al vooropliep in experimenten met de V8 en V12 en als eerste merk een V4 in productie had genomen.
Wereldkampioen
Ook in de autosport liep Lancia voorop. Dat begon al bij de oprichting, want Vincenzo Lancia was een van de beste coureurs van zijn tijd. Zo werd hij bijvoorbeeld vierde in de Franse Grand Prix van 1906. De eerste ronde lag hij zelfs op kop (en dat was behoorlijk lang als je bedenkt dat zo’n ronde maar liefst 103 kilometer lang was). De originele Mille Miglia, waar het om snelheid draaide? Alberto Ascari won in 1954 met de Lancia D24 Spider. Hij deed 11 uur en 26 minuten over de 1.597 kilometer lange route van dat jaar, ruim een half uur minder dan de Ferrari die als tweede eindigde.

En over Ferrari gesproken: nadat de familie Lancia het merk in de jaren vijftig verkocht aan de familie Pesenti, gingen de restanten van raceteam Scuderia Lancia naar Ferrari. Ferrari maakte dankbaar gebruik van Lancia’s D50-chassis. In 1954 maakte Ferrari maar weinig klaar, maar nadat het overstapte op het Lancia-chassis kwamen de successen. In 1956 werd Fangio er wereldkampioen mee.
Tien wereldtitels
Ook in recentere tijden waren de prestaties indrukwekkend. Het wereldkampioenschap rally (WRC) wordt sinds 1973 georganiseerd en hoewel Lancia in 1992 voor het laatst deelnam, is er tot op de dag van vandaag geen merk dat meer titels heeft dan Lancia. Citroën en Toyota komen met acht titels enigszins in de buurt, maar kunnen toch nog niet tippen aan de tien titels van Lancia.

Wouter merkt op: “Citroën is ook weer een merk uit de Stellantis-stal. En ook zij hebben de laatste jaren exact nul rendement uit hun jaren rally rijden. De laatste twaalf jaar maken ze niks meer klaar. De laatste leuke, sportieve Citroën was de DS3 Racing. Inderdaad, daar maakte Stellantis een nieuw zieltogend merk van.”
Dead rat
Mooie techniek, aansprekende resultaten in de autosport: je zou denken dat Lancia alles heeft. Maar ze wisten het ook nog te toppen met aansprekend design. De bijzondere Gamma Coupé van eind jaren zeventig is fraai en exclusief, de Thesis (2001-2007) is nog steeds bijzonder, ik zou met plezier in een Kappa Coupé (1996-2000) rijden en ik denk dat er geen mooiere auto bestaat dan de Flaminia GT uit de jaren zestig. Wie wordt er niet hebberig van een Thema 8.32, met zijn Ferrari-motor?
Wouter merkt op: “Een Ferrari V8 die slechts 215 pk leverde. Het is gaaf en tegelijkertijd te weinig. Op de autobahn kon je immers echt niet meekomen met de E34 M5 die 100 pk meer had.”
En dan is er natuurlijk nog de Delta: een HF Integrale Evoluzione II, graag. De oorspronkelijke Delta toonde al aan dat een Lancia helemaal niet extreem duur hoeft te zijn om fraai te zijn. De Dedra (1989-1999) deed dat nog eens over. De Italiaanse designlegende Ercole Spada vertelde in zijn biografie dat hij het een van zijn best gelukte ontwerpen vindt. “Als ik er iets aan kon veranderen zou dat alleen de naam zijn, omdat die in het Engels klinkt als dead rat,” liet hij optekenen.





Jordi Cruijff-syndroom
Er was ook een gebied waar Lancia niet aan de top stond: verkopen. Hoe mooi de auto’s ook waren, het liep bepaald niet storm in de showrooms. Al in de jaren zestig verloor het merk bakken met geld, waarna de familie Pesenti besloot het merk aan Fiat te verkopen. Dat ging in eerste instantie goed. De Stratos, Gamma, Beta en Montecarlo verschenen in het decennium daarna en lieten zien dat Lancia er nog toe deed. Ook de rallysuccessen van Lancia stammen voor een aanzienlijk deel uit het Fiat-tijdperk. Toch doe je niemand tekort als je zegt dat Fiat er sinds 1990 zo’n beetje alles aan heeft gedaan om Lancia de nek om te draaien.

Die fraaie Dedra waar we het net over hadden, was de sedanversie van de tweede generatie Delta. Die tweede Delta was fraai (vooral de HPE), maar had last van het Jordi Cruijff-syndroom: hij kon de grote schoenen van zijn voorganger niet vullen. Dat kwam bij de Delta mede omdat de topversies niet terugkeerden. Omdat Lancia uit de rallysport was gestapt, kreeg de Integrale namelijk geen opvolger. Bovendien kwam de tweede Delta veel te laat: de eerste generatie moest het maar liefst veertien jaar volhouden. Na die tweede Delta bleef het een paar jaar stil.
Fabergé-ei
Je kunt je niet voorstellen dat bijvoorbeeld Volkswagen een paar jaar geen Golf levert, maar bij Italiaanse merken is dit aan de orde van de dag. Heb je een keer de markt veroverd met een succesvol model als de Alfa 156, dan laat je zo’n segment daarna gewoon een paar jaar aan de concurrentie over. En als de opvolger dan eindelijk verschijnt, dan moet je weer van voor af aan beginnen met het veroveren van die markt.

In het geval van Lancia duurde de stilte van 1999 tot 2008, want in dat jaar verscheen de derde generatie Delta. Dit keer moest de Delta de top van de middenklasse bedienen, waar hij moest concurreren met de Volvo V50. Maar waar je die Volvo’s nog dagelijks ziet rijden, is een Delta in het wild inmiddels ongeveer net zo zeldzaam als een Fabergé-ei.
Wouter merkt op: “Oh ja, er was een derde generatie Delta. Geen slechte auto, geen lelijke auto, maar waar moest je die dan weer gaan kopen? Niet lullig bedoeld, maar als ondernemende autohandelaar zette je je kaarten niet op Lancia.”
Two birds
Wat Lancia met de Delta deed, was eigenlijk tekenend voor wat het merk als geheel deed. De sportieve Delta’s sloegen aan, dus ontbraken die varianten bij de volgende generatie. Het merk wist onder de hoede van Fiat altijd precies dát te doen, waar de markt niet op zat te wachten.

In 2009 werd dat helemaal duidelijk: Fiat besloot om Lancia min of meer samen te voegen met Chrysler. In sommige markten zou een model als Chrysler leverbaar zijn, in andere als Lancia. Dat leidde er bijvoorbeeld toe dat de Chrysler 300C in ons land als Lancia Thema werd verkocht — alhoewel ‘te koop aangeboden’ een betere omschrijving is dan ‘verkocht’. De Lancia Flavia die in 2002 op de markt kwam, was een herdoopte Chrysler 200 en was ronduit lelijk. Dat was even wat anders dan de prachtige Lancia Fulvia Concept die op de IAA in 2003 stond!
Wouter merkt op: “Een Engelstalig spreekwoord is hier wel toepasselijk: “Kill two birds with one stone.” Chrysler heeft ook nog wel wat successen gehad in Europa. De 300C was cool, de Voyager had zijn schare fans, maar dat werd vakkundig om zeep geholpen. Een vriend van mij reed Voyager, maar zijn dealer werd Citroën dealer. Geen idee wat ze toen in de showroom hadden, maar hij was klant af.”
Obscure belwinkel
In 2014 was de jaarlijkse productie inmiddels onder de zeventigduizend auto’s gedoken en kondigde Fiat-baas Sergio Marchionne aan dat Lancia een merk voor de Italiaanse markt zou worden. In 2021 werd dat alweer herzien. Lancia maakte inmiddels net als Fiat deel uit van Stellantis, dat zo’n enorme verzameling verliesgevende merken in de lucht houdt dat je bijna gaat vermoeden dat er iets anders speelt — de obscure belwinkel om de hoek in het groot. Omdat Alfa Romeo en Maserati samen blijkbaar nog niet genoeg geld verbrandden, moest er een relaunch van Lancia komen. Daarom is er nu een Opel Corsa met een koffietafel.


In Italië werd tot en met dit jaar de oude Lancia Ypsilon verkocht, die daar nog altijd een van de toppers van het B-segment was. Gedurende het eerste halfjaar van 2024 werden er 24.709 exemplaren geregistreerd. In juli maakte het oude model plaats voor het nieuwe model en daarna werd de daling ingezet: in juli werden er minder geregistreerd dan in juni, in augustus nog minder, in september nog minder en in oktober werd het dieptepunt van dit jaar bereikt met 805 verkochte Ypsilons. In november waren het er marginaal meer, want toen werden er in Italië 812 Ypsilons geregistreerd en in maart waren dat er nog 4.845.
Hier in Nederland werden tot en met november 66 Ypsilons verkocht. Ter vergelijk: in de eerste elf maanden van 2024 werden 3.717 Corsa’s verkocht en de 208 deed het nog beter met 5.730 exemplaren. Dat vergelijk is niet honderd procent eerlijk, want de levering van de Ypsilon kwam pas in de loop van het jaar op gang. Niettemin: het aantal 208’s dat per dag wordt verkocht, benadert het aantal Ypsilons dat per maand wordt gesleten. Dat wil niet per definitie zeggen dat de Ypsilon een flop is, want Lancia liet begin november weten dat de tienduizendste nieuwe Yp verkocht was.
Keuzes
“Nu is Lancia klaar voor haar Renaissance, met een strategisch tienjarenplan dat in hoog tempo wordt uitgerold,” staat in een recent persbericht. Het eerstvolgende dat we daarvan te zien krijgen is waarschijnlijk de nieuwe Gamma, die net als de Peugeot 3008 en Opel Grandland op het STLA Medium-platform staat. We krijgen de auto waarschijnlijk in 2025 te zien en de productie ervan begint in 2026.

Laten we hopen dat het lukt. Lancia is een prachtig merk dat het verdient om in leven te blijven. Op het zwabberende schip dat Stellantis heet, is het echter maar de vraag of Lancia tien jaar de tijd krijgt om zich te bewijzen. De aandeelhouderswaarde verdampt snel en in de eerste helft van 2024 maakte het bedrijf 48 procent minder winst dan het jaar ervoor. Natuurlijk, ex-topman Carlos Tavares heeft gezegd dat alle merken de kans krijgen om zich te bewijzen. Maar Tavares is vertrokken en het is maar de vraag of zijn opvolger er net zo over denkt. En hopelijk zijn de volgende modellen van Lancia overtuigender dan de nieuwe Ypsilon.


Toegegeven, het is een leuk ding om te zien en we zijn enthousiast dat Lancia terugkeert naar de autosport. Maar om een merk dat bekendstaat om zijn design en innovatieve techniek opnieuw overtuigend in de markt te zetten, heb je simpelweg meer nodig dan een Opel Corsa met een plaksnor.
Wouter merkt op: “Ik hoop eigenlijk helemaal niet dat het lukt. Ik hoop dat Stellantis keuzes gaat maken. Lancia, Maserati en Alfa Romeo zijn drie merken met een sportieve historie. Kies er één en verkoop de andere merken aan de Chinezen. Of ben ik nu te hard?”
Beetje azijnpisserig mijn reactie, ik weet het; Maar laten we de herrinering koesteren en het heden cq. de toekomst laten voor wat het is.
Prachtig merk, die soms helaas (gedwongen) de verkeerde keuzes maakte.
Ik blijf voorlopig nog maar even in een van de laatste ‘echte’ Lancia’s doorrijden.
De nieuwe Ypsilon is gewoon een geslaagde creatie wat mij betreft net als de Alfa Junior.
Als je in het interieur van de Ypsilon kijkt word je gelijk vrolijk door het gebruikt van de materialen het heeft sfeer.
Italiaanse flair, Wouter word alleen opgewonden van premium Duits😂dus vandaar die zure reacties
Zo’n Delta 3 als op de foto staat hier precies voor de deur. Ik blijf het een mooie auto vinden. Wel een allegaartje van fiat en alfa onderdelen. Verlengd platform van de bravo met de 1750tbi van alfa. Het interieur is wel erg fraai op wat harde plastics na, maar qua looks ook weer bijna gelijk aan de bravo.
Eigenlijk best apart als je hier van een afstandje naar kijkt, fiatconcern had toch gewoon met gedeelde platforms ieder merk kunnen laten groeien in hun kracht: fiat voor alle “normale” auto’s, Alfa de sportieve variant en met Lancia de luxe tak.
Ik heb heel veel Fiats gereden vroeger, maar ben volledig afgehaakt, ik begrijp er niets meer van.
Punto was jarenlang 1 van de best verkochte auto’s van Europa, en niet zonder reden.
Volledig mee eens, best bizar eigenlijk.
Maar mooie auto’s bouwen is dus echt wat anders dan een bedrijf goed runnen.
Ik ben nog niet afgehaakt, heb Italiaans hoog zitten. Rij oa een 2017 124 Spider, ook een model waar het merk zo veel meer uit had kunnen halen, vooral in de VS.
Ohh goede keuze! Die hadden we hier graag in de garage gehad, na de laatste Fiat 500 van mijn vrouw. Maar niet meer nieuw leverbaar helaas. Nu een hele dikke mini in de garage, leuk … maar ik had liever de 124 spider gehad !
De Lybra word niet genoemd maar dat was ook echt een bijzondere maar vooral een erg fijne auto. Je houdt van Lancia of je vind het niks. Een middenweg is er eigenlijk niet. Het aantal liefhebbers is relatief gering en Alfa heeft toch meer wat een autoliefhebber wil. Dat maakt de positie lastiger. Ook zijn de restwaarden zeg maar slecht en dat maakt het voor de lease ook een lastig verhaal. Waar zit dan het potentieel? Stellantis moet stoppen met DS. Dat merk heeft niks. Lancia als luxemerk, Alfa de sportieve kant. Opel voor de nuchtere typen, Peugeot de gezinsauto en Citroën, daar is eigenlijk ook weinig meer voor waar ze vroeger voor stonden over.
De doelgroep van grotere Lancia modellen is uitgestorven. Met de Ypsilon bereik je een mode gevoeligere clientele, jong en (al) succesvol. Alfa is ook nog zoekende. DS heeft wel degelijk een markt en dat laat hun positionering duidelijk zien. De Italiaanse tak van Stellantis moet gewoon gestructureerder worden, maar dat zal een moeilijk proces blijven.
Begrijp me goed. Ik hoop dat merken als bijvoorbeeld Lancia, Citroën maar ook alfa Romeo een mooie toekomst tegemoet gaan. Maar als ik eerlijk ben vraag ik me af of ze nog bestaansrecht hebben. Het zijn merken die het van zaken als styling, innovatie en sportiviteit moetsen hebben. Tot de jaren 90 waren deze kenmerken niet gemeengoed maar een unique selling point voor deze merken. Maar sinds die tijd heeft enerzijds de ontwikkeling van andere merken (die ook mooiere, vooruitstrevendere en sportievere auto’s gingen maken) en anderzijds noodzakelijke efficientie en kosten reductie die merken als Lancia, Citroën en Alfa Romeo minder uitzondelijker maakten eigenlijk het averval al laten starten. De laatste echt bijzondere Lancia was wat mij betreft de oorspronkelijke Delta, de laatste echte Citroën de BX en de laatste begeerlijke Alfa de 75.
Simpelweg refereren aan historie is niet meer genoeg. Flauw gezegd. De fantastische rallysuccessen van Lancia, de DC, CX en hydropneumatische vering, De GTV, de 75, de Busso leeft alleen maar echt bij 50 plussers (Waarvan ik er 1 ben 😀).
Ook autosport is niet meer een goede manier om een merk identiteit op te bouwen of te herstellen. De tijd dat de raceauto’s nog enigzins afgeleid waren van de wegauto’s die jij en ik konden kopen is echt al een hele tijd voorbij. Kijk maar eens naar een WRC auto. Ook de op zich mooie TCR formule heeft er niet toe geleid dat de Tourwagenracerij floreert. De opkomst van de elektrische auto schept daarbij ook een enorme uitdaging.
We leven ook in een tijd waarin je tekortkomingen (betrouwbaarheid, zitpositie, niet de laatste snufjes) niet meer kunt compenseren met styling, sportiviteit of emotie. Het moet allebei voor elkaar zijn. Anders koopt ook die 50 plusser toch weer een “veilige” BMW in plaats van een Alfa.
Stellantis slim is gaat ze kijken waarom sommige “merken” die underdogs lijken wel goed blijven ontwikkelen (bijvoorbeeld Land Rover, en ja Jaguar is het andere uitrste, I know) en daar iets van proberen te leren.
Het merk is al 15 jaar dood. Wat gerebadgede Peugeots zal het merk niet redden.
In mijn beige metallic Lancia Prisma TD heb ik mooie tijden beleefd. Bouwjaar 1989 of 1990 moet dat geweest zijn. De auto reed verassend goed qua wegligging en de turbo diesel was krachtig en zuinig. Ook het interieur gaf je een prettig gevoel met beige velours stoelen en nardo stuur. Ook toen al was een Golf of Vento een veel rationelere keuze, maar de Prisma reed echt stukken beter! Ik wordt altijd een beetje kwaad als ik zie hoe concerns mooie merken verkwanselen, zoals Saab door GM en Lancia door Stellantis. Ik hoop dat Lancia weer de glorie krijgt van weleer, maar hoop is uitgestelde teleurstelling…
Misschien toch eens een eigenwijze technieker een paar merken geven om wat mee te spelen. En het flatgebouw aan stellantis marketeers, boekhouders, projectmanagers en ingehuurde adviseurs een poosje op slot doen.
Vier wielen, deuren, stoeltjes, stuurwiel, iets om te versnellen en te vertragen. Meer is een auto niet, hoe moeilijk kan het zijn.